Nederland Droogteland vraagt om harde keuzes

Drinkwatertekort

Commentaar

Het is al eerder vastgesteld: Nederland droogteland vraagt om net zulke structurele ingrepen als Nederland waterland. Eeuwenlang wendde dit land al zijn vernuft en innovatievermogen aan om polders droog te malen. Om dijken te bouwen en Deltawerken. Om de rivieren de ruimte te geven en zo overstromingen te voorkomen.

Nu is de tijd gekomen om water vast te houden. Niet alleen om de natuur, de landbouw en de economie te helpen, maar vooral om thuis gewoon de kraan te kunnen opendraaien voor een glas water. De eerste levensbehoefte.

Want schoon drinkwater, al ruim een eeuw een vanzelfsprekendheid, is helaas niet langer vanzelfsprekend. In vier provincies – Overijssel, Gelderland, Groningen en het westelijke deel van Zuid-Holland – zijn nu al onvoldoende reserves beschikbaar om op piekmomenten in de zomermaanden drinkwater te kunnen garanderen, waarschuwde het Rijksinstituut voor Volkshuisvesting en Milieu (RIVM) maandag. Maar álle tien waterbedrijven, die de wettelijke taak hebben drinkwater te leveren, lopen tegen problemen op die ervoor zorgen dat het wateraanbod onder druk staat.

Het is een combinatie van factoren die waterwinning bemoeilijkt. De groei van de bevolking en economie vragen om méér water, droge zomers leiden juist tot een tekort. Om meer reserves te kunnen aanleggen, zijn er meer waterbronnen nodig.

De kwaliteit van het Nederlandse water is echter op sommige plekken onvoldoende, elke lozing in de Maas is er bijvoorbeeld een te veel. In 2019 moest de waterwinning op die rivier opgeteld op 200 dagen worden stilgelegd, signaleert het RIVM. De Europese deadline van 2027 voor schoon water gaat Nederland niet halen.

De vergunningsprocedure voor nieuwe waterbronnen is bovendien langzaam: provincies moeten ook andere belangen afwegen. Nieuwe waterwinningstechnieken worden ontwikkeld, zoals van brak water drinkwater maken. Daarvoor is alleen weer elektriciteit nodig – en de capaciteit op het stroomnetwerk is eindig. Het zijn bovendien experimenten. En 2030 nadert snel.


Lees ook: Het water komt toch uit de kraan? Nee, dat is niet vanzelfsprekend

Het betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden, niet alleen door de drinkwaterbedrijven die al experimenteren met nieuwe vormen van waterwinning. Politieke en infrastructurele keuzes moeten worden gemaakt. Wie krijgt er voorrang bij de waterlevering?

Mark Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (VVD), beloofde de Tweede Kamer maandag in een brief een ‘Actieplan Leveringszekerheid’ om in elk geval tot 2030 de levering van drinkwater te waarborgen. Eerder kondigde hij aan dat „waar nodig en onder strikte voorwaarden” drinkwater prioriteit moet krijgen. Dat is een goede eerste stap, waarbij de hoop is dat na het plan ook uitvoering volgt.

Maar de ambitie van dit kabinet is ook om iedereen – van consument tot bedrijven – ervan te doordringen minder drinkwater te gebruiken. In 2035 moet het verbruik met 20 procent zijn gedaald.

Dat betekent een mentaliteitsverandering. Dit gaat niet louter om een sproeiverbod in de zomer, maar om een regenton op het balkon. Om bedrijven die alternatieven moeten zoeken om apparaten te koelen, duurzaamheid moeten betrachten bij het maken van sauzen of bier. Om nieuwbouwprojecten waar waterbesparing een vereiste is.

In Nederland kan niet langer alles. Water naar de zee dragen is niet meer aan de orde, letterlijk noch figuurlijk.