Natuurbeschermers zijn boos over Zweedse berenjacht

Met ingang van deze woensdag is het leven van bruine beren in de Zweedse bossen een stuk gevaarlijker geworden. De Zweedse overheid heeft bepaald dat in de periode tot 15 oktober 486 beren, zo’n 20 procent van het totale aantal, mogen worden afgeschoten.

Dit is tegen het zere been van verschillende natuurbeschermingsorganisaties. Die betogen dat dit besluit alleen maar is genomen om de jagerslobby tevreden te stellen, die zou azen op nieuwe trofeeën. Zij stellen dat de bruine beer op grond van Europese regels geldt als een beschermde diersoort, waarop niet zomaar naar believen jacht mag worden gemaakt. Ze verwijten de Zweedse autoriteiten al eerder de hand te hebben gelicht met de Europese voorschriften door ook de jacht op de wolf en de lynx toe te staan.

„We kunnen absoluut niet zo veel beren blijven doden als we een stabiele berenpopulatie van rond de 2.400 willen hebben zoals nu”, aldus Jonas Kindberg, hoofd van het ‘Scandinavische Beer Project’, een gezamenlijk onderzoeksprogramma van Zweedse en Noorse universiteiten. Hij wijst erop dat vrouwtjes gemiddeld maar eens in de twee tot drie jaar nieuwe jongen baren.

Genoeg ruimte voor mens en beer

De meeste Zweedse bruine beren leven in de bossen in het midden en noorden van Zweden. Volgens natuurbeschermers is er meer dan genoeg ruimte voor de huidige aantallen beren en kunnen mens en beer die ruimte in goede harmonie met elkaar delen. Ze wijzen onder meer op het (dichter bevolkte) Japanse eiland Hokkaido, waar op een veel kleiner oppervlakte dan in Zweden zelfs een populatie van 12.000 bruine beren leeft.

Begin vorige eeuw was de bruine beer in Zweden bijna uitgestorven. Sindsdien is er mede dankzij een conserveringsprogramma sprake geweest van een aanzienlijke toename. In 2008 telde Zweden naar schatting weer 3.300 beren en sindsdien zijn er herhaaldelijk vergunningen verstrekt voor het afschieten van beren, vorig jaar zelfs 648. Volgens deskundigen zijn er minimaal 1.400 bruine beren nodig om de soort in Zweden in stand te houden.

Boeren, met name veehouders, klagen soms over overlast door beren, die af en toe schapen en rendieren doden. Volgens natuurbeschermers gaat het hierbij echter om heel geringe aantallen.

De bruine beer, het grootste Europese landroofdier, is betrekkelijk zeldzaam in Europa. Veruit de meeste exemplaren zitten in Rusland. Behalve in Zweden en in Finland (tweeduizend) zitten er verder naar schatting zesduizen in Roemenië, twaalfhonderd in Slowakije en nog eens een kleine tweeduizend op de Balkan. Ook in Italië en Spanje komen hier en daar nog beren voor. Volwassen mannetjes kunnen zo’n driehonderd kilo wegen, vrouwtjes honderd kilo minder.


Lees ook

In de Pyreneeën plant de beer zich voort, maar dat gaat niet zonder inteelt

Een vrouwelijke beer in de Spaanse Pyreneeën met een gps-halsband.