Nathan Thrall, schrijver van Een dag uit het leven van Abed Salama: ‘Ik voel me als Amerikaan medeplichtig aan het Israëlisch-Palestijnse conflict’

Tien jaar lang trakteerde Nathan Thrall politici, diplomaten en journalisten op scherpe analyses van het Israëlisch-Palestijnse conflict, waarin hij de nadruk legde op de zijns inziens onrechtvaardige behandeling van de Palestijnen. „Maar na een jaar of wat bekroop me steeds meer het gevoel dat ik mijn tijd aan het verspillen was”, vertelt Thrall in het kantoor van de Amsterdamse uitgeverij Cossee.

Weliswaar waren Amerikaanse of Europese functionarissen onder de indruk van het verhaal van Thrall, destijds analist van denktank International Crisis Group. Maar hun regeringen, legden ze uit, zaten op een andere koers en ze hadden geen zin hun nek uit te steken en zo hun baan te riskeren. Thrall, gehuwd en vader van drie jonge dochters, nam daarom vier jaar geleden ontslag en besloot zijn geluk te beproeven als schrijver. „Ik hoopte zo een breder publiek te bereiken, ook mensen die niet per se interesse hadden in Israël en Palestina.”

Die gok lijkt goed uit te pakken. Eerder dit jaar won Thrall, een Amerikaanse Jood die zich pas op latere leeftijd in Israël vestigde, een Pullitzer-prijs voor zijn boek A day in the life of Abed Salama (in het Nederlands vertaald als Een dag uit het leven van Abed Salama).

Het boek handelt over een tragisch ongeluk op een weg in door Israël bezet gebied. Een aftandse oude bus met jonge Palestijnse kinderen op schoolreisje botst in slecht weer frontaal op een zware vrachtwagen, waarna de bus in brand vliegt. Zeven mensen komen om het leven. Een van de omgekomen kinderen is de vijfjarige Milad Salama, zoon van Abed, de hoofdfiguur uit het boek. Als gevolg van de bezetting verliep de hulpverlening veel langzamer dan nodig was.

Thrall beschouwde het ongeluk uit 2012 en alle dimensies daarvan als een uitstekende manier om de gevolgen van de Israëlische bezetting voor het dagelijks leven van Palestijnen aan de lezer te presenteren.

„Abed vertelde me zijn verhaal”, zegt Thrall, „en ik was meteen ontroerd. En ik zag er meteen het verhaal van de hele bezetting in. Dit is een man die kort na het begin van de bezetting werd geboren. Hij maakte de eerste paar decennia ervan mee, toen er nog weinig verzet tegen de Israëlische heerschappij was. Hij kwam net van de middelbare school af, toen de eerste intifadah (opstand) begon, werd daarin meegezogen en sloot zich aan bij een linkse factie binnen de PLO. Wegens zijn politiek activisme werd hij gevangen gezet en gemarteld. Hij beleefde ook de tijd van de Oslo-akkoorden, toen Israël en de Palestijnen elk op een eigen staat leken af te stevenen, maar hij zag in dat ‘Oslo’ zijn leven nog verder zou inperken en verzette zich er daarom tegen.”

Diepe vriendschap

De bedoeling was dat Abed Salama Thrall afgelopen herfst tijdens een boektournee in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zou vergezellen maar de nieuwe dramatische wending in het Israëlisch-Palestijnse conflict doorkruiste dat. Het boek verscheen op 3 oktober, vier dagen voor de aanval van Hamas op Zuid-Israël, waarbij zo’n 1.200 mensen werden gedood. Een kwart van de boekpresentaties werd afgezegd. Daarna werd het veel moeilijker voor Salama om de Westelijke Jordaanoever te verlaten.

„Het grootste evenement van die tournee zou in de Conway Hall in Londen zijn. De Britse politie verbood dat omdat ze toen alles met de naam Palestina in de aankondiging schrapten. In Amerika werden zelfs radio-advertenties voor het boek tegengehouden. Toen ik probeerde een uitgever te vinden in Duitsland, waar heel veel belangstelling voor het conflict bestaat, kreeg ik allemaal aardige en complimenteuze briefjes van grote uitgeverijen terug, maar ze weigerden stuk voor stuk hun vingers te branden aan zo’n Duitse vertaling.” Pas maanden later meldde zich een kleine Duitse uitgever, die het aandurfde.

Vóór 7 oktober was er nog interesse uit Hollywood voor een verfilming van het boek. „Maar die producenten vertelden me: je hebt er geen idee van wat voor onmogelijke sfeer er is ontstaan om iets te doen dat van zoveel sympathie voor de Palestijnen lijkt te getuigen.”

U verhuisde pas als volwassene naar Israël. Wat fascineert u zo aan het conflict?

„Ten eerste gaat het om een conflict waarbij ik me persoonlijk betrokken voel en waar ik me medeplichtig aan voel. Ik ben een Amerikaan en met mijn belastinggeld draag ik bij aan de onderdrukking door Israël van miljoenen mensen op grond van aangeboren kenmerken. Want de Amerikaanse regering helpt Israël, dat die onderdrukking uit naam van alle Joden zegt te plegen. En ik ben Joods en ik verzet me tegen wat de Israëlische regering doet. Het is mijn levenswerk geworden om ons stapje voor stapje naar een betere toekomst te brengen. Ik geloof weliswaar niet dat we nog tijdens mijn leven een oplossing voor het conflict zullen zien. Maar ik voel wel een morele verplichting om ons dichter bij dat doel te brengen.”

U verklaarde eerder dat het goed is om de bezetting van dichtbij te ervaren. Zou u ook zelf op de Westelijke Jordaanoever willen wonen?

„Nee, ik woon in West-Jeruzalem, vlak bij de grens van 1967. Uiteindelijk ben ik een Amerikaanse Jood en als ik me op de Westelijke Jordaanoever zou vestigen, zou ik daar als een kolonist worden gezien. Dat wil ik niet. Bovendien hebben mijn kinderen de Israëlische nationaliteit, ook dat maakt het ingewikkeld.”

Is de toestand in Israël zelf ook niet erger geworden met het aantreden van de huidige regering, de meest rechtse uit zijn geschiedenis?

„Mijn ervaring lijkt misschien een beetje op die van blanke anti-apartheidsactivisten destijds in Zuid-Afrika. Ik loop hier rond en ben omringd door mensen die in het gunstigste geval onverschillig staan tegenover de onderdrukking van de Palestijnen of die in het slechtste geval volledig steunen. Meer in het algemeen heb ik in mijn publicaties proberen te ontzenuwen dat de overheersing over de Palestijnen onder Israëlische Joden een kwestie van links tegenover rechts is.

„Dit is in werkelijkheid door elke Israëlische regering gesteund sinds het begin van de bezetting. Al tussen 1948 en 1966 legde Israël een militair bestuur op aan de meerderheid van de Palestijnse burgers die binnen de grenzen van Israël leefden. Dat bestuur droeg al dezelfde kenmerken die we nu in de bezette gebieden zien: een systeem van vergunningen, inbeslagname van land, gebieden waar Joden mochten komen en Palestijnen niet. Allemaal linkse regeringen die dat destijds deden.”

En premier Netanyahu?

„De laatste tijd is er een trend bij Westerse journalisten en in de linkse Israëlische pers om Netanyahu als de bron van elk probleem te beschouwen. Alsof de bezetting zou ophouden en Israëls problemen opgelost zouden worden, wanneer Netanyahu zou zijn vervangen. Maar nog maar kort geleden hadden we regeringen zonder Netanyahu, van Naftali Bennett en Yair Lapid. En onder die regeringen was de behandeling van de Palestijnen nog slechter.”

In welk opzicht?

„Huizen die verwoest werden, uitbreiding van de nederzettingen, onwettig verklaren van Palestijnse organisaties in het maatschappelijk middenveld. De held van het centrum-linkse kamp is Benny Gantz, de populairste leider ook. Hij verklaarde zes Palestijnse organisaties, waaronder de beste mensenrechtenorganisatie, Al-Haq, tot terroristische organisaties.

„Het is ook niet zo dat alleen de kolonistenbeweging voortdurende controle over de Palestijnen steunt. Er wordt nu een verhaal opgehangen dat de kolonistenbeweging de regering heeft overgenomen en deze haar wil heeft opgelegd. Maar de werkelijkheid is dat elke tak van de Israëlische regering betrokken is bij het nederzettingenproject. Het Israëlische ministerie van Transport verbreedt nu bijvoorbeeld de wegen op de Westelijke Jordaanoever, zodat er meer kolonisten in de nederzettingen kunnen wonen. Het hele project is erop gericht de tijd die het kost om naar Israël te forenzen korter te maken, zodat de kolonisten zich kunnen voelen als alle andere inwoners van Israëlische voorsteden. Ook het Hooggerechtshof helpt dit systeem in stand te houden.”

Elke tak van de Israëlische regering is betrokken bij het nederzettingenproject

Maakt u zich geen zorgen over het feit dat het seculiere deel van Israël demografisch gezien steeds meer dreigt te worden overvleugeld door het religieuze deel, mede door de snelle groei van het aandeel ultra-orthodoxen?

„Er zijn twee gevechten gaande. Ten eerste het gevecht of Israël een theocratie moet worden. Dat laaide vooral in het jaar voor 7 oktober op. Er waren enorme protesten. Maar de demografische trend maakt duidelijk dat Israël steeds religieuzer zal worden. Tegelijkertijd heeft de seculiere groep nog enorme macht. Zij vormt de ruggengraat van de economie. Ze weet ook dat haar macht elk jaar minder wordt door de demografische ontwikkeling. Maar als je de seculieren mobiliseert, kun je wel degelijk dingen bereiken.”

En het tweede gevecht?

„Dat gaat over de bezetting en de controle over het leven van de Palestijnen. We zagen tijdens die reusachtige protesten vorig jaar dat dit nauwelijks meespeelde. Dit weerspiegelt de prioriteiten van seculier links in Israël. Zij gingen alleen maar de straat op toen ze voelden dat hun éigen belangen, als seculiere Joden in het geding waren, en ze vinden klaarblijkelijk niet dat hun belangen bedreigd worden door de bezetting. En het was bijzonder ironisch dat die protesten nog wel over democratie gingen, terwijl de kwestie van miljoenen Palestijnen die niet eens aanspraak kunnen maken op grondrechten, vrijwel niet aan de orde kwam.”

U overweegt niet zelf, zoals sommige seculieren, om bijvoorbeeld naar de VS te verhuizen?

„Ik zal daar eerlijk over zijn. Voor mij gaat het er niet over of Israël afglijdt naar een theocratie, al woon ik liever niet in een theocratie. Maar wat mij vooral motiveert is het grote onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan. Ik geloof dat dat alleen maar erger zal worden, met nog meer bloedvergieten. En ik denk er samen met mijn vrouw wel over na dat ik dat niet voor mijn dochters wil. Het is belangrijk voor mij om dit werk te doen. Maar aan de andere kant: heb ik het recht om hun toekomst hiervoor op te offeren?”

Wat zou Europa moeten doen volgens u?

„Als Europa niet langer medeplichtig wil zijn aan schendingen van het internationaal recht door nederzettingen te blijven steunen, zou het moeten besluiten de zakelijke contacten met de nederzettingen te verbreken. Maar helaas wijst niets erop dat er binnenkort geen producten uit de nederzettingen in Europese supermarkten meer zullen liggen.

„Je zou ervoor moeten zorgen dat Israël een prijs betaalt voor de handhaving van een systeem dat het internationaal recht schendt. Als er geen Israëlische voetbalteams meer mogen meedoen aan Europees voetbal, als ze visa nodig hebben voor landen waarheen ze vroeger ongestoord konden gaan, als Israëlische banken die hypotheken aan kolonisten verlenen de gevolgen merken, dan zou dat gewone Israëliërs wel raken. Dit zou tot politieke veranderingen kunnen leiden.”

Ziet u ondanks de Gaza-oorlog mogelijkheden voor een oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict?

„Om te beginnen geloof ik dat Israël alle macht in handen heeft en er meer dan wie ook op is gebrand de status quo te bewaren. Wil je die veranderen, dan moet je Israël dus prikkels toedienen. In het Westen betogen politici volgens mij vaak ten onrechte dat de huidige situatie op den duur onhoudbaar is: óf Israël moet daarom de Palestijnen een eigen staat bieden óf het moet de bezette gebieden annexeren en de Palestijnen dezelfde burgerrechten toekennen als de Joden. Maar er is volgens mij wel degelijk een derde optie: dat Israël zijn nederzettingen blijft uitbreiden en de Palestijnen steeds verder opsluit in steeds kleinere enclaves.”

Maakt de Gaza-oorlog een oplossing lastiger?

„Die maakt het nog onvoorstelbaarder dat Israël ooit zou instemmen met een Palestijnse staat. Al voor 7 oktober koesterde rechts Israël het idee dat zo’n Palestijnse staat zou dienen als lanceerplatform voor aanvallen op Israël. Die vrees is alleen maar toegenomen.”

Dus Hamas heeft de Palestijnen geen dienst bewezen met zijn aanval?

„Het blijft moeilijk de invloed van 7 oktober te bepalen. De Palestijnse kwestie was vrijwel vergeten, nu staat die weer bovenaan de internationale agenda. Vier Europese staten hebben de staat Palestina erkend en ook de VS is in die richting opgeschoven. Het Israëlische leger zelf zegt nu dat het Hamas niet kan verslaan en het Internationaal Strafhof gaat wellicht een arrestatiebevel tegen Netanyahu uitvaardigen. Dat is allemaal als gevolg van 7 oktober gebeurd. Dat zijn nog maar kleine stappen. Het is nog te vroeg om met zekerheid te zeggen welke verschuivingen zich door de oorlog zullen voordoen.”


Lees ook

Het busongeluk dat alles vertelt over leven onder Israëlische bezetting

Reddingswerkers inspecteren op 16 februari 2012 de plek van de botsing tussen de vrachtwagen en de schoolbus met de Palestijnse kinderen.