N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Theater
Urbanus In zijn nieuwe show ‘Bis Bis Bis’ is de inmiddels 74-jarige Urbanus nog opbeurend energiek en optimistisch, maar soms is zijn materiaal dun (en soms ronduit pijnlijk). Maar de nostalgie maakt het hartverwarmend.
Genoeg gelachen, nu humor was de titel van een serie absurdistische en clowneske tv-sketches (1995) van Urbanus, de Vlaamse komiek, zanger, tekenaar, schrijver en acteur. Maar van ‘genoeg gelachen’ is bij hem geen sprake. 74 jaar is hij inmiddels, maar dat belet hem niet om gewoon weer met een nieuw theaterprogramma op de planken te staan. „Al vijftig jaar! Of eigenlijk 48, want ik heb ook veel opgetreden op linoleum en pingpongtafels.” Met Bis Bis Bis tourt hij nu door Nederland.
Het podiumbeeld is vintage Urbanus: een microfoonstandaard, een gitaar, een barkruk met daarop een koffer met grap-attributen en – hoe kan hij zonder – talkpoeder om aan het begin van de voorstelling op zijn handen te spuiten bij het grapje „Come on baby, let’s talk.” Nieuwer zijn de stem van zijn dochter die her en der achtergrondzang verzorgt, een groot achterdoek waarop oude striptekeningen van Urbanus voorbijglijden, en een flink groot scherm aan zijn voeten: autocue.
En het duurt niet lang voor opluchting overheerst: Urbanus’ optimistische energie is nog altijd hoog, zijn zangstem vrijwel onveranderd. Klassiekers passeren de revue: ‘De Aarde’, ‘1 2 3 Rikke Tikke Tik’, ‘Publiciteitsjaren’ en natuurlijk ‘Madammen Met Een Bontjas’. Die laatste stopt hij in een klein nieuw jasje door „de internationale versie” te zingen. Toegegeven: „Weil ich liebe keine Damen mit eine Pelzjacke” is best melig.
‘Woke’
Zijn ouderdom merk je vooral in de lengte van de moppen tussen de liedjes door: ze zijn veel korter (lees: autocuevriendelijker) dan in zijn vorige programma’s. Nieuwe grapjes gaan voor een groot deel over ‘wat je tegenwoordig niet meer kunt zeggen’ en ‘woke’, zonder daar iets wezenlijks over te zeggen. Dat is Urbanus’ stijl ook niet, en dat maakte hem tot nu toe juist charmant, maar in Bis Bis Bis zorgt het voor nagelbijtmomenten. Hij komt soms wel érg dicht in de buurt van die ene oudoom die de nieuwe tijd niet helemaal begrijpt. „Over madammen met een bontjas kun je nog gewoon zingen. Over madammen met een stropdas niet meer, anders springen er vijfentwintig transgenders in je nek.” Óéf.
Zo blijkt Urbanus veel ‘ouderwetser’ in zijn nieuwe grapjes dan in zijn decennia oude liedjes. Hij compenseert dat gelukkig iets met een paar rakere grapjes, bijvoorbeeld over het klimaat waarover we „niet mogen lachen” omdat „het klimaat ons zelf uitlacht.” Ook klinken er wel degelijk een paar geinige en mooie nieuwe liedjes, 100 procent à la Urbanus.
Mede door het ontbreken van langere verhalen is Urbanus’ nieuwe materiaal dun, maar daarmee is Bis Bis Bis niet meteen afgeschreven. Chapeau bijvoorbeeld voor hoe hij onverwacht leuk uit de hoek komt met een grapje over de kwestie wat-was-er-eerder-de-kip-of-het-ei.
In zijn element
De mengvorm van een beetje nieuw en vooral lekker herkenbaar valt in de volle zaal in Roosendaal goed. Want, hoezeer zijn leeftijd ook duidelijk wordt in zijn nieuwe grapjes, de autocue en het af en toe worstelen met zijn gitaar; het is hartverwarmend om te zien dat Urbanus nog zo energiek en optimistisch speelt.
Die vrolijkheid houdt hij vol, tót de laatste toegift: ‘Ge moogt naar huis gaan’, al uit de late jaren 90. Is hij alleen maar moe, of lukt het Urbanus om een andere reden ineens niet meer om kolderiek te zijn? Meer dan ooit voel je dat hij helemaal geen afscheid wíl nemen van zijn publiek.