Nabestaanden Marianne Vaatstra boos over serie

De familie van de in 1999 vermoorde Marianne Vaatstra is fel tegen de nieuwe dramaserie Een van ons. Zo liet hun advocaat maandag weten in een schriftelijke verklaring: „De familie vindt het afschuwelijk dat de tragedie die hen is overkomen, inspiratie is voor een tv-serie. Zij zijn er vooraf niet over geïnformeerd en hebben er geen medewerking aan verleend”, schrijft de advocaat. „Het is fictie, maar volledig gebaseerd op het verhaal van Marianne Vaatstra. De zussen en broer zien de serie als iets waarop ze verder geen invloed hebben.” De serie en de aandacht ervoor zal „veel verdriet weer extra omhoog” halen.

In 1999 werd het zestienjarige meisje omgebracht in een Fries weiland, een misdaad die veel aandacht kreeg. Aanvankelijk werden bewoners van een nabijgelegen asielzoekerscentrum valselijk beschuldigd. Na een uniek, grootschalig dna-onderzoek werd dertien jaar later de dader alsnog gepakt; een koeienboer uit de eigen gemeenschap. Canal+ brengt vanaf donderdag een zesdelige dramaserie die is geïnspireerd op deze moord – de eerste Nederlandse dramaserie van deze streamingdienst die onderdeel is van het gelijknamige Franse mediabedrijf. Scenarist Willem Bosch schreef een gefictionaliseerd verhaal in een fictief dorp met andere namen.

Producent Pieter Kuijpers zei tegen RTL dat de familie vooraf wél is geïnformeerd: „We hebben twee jaar geleden, in de researchfase, contact met de familie gezocht. Ze wilden niet aan de serie meewerken. Ik snap dat de familie daar anders in staat dan wij, ik zou vermoedelijk hetzelfde zeggen.” Regisseur Michiel van Erp toont begrip voor de familie. Na de première maandag op festival Film by the Sea in Vlissingen zei hij tegen Omroep Zeeland: „Ik begrijp dat ze niet zitten te wachten op zo’n serie.” Van Erp benadrukt echter dat de serie fictie is en niet om Marianne Vaatstra draait: „Ik denk niet dat de familie zich herkent in de personages, want ze zitten er niet in.” Tegen Omrop Fryslân zei hij: „Het is geen reconstructie. Het speelt zich af op het platteland van Groningen en niet in Friesland. We hebben het bewust uit de werkelijkheid getrokken.”

Maatschappelijk belang

Tegen Nu.nl benadrukt Van Erp verder het maatschappelijk belang van de serie, wat het belang van de familie zou overstijgen: „Alles wat daar toen gebeurde in een klein dorpje, gebeurt nu in Nederland in het groot. Mensen die voor eigen rechter spelen, vluchtelingenhaat, boeren die in opstand komen, complotdenkers; daar ligt het accent op.”

Foto Mark de Blok

De moeder, broers en zusters houden zich liever afzijdig, maar de vader van Marianne, de in maart overleden Bauke Vaatstra, is juist altijd de publiciteit blijven zoeken, vaak in samenwerking met misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Door diens aanhoudende aandacht voor de zaak werd de wet aangepast om grootschalig dna-onderzoek mogelijk te maken, waardoor de moord kon worden opgelost. „Ik wilde minimaal twee keer per jaar met mijn kop op televisie verschijnen. Niet voor mezelf, maar voor Marianne”, zei Vaatstra in 2014 tegen persvakblad Villamedia. Hij vroeg journalist Simon Vuyk een boek te schrijven over de zaak, dat in 2013 uitkwam. Bauke Vaatstra had ook geen bezwaar tegen de driedelige documentaire De Moord op Marianne Vaatstra uit 2021.

Zout in de wonden

Wenselijk of niet, media-aandacht kan zout in de wonden wrijven. In een kwetsbare tijd verliezen nabestaanden ook nog hun privacy. Bij een misdaadserie als Een van ons worden ook nog de feiten om dramatische redenen vervormd. Zo kan in dit soort series bijvoorbeeld de dader menselijker worden gemaakt dan wenselijk voor zijn slachtoffers. En er hoort feestelijke publiciteit bij: een galapremière met champagne, het heuglijke nieuws dat de serie al aan elf landen is verkocht. Later volgen wellicht nog meer berichten over het succes van de serie.

De Vaatstra’s zijn niet de enigen. Sinds het genre true crime floreert in podcasts op de streamingdiensten – documentaires en drama over echt gebeurde moorden – roeren zich de nabestaanden. Zo klaagden eerder Amerikaanse families van slachtoffers over bijvoorbeeld de series Dahmer en The Staircase. Voordat de serie I Am A Killer uitkwam, zo meldde Time Magazine, schreef de stiefmoeder van een slachtoffer aan de producent: „Als een ouder, als een mens, smeek ik u dit niet te doen. Doe dit niet, alstublieft.” Ten tijde van de Amerikaanse documentaire Making a Murderer zeiden de nabestaanden in een statement: „We betreuren het dat individuen en bedrijven doorgaan met het maken van amusement van, en winst maken met ons verlies.” In alle gevallen werden de series toch gemaakt en uitgezonden.