Naast ‘Free Palestine’ prijkt #FreeCongo en #FreeSudan

Lange tijd kreeg het land nauwelijks aandacht, maar ineens verschijnen op sociale media allerlei beelden van de Democratische Republiek Congo (DRC). Pro-Palestina-activisten tonen hun solidariteit met andere oorlogen waar burgers naar hun zeggen slachtoffer zijn van „westers kolonialisme”. Naast de hashtag ‘Free Palestine’ prijkt #FreeCongo en #FreeSudan. Een TikTok-video met deze hashtags is 180.000 keer geliket en 1,7 miljoen keer bekeken. In de video’s en berichten wordt het geweld in het Centraal-Afrikaanse land regelmatig „een stille genocide” genoemd. De rebellen in de oostelijke provincie Noord-Kivu worden in verband gebracht met het feit dat Congo wereldwijd de grootste producent is van het metaal kobalt, een industrie die van groot belang is voor de energietransitie in het Westen.

„We kijken naar gruwelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid [in Gaza] op onze smartphones waarvoor kobalt is gewonnen door het Congolese volk”, schrijft een gebruiker op X. Soms gaan de berichten gepaard met de hashtag #cobaltgenocide.

Post-koloniale context

Het is begrijpelijk dat er solidariteit is tussen post-koloniale landen en de Palestijnen, meent Bruce Mutsvairo, onderzoeker en professor Media, Politiek en het Mondiale Zuiden aan de Universiteit Utrecht. Hierbij ziet hij dat de oorzaak van ellende in eigen land vaak wordt toegeschreven aan het Westen, of dat nu (geheel) klopt of niet. Dat daarbij eveneens de binnenlandse oorlog in Soedan wordt aangehaald, verbaast Mutsvairo niet, aangezien dat ook een grondstofrijk land is en het als moslimland aansluiting vindt bij Palestina. Hoe groter het anti-koloniale sentiment, hoe meer anti-westerse berichten er worden gedeeld, zoals veel gebeurt in Mali, dat helemaal klaar is met oud-kolonisator Frankrijk.


Lees ook
Vooral kinderen zijn de dupe van het oplaaiende geweld in Oost-Congo

Inwoners van een gebied ten noorden van Goma vluchtten in oktober voor het geweld van de rebellengroep M23.

Hoewel er een kern van waarheid zit in beschuldigingen over de discutabele rol die westerse landen spelen, is het een versimpelde versie van de waarheid, meent Mutsvairo. „Ik hoor in deze landen nauwelijks dat de bevolking haar problemen toeschrijft aan slecht leiderschap. Het komt enkel door het Westen”, zegt Mutsvairo. Maar er is geen bewijs dat westerse landen verantwoordelijk zijn voor het doden van burgers in Congo, aldus journalist Ange Kasongo vanuit Kinshasha. „Ik weet niet waarom de techindustrie er met de term ‘kobaltgenocide’ bij wordt gehaald”, zegt zij. „Het is een veiligheidsprobleem.”

Moderne slavernij

De verwijzing naar de natuurlijke grondstoffen in het land gaat over de moderne slavernij die plaatsvindt bij het winnen van de mineralen, wat vooral gebeurt in de zuidelijke provincie Katanga. Kinderen en volwassen werken daar onder onmenselijke omstandigheden om het giftige kobalt uit de aarde te halen. Amnesty International beschreef in een in september gepubliceerd rapport hoe de strijd van multinationals om mijnbouwactiviteiten uit te breiden leidt tot mensenrechtenschendingen waaronder seksueel geweld, mishandeling en het verdrijven van gemeenschappen uit hun huizen en van hun landbouwgrond.

Een kobaltmijn in het Congolese Katanga. In het mondiale Zuiden wordt de exploitatie van de mijnen in verband gebracht met ander ‘post-koloniaal’ onrecht, zoals de oorlog in Gaza.
Foto ANP

De term genocide verwijst naar de vele slachtoffers die vallen bij een decennialange strijd in Oost-Congo tussen het regeringsleger en verschillende rebellengroepen, waarvan de door Rwanda gesteunde militie M23 veel slachtoffers maakt. Na zes maanden van relatieve rust laaiden de aanvallen in oktober weer op. De rebellen vallen niet de mijn aan, maar de dorpen bij de grens met Rwanda. Mede hierdoor zijn er bijna zeven miljoen inwoners op de vlucht. Het is het hoogste aantal ontheemden ooit gemeten en daarmee een van de grootste humanitaire crises ter wereld, aldus de VN-Organisatie voor Migratie (IOM).

Geen internationale aandacht

Maar de kritiek op het exploiteren van DRC komt niet uit de lucht vallen. Landen als Rwanda en multinationals, profiteren van de Congolese grondstoffen, terwijl slechts een fractie van de export van onder meer goud volgens de VN in handen van Congo zelf blijft. En anders dan elf jaar gelden, toen de M23-rebellen er al eens in slaagden de provinciehoofdstad Goma in te nemen, knijpen westerse landen nu een oogje toe als het gaat om het Rwandese geweld. Sterker nog, de Franse president Emmanuel Macron heeft de Rwandese president Kagame omarmd als bondgenoot. Ook vanuit het Verenigd Koninkrijk blijft kritiek uit, mogelijk vanwege de omstreden deal om Britse asielzoekers naar Rwanda te sturen.


Lees ook
Het schrijnend arme Oost-Congo wordt langzaam maar zeker ontdaan van zijn goud

Honderden mensen blokkeerden wegen en riepen anti-VN-leuzen voordat ze het hoofdkwartier van de VN-vredestroepen in Goma bestormden, evenals een logistieke basis aan de rand van de stad.

Dat wakkert de afkeer tegen het Westen verder aan, waardoor deze beschuldigingen steeds vaker worden gedeeld op sociale media. Die informatie sijpelt online vanuit Afrika door naar het de telefoons van jongeren in het Westen, die daar ontzet op reageren. „Sociale media maken dit erger. Mensen zijn er niet om na te denken, maar om te volgen”, zegt Mutsvairo. Na een video over gevaarlijke omstandigheden in de mijnen volgt een oproep.

Campagnestrategie

De mensenrechtenschendingen in de Congolese mijnen zijn al jaren bekend, waarom dan de plotselinge aandacht op sociale media? „In december zijn er verkiezingen in DRC en ‘online legers’ worden veel ingezet in de campagnes ”, zegt Kasongo. „Influencers worden door politici betaald om aandacht te vragen voor problemen die de president al jaren niet kan oplossen.” De term genocide wordt volgens haar gebruikt om aan te tonen dat er „iets heel ergs aan de hand is”, maar er is geen sprake van het doelbewust uitroeien van een etnische groep.

Het verspreiden van misinformatie is het schadelijkst in Afrika, waarschuwt Mutsvairo, dat kampt met een gebrek aan factcheck-organisaties, onafhankelijke media en vertrouwen in instituties. „Ik zeg niet dat in Nederland alles perfect is, maar hier wordt veel geïnvesteerd in digitale vaardigheden. Als iemand iets zegt of deelt wat niet klopt kan hij daar verantwoordelijk voor gehouden worden. In Afrika gebeurt dat bijna niet. Tijdens mijn onderzoek in Ethiopië vroegen we burgers of zij de term misinformatie konden definiëren. Ze zeiden: ‘Als iemand iets zegt die niet tot mijn etnische groep behoort’.”