Naar Kim Putters, de ‘invloedrijkste Nederlander’, wordt echt niet altijd geluisterd

Het was vreemd om zijn eigen baan als vacature op de voorpagina’s van de zaterdagkranten te zien staan. Kim Putters vertrekt pas in juni volgend jaar als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, maar de zoektocht naar zijn opvolger is al begonnen. Na negen jaar zit Putters termijn erop. Eigenlijk had hij al na zeven jaar moeten stoppen, net als elke directeur van een planbureau. Maar het kabinet-Rutte III vroeg hem twee jaar langer te blijven. „Langer kan echt niet,” zegt Putters zondag aan de telefoon. Hij is nog lang niet weg, benadrukt hij in het gesprek, de balans opmaken doet hij later.

De stem van de burger laten horen, dat is volgens Putters (48) wat het SCP doet, – bij het kabinet, bij de Tweede Kamer. „Ons onderzoek begint eigenlijk nooit bij het beleid, maar bij kwesties in de samenleving, bij wat mensen bezighoudt. Die rol is misschien wel belangrijker dan ooit, nu het mensbeeld van de overheid ter discussie staat.”

Mensen lopen vast in systemen van de overheid, zei Putters in september in NRC. „Dat geeft onzekerheid. Het is niet alleen een gevoel. Het zijn keiharde ervaringen.” Dat bleek bij de Toeslagenaffaire waar de Belastingdienst burgers ten onrechte als fraudeurs behandelde, maar ook bij andere overheidsdiensten.

De overheid gaat uit van de zelfredzaamheid van burgers, terwijl juist mensen in de kwetsbaarste posities het niet alleen kunnen, constateerde Putters donderdag in de Van Slingelandtlezing. Eenzame, hulpbehoevende ouderen, jongeren met complexe problematiek, mensen met een beperking lopen vast. En dan helpen kleine aanpassingen niet. Er is voor hen een andere overheid nodig. „Een meer inlevende,” zegt Putters.

voorzitter begeleidingscommissie SCPRianne Letschert Kim Putters heeft een hele lage irritatiefactor

Putters’ eigen afkomst is bescheiden: zijn vader en opa waren binnenvaartschippers. Volgens Rianne Letschert legt Putters makkelijk contact met iedereen. „Hij heeft een hele lage irritatiefactor. Hij is bescheiden en weet complexe informatie toegankelijk te maken, zodat mijn oma het ook snapt.” Letschert moet op zoek naar Putters’ opvolger. Ze is naast rector magnificus van de Universiteit Maastricht ook voorzitter van de begeleidingscommissie die toezicht houdt op het SCP. „Je kunt in deze rol gauw populistisch worden, van de feiten afdwalen. Dat doet Putters niet, hij is echt een wetenschapper. Hij blijft bij de onderzoeken en de data.” Putters opvolger moet wetenschappelijk gezag hebben, zegt Letschert, en in elk geval gepromoveerd zijn. Putters was hoogleraar voor hij werd benoemd.


Lees ook
‘alleen de coronabrand blussen is niet genoeg’

Planbureaus aan kabinet: ‘alleen de coronabrand blussen is niet genoeg’

Boze burger

De invloed van het SCP werd onmiskenbaar groter na het Brexit-referendum en de verkiezing van Donald Trump tot president van de VS in 2016. Veel politieke partijen nodigden Putters uit om uit te leggen wie de boze burger was. Waar kwam de onvrede vandaan? Was die er in Nederland ook? Putters vertelde over verschillen die groter werden, tussen mensen met meer en minder opleiding, tussen stad en platteland, en over Nederlanders met een migratie-achtergrond die zich minder thuis voelden.

In de jaren daarna bleek uit onderzoeken van het SCP dat verschillende sociale hervormingen en bezuinigingen van het kabinet-Rutte II (VVD, PvdA, 2012-2017) slecht uitpakten. De wachtlijsten in de jeugdzorg werden juist voor kinderen met de grootste problemen lang. Mensen met een beperking kwamen vaak niet aan werk na het sluiten van de sociale werkplaatsen. „Wij hebben best vroeg de vinger op zere plekken gelegd,” zegt Putters nu. „Dit zijn structurele problemen die tijd vergen om op te lossen. De urgentie om die op te lossen is dan lange tijd maar heel beperkt.”

Dat Putters’ stem meer gewicht kreeg, was te zien bij de selectie van de invloedrijkste Nederlander door de Volkskrant. Die jaarlijkse lijst rangschikt niet-politici naar hun invloed op het regeringsbeleid. Putters stond in 2019 en 2020 op nummer 1. De laatste anderhalf jaar zit Putters elke week met het kabinet om tafel om te adviseren over de aanpak van de coronacrisis.


Lees ook
het gedaalde vertrouwen in de politiek

<strong>Premier Mark Rutte </strong>kijkt naar de publieke tribune op de openingsdag van het tijdelijke gebouw van de Tweede Kamer, begin september. Putters ziet „een cocktail van onderwerpen waar mensen boos over zijn”.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/naar-kim-putters-de-ac280c298invloedrijkste-nederlanderac280c299-wordt-echt-niet-altijd-geluisterd-1.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Toch constateerde Putters donderdag nog dat kabinetten vaak te weinig doen met onderzoeken, ook van het SCP. „Inzichten die wel op tafel liggen worden bewust weggeredeneerd of weggewuifd,” zegt Putters in de lezing. Hij noemt het leenstelsel voor studenten als voorbeeld, net als de inburgering van statushouders. En de SCP-evaluatie <a rel=van de Participatiewet in 2018. „Dan komt er wel een kleine aanpassing”, zegt Putters. „Maar vrij snel wordt er gezegd: er is tijd nodig om het beleid te laten werken. Dat kan, maar dan neem je wel een risico dat je heel kwetsbare mensen een tijd minder goed helpt.”

Stapeling van achterstand

Het huidige (demissionaire) kabinet-Rutte III van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie wilde de kloven tussen bevolkingsgroepen verkleinen. Maar volgens het SCP worden de verschillen juist groter. De groep die achterblijft groeit niet, vertelt Putters. „Het gaat om ruim 20 procent van de bevolking die te maken heeft met een stapeling van achterstand: onzeker werk, een gebrek aan sociale netwerken, problemen met het kunnen betalen van zorgrekeningen of bijlessen.”

De afstand van deze groep tot de rest van de samenleving wordt wel groter. Vaak gaat het om mensen met minder opleiding en een niet-westerse migratieachtergrond. „Verschillen zijn er in iedere samenleving. Het wordt een probleem als die structureel onrechtvaardig uitpakken. Deze groep ervaart niet dat je met hard werken en leren vooruit kunt komen. Ze hebben het gevoel minder gewaardeerd en gezien te worden. Daar moet je zorgen om hebben.”