Op een stralende middag in november presenteerde de Canadese premier Justin Trudeau ruim negen jaar geleden in Ottawa zijn eerste kabinet, na een klinkende verkiezingszege de maand ervoor. De diverse ministersploeg van zijn Liberale Partij was een afspiegeling van de Canadese samenleving en bestond voor exact de helft uit vrouwen. Gevraagd waarom hij dat laatste belangrijk vond, antwoordde de toen 43-jarige Trudeau laconiek: „Omdat het 2015 is.”
Het moment ging wereldwijd viraal – en Trudeau werd in de maanden daarna een politieke wereldster: progressief, charismatisch, regelmatig trending op sociale media. In navolging van zijn vader, de in 2000 overleden Canadese oud-premier Pierre Trudeau, die regeerde van 1968 tot 1984, viel hem bij zijn opkomst een golf van zogeheten ‘Trudeaumania’ ten deel. Overal wilden dolenthousiaste fans met hem op de foto.
Nu is die rage een herinnering uit een ver politiek verleden. Zelfs van een milde Trudeaumoeheid die Canadezen na enkele jaren bekroop, is geen sprake meer; veel Canadese kiezers hebben het helemaal gehad met Trudeau, die door velen wordt ervaren als kunstmatig en arrogant.
Vooral het afgelopen jaar takelde Trudeau politiek zienderogen af. Een groeiend aantal Liberale parlementsleden riep hem de afgelopen weken en maanden op te vertrekken, nadat hun partij enkele tussentijdse verkiezingen verloor voor opengevallen zetels in het Lagerhuis, in districten die golden als electoraal ‘veilig’. De situatie escaleerde half december met het abrupte ontslag van minister van Financiën en vicepremier Chrystia Freeland, zijn vertrouweling en rechterhand sinds het aantreden van zijn regering, na een onderling conflict.
Lees ook
Abrupte breuk met topminister verzwakt positie van Trudeau bij confrontatie met Trump
Maandag hield Trudeau, inmiddels 53, onder grote druk de eer – of wat daar nog van over is – aan zichzelf. Na een bedenktijd tijdens de kerstvakantie kondigde hij maandag voor zijn ambtswoning in Ottawa zijn ontslag aan. „Dit land verdient een echte keuze bij de volgende verkiezingen, en het is mij duidelijk geworden dat als ik interne gevechten moet voeren, ik niet de beste optie kan zijn bij die verkiezingen”, zei hij.
Trudeau wil aanblijven totdat zijn partij een nieuwe leider heeft gekozen. Om dat mogelijk te maken, blijft het parlement met toestemming van het Canadese staatshoofd, gouverneur-generaal Mary Simon, tot eind maart gesloten, liet hij weten – een omstreden tactiek.
Lage verwachtingen overtroffen
Daarmee dient het einde zich aan van het onwaarschijnlijke bewind van een premier die Canada een zeer herkenbaar internationaal gezicht gaf, maar Canadezen verdeelde. Voor velen was hij een boegbeeld van een progressief Canada. Maar gaandeweg stelde hij ook aanhangers in toenemende mate teleur; velen vonden hem niet progressief genoeg, maar neoliberaal. Tegenstanders beschouwen Trudeau als een onserieuze leider die hen een woke ideologie opdringt en verantwoordelijk is voor de huidige problemen van het land, waaronder inflatie en grote krapte op de woningmarkt.
Het is dan ook opmerkelijk dat Trudeau, die sinds 2019 regeert met een parlementaire minderheid, het ruim negen jaar volhield als premier. Voor zijn verrassende verkiezingszege in 2015 werd hij door politieke tegenstanders afgedaan als een lichtgewicht, die zijn klim tot leider van de Liberale Partij bovenal dankte aan zijn bekende achternaam.Hij was vanaf zijn geboorte landelijk bekend, als oudste zoon van Pierre Trudeau, een legendarische premier die veelal wordt beschouwd als de architect van de moderne Canadese samenleving. Justin bracht zijn kinderjaren door in diens ambtswoning in Ottawa. Maar hij maakte geen imposante carrière: hij werkte als leraar aan de Canadese westkust voordat hij in 2007 de politiek in ging.
Hij maakte indruk door bij de verkiezingen van 2008 een zetel te winnen in het Lagerhuis, in een niet makkelijk kiesdistrict. Die zetel behield hij drie jaar later. Zijn partij deed het toen een stuk minder en kwamen uit op een historisch laag zetelaantal voor de centristische machtspartij, die Canada voor grote delen van zijn bestaan heeft geregeerd. In tegenstelling tot zijn intellectuele vader bleek Justin Trudeau een natuurtalent op het gebied van politiek handwerk; hij wist kiezers aan zich te binden. In 2013 kozen partijleden hem, min of meer uit wanhoop over hun schijnbaar uitzichtloze situatie, tot partijleider.
De toenmalige premier, de Conservatief Stephen Harper, dacht niets te vrezen te hebben van Trudeau, die werd afgeschilderd als een losbol die toezicht van volwassenen nodig had. Zoals vaak tijdens zijn politieke loopbaan overtrof Trudeau die lage verwachtingen. Hij voerde een gesmeerde campagne voor de parlementsverkiezingen van 2015, met een belofte om een progressieve, idealistische visie van Canada nieuw leven in te blazen na het tienjarige bewind van Harper. Canadezen bleken bereid hem het voordeel van de twijfel te geven: Trudeau leidde de Liberalen naar één van de grootste verkiezingszeges uit hun geschiedenis.
Na de beëdiging behield Trudeau geruime tijd zijn glans. „Canada is terug” op het wereldtoneel, verklaarde hij, met een belofte weer een constructieve rol te spelen op het gebied van onder meer klimaatbeleid. Hij opende de deuren van Canada voor 25.000 Syrische vluchtelingen om het open en diverse karakter van het multiculturele land te bevestigen. Nadat de Amerikaanse president Donald Trump begin 2017 een inreisverbod afkondigde voor reizigers uit een aantal overwegend islamitische landen, schreef Trudeau op Twitter (nu X) dat vluchtelingen in Canada welkom bleven, ongeacht hun godsdienst – een boodschap die vele honderdduizenden keren werd gedeeld.
Internationaal boegbeeld
Met dergelijke acties groeide Trudeau uit tot een internationaal boegbeeld van openheid en tolerantie en een voorvechter van de liberale wereldorde. Canada stond onder Trudeau, tegen het tij van Trump en Brexit in, voor openheid ten aanzien van immigranten en vluchtelingen en internationale vrijhandel. Zo tekende Trudeau het omstreden handelsverdrag CETA met de Europese Unie. Hij verdedigde het vurig als „een progressief verdrag”, met oog voor de belangen van gewone burgers; volgens critici ging het evenwel „door op het neoliberale traject”.
Ook op binnenlands gebied droeg Trudeau progressief beleid uit, met onder meer de legalisering van kleine hoeveelheden cannabis voor recreatief gebruik, regulering van euthanasie en beperkingen op het bezit van semi-automatische vuurwapens. Hij brak echter een belofte om het Canadese kiesstelsel te hervormen. Eenmaal aan de macht met een ruime meerderheid, zag hij ervan af politiek kapitaal te besteden aan een dergelijke gecompliceerde missie.
Zijn kabinet liep een eerste grote deuk op toen , Jody Wilson-Raybould, in 2019 op dramatische wijze met hem brak. Wilson-Raybould, de eerste minister van Justitie van inheemse achtergrond, beschuldigde de premier en andere hoge regeringsfunctionarissen van ongepaste druk om haar te overreden een groot bouwbedrijf te sparen van rechtsvervolging, naar aanleiding van vermeende corrupte praktijken in het Libië van de voormalige leider Moammar Gaddafi.
De controverse, het eerste grote schandaal voor de regering-Trudeau, maakte een indruk van ouderwetse vuile-handenpolitiek, die indruiste tegen zijn belofte om het anders te doen. Maar ook ondergroef het ontslag van Wilson-Raybould het beeld van inclusiviteit van zijn kabinet. „Diversiteit betekent meer dan een foto maken met die mensen in je kabinet”, zei Denise Balkissoon, columnist van de krant The Globe and Mail, tegen NRC. „Het betekent naar hen luisteren, hun meningen serieus nemen en die integreren in de manier waarop je het land bestuurt. Ik denk dat dat moeilijk was voor Trudeau.”
Blackface-foto’s
Het deugdelijke imago van de premier ging nog veel verder door het slop toen in de aanloop naar de verkiezingen van 2019 oude foto’s van hem opdoken met een ‘blackface’ – een politieke doodzonde in Noord-Amerika. Op foto’s uit 2001 van een gekostumeerd bal op een privéschool in Vancouver, waar hij destijds lesgaf, was hij uitgedost als de Arabische sprookjesprins Aladdin, met donkere schmink. Trudeau bood allengs excuses aan. Hij gaf toe dat het niet de enige keer was dat hij donkere schmink heeft gedragen: tijdens zijn middelbare-schooljaren in Montreal had hij dat ook al eens gedaan. Ook een foto daarvan deed al snel de ronde.
De controverse bracht Trudeau in ernstige verlegenheid – en even leek het alsof zijn premierschap na één termijn zou eindigen. Maar hij won in oktober 2019 nipt de verkiezingen, zij het met een parlementaire minderheid. De ooit zo populaire premier begon dan ook danig verzwakt aan een tweede termijn. „Er was een sterk gevoel dat hij een stap terug moest doen, dat hij de eerste vier jaar waarschijnlijk overbelicht was”, zei biograaf Aaron Wherry tegen NRC.
Toen brak de coronapandemie aan. Trudeau, inmiddels met baard, trad juist verder op de voorgrond: tijdens de lockdowns gaf hij dagelijkse persconferenties over de situatie. Zijn regering kwam met grootschalige steunpakketten. En ondanks een wankel begin bij de aanschaf van vaccins, bereikte Canada de hoogste vaccinatiegraad onder landen van de G7. Dankzij die voortvarende aanpak, die door veel Canadezen werd gesteund, bouwde Trudeau weer een gestage voorsprong op in de peilingen.
Reden voor Trudeau om in de zomer van 2021 opnieuw verkiezingen uit te schrijven, in de hoop dat hij een electorale ‘coronabonus’ kon omzetten in een nieuw meerderheidsmandaat. Maar dat mislukte. Evenals in 2019 draaide de campagne uit op een moeizaam gevecht voor zijn politieke leven, en de de politieke verhoudingen in het Lagerhuis bleven nagenoeg ongewijzigd. Hoewel de uitslag op papier een zege was voor Trudeau, kwam hij politiek verzwakt uit de verkiezingsstrijd: hij bleek niet in staat opnieuw een meerderheidsmandaat te bereiken. De indruk ontstond dat hij mogelijk aan zijn laatste termijn begon.
Truckersprotesten
Korte tijd later kwam Trudeau voor de grootste uitdaging van zijn premierschap te staan: het truckersprotest tegen zijn regering van begin 2022. Die beweging begon als een konvooi van vrachtwagens uit protest tegen een vaccinatieplicht voor chauffeurs die de grens met de Verenigde Staten oversteken. Ze groeide uit tot een wekenlange, rumoerige blokkade van het centrum van de hoofdstad Ottawa door honderden truckers, waar de autoriteiten lange tijd geen greep op kregen. De betogers eisten een einde aan coronabeperkingen en het aftreden van Trudeau, die ze afschilderden als een dictator. Ze kregen bijval van Canadezen die de pandemie en Trudeau eveneens beu waren.
Trudeau wees deelnemers aan het protest af als een „marginale minderheid” met „onaanvaardbare opvattingen” die niet zouden worden gedeeld door de bredere bevolking. Maar onverwachts werden de Canadese truckers de boegbeelden van een internationale verzetbeweging tegen ‘tirannieke’ coronabeperkingen en de gevestigde politieke orde, die vooral op rechts enorm aansloeg. Trudeau werd het mikpunt van de betogers; bij het protest wemelde het van vlaggen met ‘F*ck Trudeau’.
Trudeau greep uiteindeijk naar een paardenmiddel om de blokkade van Ottawa te beëindigen: hij stelde een noodwet in werking, de Emergencies Act, een wet die nooit eerder was gebruikt. Daarmee deed zijn regering een beroep op speciale bevoegdheden voor de federale politie. Ook pakte het kabinet geldstromen naar de actievoerders aan via bevriezing van banktegoeden.
De stap was uiterst controversieel. In de ogen van zijn tegenstanders bevestigde de maatregel de dictatoriale neigingen die ze Trudeau toedichtten. Critici vonden dat de regering niet voldoende had aangetoond dat de crisis niet met reguliere wetten kon worden opgelost. De maatregel was wel effectief: na de afkondiging werden de vrachtwagens stuk voor stuk weggesleept uit de omgeving van het parlement.
Herverkiezing Trump
Vanaf toen kreeg Trudeau geduchte tegenstand. Zeker nadat de Conservatieve oppositie de jonge populist Pierre Poilievre als leider had gekozen. Die had de truckers tot op zekere hoogte gesteund en opende een niet-aflatende, meedogenloze aanval op de premier. Alles wat Canada volgens Poilievre mankeert, van criminaliteit en hoge kosten van het levensonderhoud tot woke beleid op het gebied van diversiteit en klimaat is volgens hem de schuld van Trudeau.
De premier sloot begin 2022 een parlementaire alliantie met een kleine oppositiepartij, de sociaaldemocratische NDP: die zegde steun toe in het Lagerhuis in ruil voor progressieve beleidspunten, onder meer op het gebied van gezondheidszorg en arbeidsrechten. Dat bezorgde Trudeau een werkbare maar wankele meerderheid.
Zijn politieke ondergang werd versneld door de herverkiezing van Donald Trump in de VS. Die dreigt invoerheffingen van 25 procent in te stellen op importen uit het buurland, een van de grootste handelspartners van de VS. Volgens Trump moet Canada meer doen om de instroom van migranten en drugs via de noordgrens tegen te gaan. Trumps plan dreigt de economie van Canada, dat ruim driekwart van zijn export naar de VS stuurt, in een recessie te storten. Oppositiepartijen en andere critici dringen aan op snelle verkiezingen, zodat een stabiele regering met een sterk mandaat met Trump kan onderhandelen. Trudeau heeft het politiek kapitaal en mandaat niet meer om dat te doen. Canadezen, die een voorkeur hebben voor leiders met enige bescheidenheid, waren klaar met zijn nadrukkelijke aanwezigheid en opzichtigheid. Hun geduld met de sterpremier was op.