Na zes jaar werd vastgoedondernemer Rudy Stroink vrijgesproken. ‘Ik denk nu vooral: wat een stelletje domoren’

Een minuut nadat ze op 14 augustus de uitspraak van het hof in Zwolle had gekregen, belde advocaat Carolien Noorduyn haar cliënt Saskia van Bohemen op. „Vrijspraak!”, schreeuwde ze door de telefoon. Van Bohemen kon het niet geloven. Ruim een week later nog steeds niet. „De eerste dagen liep ik rond met het gevoel dat we gebeld zouden worden dat het toch niet waar is.”

Willem Koops, de advocaat van haar echtgenoot Rudy Stroink, belde pas later die middag. Hij was op vakantie. „Hij was helemaal gelukkig. Ik was in tranen”, zegt Stroink. „Ik kwam niet uit mijn woorden. Hij zei: ik hang nu op, ik kan hier niet tegen.”

Begin jaren 2000 had niemand kunnen vermoeden dat Rudy Stroink ooit veroordeeld zou worden voor omkoping. Hij genoot landelijke bekendheid als de oprichter van de succesvolle vastgoedontwikkelaar TCN. Van Bohemen was er ook werkzaam als vastgoedontwikkelaar en later als directeur van drie datacenters. Tot 2008 stond Stroink in de Quote 500 als een van de meest vermogende Nederlanders. In de portefeuille van TCN zaten blikvangers als het conventiecentrum World Forum in Den Haag en het Hilversumse Mediapark – dat Stroink naar eigen zeggen kocht na een gesprek van een kwartier. Stroink kende iedereen in de vastgoedwereld. Hij vloog als piloot in zijn eigen bedrijfsvliegtuig, een Piaggio Avanti, ‘de jongens’ heen en weer naar ’s werelds grootste vastgoedbeurs MIPIM in Cannes. „Dat vond je leuker dan de beurs zelf”, aldus Van Bohemen.

Aan het eind van het eerste decennium van deze eeuw kwam de vastgoedsector in kwaad daglicht te staan door een reeks schandalen, waaronder de Bouwfraude. Vastgoedmanagers kwamen voor de rechter wegens schimmige deals en zelfverrijking.

Stroink stond in die jaren juist bekend als een moraalridder, die weigerde mee te werken aan dit soort praktijken. Hij was de oprichter van de commissie integriteit van Neprom, de belangenorganisatie van projectontwikkelaars. Van journalisten kreeg hij – overigens tegen wil en dank, zo zegt hij nu – de bijnaam Mr. Clean opgeplakt. Stroink benadrukte meermaals in interviews dat hij niet louter voor de poen in het vastgoed zat, maar om duurzaam te ondernemen en de wereld ook wat beter te maken. Hij was kritisch op gemeenten en projectontwikkelaars die puur om het rendement gebouwen neerzetten, maar de menselijkheid in kantoorwijken uit het oog hadden verloren. Hij drong aan op sloop van kantoorkolossen.

Tijdens de financiële crisis in 2008 liet hij zich volgen door een cameraploeg van VPRO-programma Tegenlicht. Hij was de eerste die waarschuwde voor een afrekening in de vastgoedbranche, woorden die veel andere projectontwikkelaars niet konden waarderen. Ook TCN zelf overleefde het niet; in 2012 ging Stroinks vastgoedbedrijf failliet.

En toen stond in december 2015 in de vroege morgen ineens de politie bij het stel voor de deur. Ze werden verdacht van omkoping van een Amerikaanse Google-manager, valsheid in geschrifte en witwassen. Met deze Simon Tusha hadden ze in 2008 onderhandeld over miljoenencontracten rond de verhuur van datacentra in en rond Groningen aan Google.

Stroink benadrukte meermaals in interviews dat hij niet louter voor de poen in het vastgoed zat, maar om duurzaam te ondernemen en de wereld ook wat beter te maken

Hun vervolging lekte uit naar het FD. Andere media sprongen ook boven op deze smeuïge zaak. Plots stonden er in kranten koppen als ‘Geweten van de vastgoedmarkt zelf verdachte’. Er was leedvermaak bij sommige voormalige concurrenten. Had ook de Mr Clean uit de vastgoedwereld dan vuile handen?

Drie jaar later werden Stroink en Van Bohemen door de rechtbank tot voorwaardelijke celstraffen van negen en zes maanden veroordeeld voor omkoping en valsheid in geschrifte, met taakstraffen van 240 en 180 uur. Ze gingen in hoger beroep, maar mede door corona duurde het zes jaar voor het gerechtshof hun zaak behandelde. En nu is er ineens vrijspraak en is hun naam formeel gezuiverd. Maar de berokkende schade is daarmee niet ongedaan gemaakt. Volgens naasten voelde Stroink zich vooral gekwetst omdat „zijn eerlijkheid in twijfel was getrokken”.

Voor een terugblik op de afgelopen negen jaar ontvangt het echtpaar op een boerderij onder Utrecht, vlak bij de dijk langs de Lek, met uitzicht op een weide vol schapen. Op het erf van het opgegeven huisnummer staan een oude woonboerderij en een tweede huisje met een klein gastenverblijf achterin. Stroink en Van Bohemen wonen in dat gastenverblijf. Een appartementje met enkele Pastoe-meubels en een opvallend schilderij van Herman Brood aan de muur. „De boerderij is van vrienden van ons”, vertelt Stroink. „Na de verkoop van ons huis had ik ze gevraagd of we hier even tijdelijk mochten zitten. Dat is iets langer geworden met de vier jaar dat we hier nu wonen.”

Foto Merlin Daleman

In het eerste kwartier van het gesprek sommen de twee een aantal voorbeelden op van hoe ze zich voortdurend publiekelijk veroordeeld hebben gevoeld sinds hun vervolging in 2015 bekend werd. Zo was Stroink van de ene op de andere dag niet langer welkom bij de universiteit waar hij doceerde. Branchevereniging Neprom liet hem als bestuurslid vallen. Er kwamen mailtjes en telefoontjes van mensen die hem zeiden „wat voor klootzak hij wel niet was”. Hoewel er nog geen veroordeling was, zette een regionaal investeringsfonds een streep door een financieringsaanvraag van Van Bohemen.

Na de daadwerkelijke veroordeling in 2018 werd een van hun rekeningen door de bank opgezegd. Verzekeringen afsluiten bleek niet langer mogelijk, net als het hebben van een creditcard. Met hun strafblad konden ze niet meer de zus van Saskia in de VS opzoeken, omdat ze niet zouden worden toegelaten. Ze verkochten hun huis in het centrum van Utrecht, een omgebouwde brouwerij aan de Oudegracht. Voor de koop van een nieuw huis konden ze daarna geen hypotheek meer krijgen.

Hoe gaat het nu met jullie na de uitspraak?

Stroink: „Ik voel me vijftig kilo lichter. We hebben nu pas door hoe zeer deze zaak ons leven bepaalde. We zijn allebei van nature optimistische mensen die altijd weer vooruitkijken. Maar de afgelopen negen jaar waren er elke dag wel een of meer momenten dat je aan de zaak denkt. Elk gesprek dat je voert, ben je bang dat mensen erover beginnen.”

Ze willen samen het gesprek voeren. „Ik snap wel dat Rudy de hoofdpersoon is”, zegt Van Bohemen terwijl ze de koffie serveert. „Hij is bekender. Maar mij wordt nooit iets gevraagd, terwijl wij samen hetzelfde probleem hadden.” Stroink: „De tragiek van de situatie is dat Saskia erin getrokken is. Binnen TCN zijn wel vijftien mensen bezig geweest met de transactie met Google. Zo’n project van 100 miljoen euro doen wij echt niet met zijn tweeën. Maar alleen wij zijn eruit gepikt. Waarschijnlijk omdat wij een relatie hebben.”

Elk gesprek dat je voert, ben je bang dat mensen erover beginnen

Rudy Stroink

Na het nieuws over de vrijspraak kwamen ook plots weer appjes van mensen van wie ze zes jaar niets hadden gehoord. „Als je wint, heb je vrienden”, schampert Van Bohemen: „Dan luisteren ze in één keer wel weer. Dan denk ik: nou doei.”

Hebben jullie die mensen nog geantwoord?

Van Bohemen: „We hebben dankjewel gezegd.”

Tijdens het gesprek is met name Rudy Stroink aan het woord. Hij spreekt bedachtzaam, met zachte stem. Van Bohemen is scherp en gedecideerd, en vult haar man geregeld aan („dat was de vraag niet, wel opletten hè!”). In de drie jaar als verdachten en zes jaar als veroordeelden, bleven ze hecht samenwerken – terwijl hun rijke sociale leven inkromp en de vastgoedwereld ze de rug toekeerde.

Hij: „Maar wel belangrijk: we zijn niet zielig. We gaan niet in een hoekje zitten huilen of stilzitten. Gelukkig hebben we een groepje echt goede vrienden.” Als ze hardop tellen, komen ze op drie of vier namen van stellen.

„En jouw kinderen”, zegt zij.

Hij: „En we hebben veel aan elkaar. Al zetten ze ons in een hutje op de hei, we komen er samen altijd wel uit.”

Politie-inval in de ochtend

Het voelt voor Stroink en Van Bohemen alsof ze „ongewild de hoofdpersonen in een Netflix-serie zijn geworden”. Die serie begint merkwaardig genoeg met een onderzoek van de FBI vanaf 2015 naar witwaspraktijken met drugsgeld in de Amerikaanse stad Pittsburgh. In dat onderzoek duiken de namen op van voormalig Google-manager Simon Tusha en van ene Howard Weinberg. Weinberg was een tussenpersoon die ook in 2008 en 2009 onderhandelde tussen Stroinks vastgoedbedrijf TCN en Google, rond de verhuur van datacentra van TCN bij Groningen en in de Eemshaven aan Google.

Voor TCN was het contract met Google van levensbelang. De techgigant zou een huurcontract voor datacentra in Groningen en de Eemshaven willen verlengen. Het ging om bijna 100 miljoen euro – die voor TCN keihard nodig waren om te overleven. Tusha bemiddelde voor Google. Stroink beschrijft de Amerikaan als „intimiderend”. Een spijkerharde onderhandelaar die door de telefoon kon schreeuwen als hij niet kreeg wat hij wilde.

Op aandringen van Tusha gingen de onderhandelingen met TCN via een Amerikaanse tussenpersoon, hij introduceerde zelf Weinberg bij Stroink. „Google huurde al bij ons, en omdat het op het scherpst van de snede ging, wil je niet dat zo’n onderhandeling de relatie mogelijk zou beschadigen.”

Nadat de transactie was afgerond, ontving Weinberg hiervoor zijn vergoeding. Tot zover lijkt alles juridisch nog in orde.

Totdat in het onderzoek in Pittsburgh van de FBI naar het witwassen van drugsgelden waarbij Weinberg betrokken blijkt, ook naar boven komt dat Weinberg in het geheim 1,7 miljoen euro van zijn vergoeding van TCN via belastingparadijzen doorsluisde naar Tusha. Ook Tusha wordt opgepakt en onderzocht. Voor de FBI lijkt het alsof Stroink – die met de drugszaak niets te maken heeft – in het geheim smeergeld aan Tusha betaalde om het waardevolle contract met Google te bemachtigen. En dat is ook wat Tusha tegenover de Amerikaanse aanklagers verklaart, in ruil voor strafvermindering. Zijn celstraf wordt meer dan gehalveerd, naar 21 maanden cel.

Door een rechtshulpverzoek van de Amerikaanse justitie komt Stroink ook bij het Nederlandse OM in beeld, dat een eigen onderzoek begint naar ‘Mr. Clean’. In december 2015 staat de politie ’s ochtends bij Stroink en Van Bohemen op de stoep aan de Utrechtse Oudegracht. Stroink wordt meteen aangehouden, en ook Van Bohemen is verdachte. „Ik stond nog onder de douche”, vertelt Van Bohemen. „We moesten direct mee.” De twee worden van elkaar gescheiden. Hij zit één nacht vast, zij twee nachten.

Rudy Stroink en zijn vrouw Saskia van Bohemen.
Foto Merlin Daleman

Ook als het stel weer op vrije voeten is, gaat het OM volop door met de bewijsgaring. Op de avond na de vrijlating van Van Bohemen wordt het stel geschaduwd wanneer ze in Utrecht uit eten gaan („bij restaurant De Rechtbank, ook dat nog”). Ook op latere gelegenheden worden Stroink en Van Bohemen afgeluisterd. „Tot onze bruiloft aan toe.” Als ze hun auto willen verkopen, blijkt die volgehangen met afluisterapparatuur.

Uit het strafdossier blijkt volgens Van Bohemen dat er zo’n 1.800 uur aan audiomateriaal is verzameld. Ze heeft een heel deel terug geluisterd. Stroink: „En dan zou het gaan om iets als niet-ambtelijke omkoping. Ik denk nu vooral: wat een stelletje domoren. Had ons nou eerst aan tafel gevraagd om te vertellen wat er aan de hand was! Nu hebben ze ons beetgepakt en meegenomen, waarop onze toenmalige advocaten adviseerden om niets te zeggen. En dat werd hun standaardadvies, helaas. Als een sneeuwbal werd onze zaak alleen maar groter. ‘Let op met wat je aan de telefoon zegt. Let op tegen wie je praat.’

„Ik kan niet beoordelen hoe zwaar het misdrijf was dat ze bij het OM in hun hoofd hadden. Misschien dachten ze dat er een drugsconnectie was. Dat ze eindelijk konden vaststellen dat het Nederlandse vastgoed werd gefinancierd door drugsgeld.”

Wanneer het over de politieverhoren gaat, kijkt Stroink even weg. „Het komt weer even boven, merk ik. Dit was een heftige periode.”


Lees ook

Staat het Google-datacentrum in Groningen dankzij omkoping?

De koelinstallatie van het datacentrum van Google in Changhua, Taiwan.

Als drie jaar na hun arrestatie de zaak in 2018 voorkomt bij de rechtbank, is de centrale vraag: wist Rudy Stroink dat de betaling aan Weinberg in werkelijkheid voor een belangrijk deel naar Google-directeur Simon Tusha ging? Ja, oordeelt de rechtbank op basis van het door het OM voorgelegde bewijs. Dat leunt sterk op de verklaringen van Tusha en Weinberg, die ze deden in ruil voor strafvermindering. Hoewel getuigen van de gesprekken tussen Stroink en de Amerikanen een andere lezing geven, gaat de rechtbank in 2018 mee in het verhaal van de Google-directeur.

Als aanvullend bewijs worden e-mails aangehaald, die volgens de rechtbank ondanks verhullend taalgebruik aantonen dat Stroink op de hoogte was van de betaling van smeergeld. Ook een fragment uit de eerdergenoemde VPRO-documentaire accepteert de rechtbank als bewijs. In dat fragment zegt Stroink aan de telefoon een onbekend iemand een ‘fee’ toe.

Het is deze zomer zes jaar na de veroordeling als het gerechtshof Stroink en Van Bohemen in hoger beroep alsnog vrijspreekt. Het hof stelt dat het OM niet voldoende bewijs levert voor een veroordeling voor omkoping, valsheid in geschrifte en witwassen. Juist omdat de twee Amerikanen hun verklaringen aflegden in ruil voor strafvermindering, is er stevig aanvullend bewijs nodig. Maar dat zien de rechters niet. Dat andere getuigen Weinberg en Tusha tegenspreken, weegt zwaar voor het hof.

De rechters vinden het niet aannemelijk dat Stroink steekpenningen zou hebben aangeboden aan een man die hij nauwelijks kende. Ook vindt het hof dat de Nederlandse vastgoedmanager voldoende aanleiding had om te vooronderstellen dat Weinberg zijn rol als onafhankelijk tussenpersoon zo ook invulde. Van het VPRO-fragment vindt het hof niet duidelijk of Stroink daarin met Tusha of met heel iemand anders in gesprek is. Wel hadden Stroink en Van Bohemen beter moeten opletten, zo stellen de rechters in hun uitspraak.

Zijn jullie naïef geweest? Hadden jullie inderdaad kunnen vermoeden dat hier iets scheef zat en zelf meer onderzoek moeten doen?

Hij: „Ja. We lopen er niet voor weg dat we steken hebben laten vallen. Achteraf gezien hadden we natuurlijk alerter moeten zijn. Google wilde het onderste uit de kan halen bij deze deal. En wij wilden alles doen om het faillissement van TCN te voorkomen. Deze deal was daar heel belangrijk bij. We wilden voorkomen dat er ruzie zou komen.”

Hebben jullie nog iets van deze hele zaak geleerd?

Van Bohemen: „Ik gooi nooit meer mails weg. Wij leggen ook alles vast wat we afspreken. En ik zal nu nooit meer een e-mail beginnen met ‘beste’. Ons is verweten dat zo’n aanhef veel te amicaal is. Tenzij mijn mail aan familie of hele goede vrienden is gericht, is het ‘goedemorgen’ of ‘goedemiddag.’”

Pastoe als reddingsboei

In de periode van de aanklacht waren Stroink en Van Bohemen ook al betrokken bij Pastoe – de Utrechtse meubelmaker die op dat moment al in zwaar weer zat. Het begon met een interim-adviesklus in 2014, tot Stroink een jaar later eindverantwoordelijke werd in de fabriek. Doordat TCN was weggevallen stortte het echtpaar zich zeven dagen per week op Pastoe.

Ik gooi nooit meer mails weg. Wij leggen ook alles vast wat we afspreken

Saskia van Bohemen

Maar vorig jaar ging ook dat bedrijf failliet. In de coronacrisis kwam het in financiële problemen omdat materialen niet op tijd geleverd werden en meubels te laat bij de klant kwamen. Stroink: „We hadden Pastoe daarvoor net in de goede richting weten te duwen.”

Van Bohemen: „We kregen van de banken geen herfinanciering voor het bedrijf. Omdat we dat strafblad nog hadden.”

Was Pastoe een uitvlucht voor jullie?

Stroink: „We waren er dag en nacht mee bezig, dus daar zou je wel een soort vlucht in kunnen zien. Maar Pastoe was ook onze kans om te bewijzen dat we wél deugden. Er sloop een soort fanatisme in: dit móét lukken. Het faillissement was wel een klap, ja. Ik zal nooit zeggen dat het niet ook aan ons heeft gelegen. Maar we hebben wel veel pech gehad.”

Wat is moeilijker, na een faillissement of na een veroordeling verdergaan?

Van Bohemen: „Als een bedrijf failliet gaat, kun je zeggen: dit en dat heb je slecht gedaan. En dan ga je door. Bij een veroordeling heb je een stempel op je gedrukt gekregen. Je hebt een strafblad. Dat gaat niet meer weg.”

Ze willen nu vooral vooruitkijken. Het OM heeft besloten om niet in cassatie te gaan en geeft verder geen commentaar meer op deze zaak. Zelf gaat het stel geen schadevergoeding vragen. Stroink: „Dan zitten we weer jaren vast in ellende van allemaal procedures.”

Rudy Stroink werd nog voor de vrijspraak gevraagd als adviseur door het Twentse bedrijf Entweder, dat inzet op ontwikkeling van innovatieve kantoren, en is betrokken bij de oprichting van een 3D-printing-fabriek in Eindhoven.

Saskia van Bohemen wist sinds Pastoe niet waar ze heen moest met haar energie en ging fanatiek steppen. Ze solliciteerde volop, maar kreeg telkens nul op het rekest zodra degene tegenover haar een Google-zoekopdracht gedaan had. „En dan werden ze vaak nog boos ook, dat ik dat niet meteen verteld had.” Sinds begin september is ze interim-directeur bij Bow Systems, een dochterbedrijf van Entweder.

Nu een hypotheek weer tot de mogelijkheden zou moeten horen, zullen ze het gastenverblijf bij hun vrienden verlaten. „Nee, we gaan niet terug naar de stad. Dan verhuizen we naar een plek als deze. In de anonimiteit.”

Al is het doel om met zo’n vijf jaar te emigreren. Weg uit Nederland.

Hij: „In het buitenland zijn we een onbeschreven blad. Vrienden van ons zijn naar Zuid-Afrika gegaan en zijn daar bezig met projecten in townships. Dat zouden wij ook graag gaan doen. Dat klinkt heel idealistisch. Maar daar kennen ze ons niet.”

Rudy Stroink

Tijdens zijn studie bouwkunde aan de TU Delft was Rudy Stroink (68) actief in de krakersbeweging. Na zijn afstuderen in 1981 was hij mede-oprichter van architectenbureau Villanova. In 1985 vertrok hij naar de VS en vestigde zich als zelfstandig vastgoedontwikkelaar in Los Angeles. Hij richtte na zijn terugkeer naar Nederland in 1991 projectontwikkelaar TCN op, dat onder andere eigenaar was van het Mediapark in Hilversum en het congrescentrum World Forum in Den Haag. In 2012 ging TCN failliet.
Stroink was tijdens de periode dat hij TCN leidde ook bestuurslid van belangenvereniging Neprom, oprichter van de Ontwikkelingsmaatschappij Provincie Utrecht en adviseur van de gemeenten Amsterdam en Rotterdam.
In 2012 richtte hij het bedrijf Dutch Spring op, waarmee hij bedrijven adviseerde. Zo raakte hij betrokken bij Pastoe. Stroink werkt nu als coach van de Twentse kantoorontwikkelaar Entweder en van Definition Technologies in Eindhoven.

Saskia van Bohemen

Saskia van Bohemen (57) haalde een MBA aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en een master in real estate aan de Universiteit van Amsterdam. Ze begon na haar studie in 1992 bij TCN als vastgoedontwikkelaar. Later was ze binnen dat bedrijf directeur van de divisies winkels en ‘gemengde’ ontwikkelingen. In de laatste jaren van TCN was ze directeur van de datacentra in Hilversum, Groningen en de Eemshaven. Van 2013 tot 2020 was ze eigenaar van twee eigen bedrijven, in wandconcepten en koelsystemen. Van 2020 tot het faillissement was ze operationeel directeur van Pastoe. Sinds begin deze maand werkt ze als interim-directeur voor Bow Systems, dat gespecialiseerd is in kantoorontwikkeling.