Na weggestemd pensioen-amendement heeft NSC-Kamerlid Joseph een slag verloren, maar de oorlog nog niet

Agnes Joseph (45) had deze week een bittere pil te slikken. Het NSC-Tweede Kamerlid zag hoe haar amendement om inspraak te regelen bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel nipt werd weggestemd: 73 Kamerleden waren tegen, 72 voor. Joseph werkte jarenlang als actuaris (verzekeringswiskundige) aan de administratie van pensioendeelnemers, maar verliet de sector omdat ze grote risico’s voorzag bij het nieuwe pensioenstelsel. Ze wilde niet langer sommen maken die volgens haar „too good to be true” waren, ze wilde „niet wegkijken”, maar het nieuwe stelsel helpen verbeteren.

Hoe belandt een wiskundige uit de pensioensector in de Tweede Kamer?

Joseph deelde ooit een werkkamer met Pieter Omtzigt aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze beiden als onderzoeker werkten. Omtzigt stapte vervolgens over naar de politiek en Joseph zette haar wiskundeknobbel in voor de pensioensector. Hoewel hun professionele wegen zich scheidden, hield Joseph altijd contact met Omtzigt, die net als zij kritisch tegenover het nieuwe stelsel stond. Na de oprichting van NSC maakte ook Joseph de gang naar Den Haag. Het viel haar best zwaar, erkende ze in een recent Kamerdebat. Ze verloor niet alleen haar droombaan, maar ook tijd voor haar gezin. In plaats daarvan lag ze „dagelijks onder een vergrootglas”. „Maar ik kon er gewoon niet meer tegen”, zei ze in haar maiden-speech in de Tweede Kamer.

Hoe verging het haar tot dusverre in de politiek?

Joseph wilde niet wegkijken, maar moest aanvankelijk toch een tijd op haar handen zitten. In de coalitie was namelijk afgesproken pensioenen een tijd lang met rust te laten. Toen die periode was verstreken, wist Joseph direct de Haagse schijnwerpers op zich gericht. Ze presenteerde een reeks plannen, waarin ze er onder meer voor pleitte inspraak in de overgang naar het nieuwe stelsel via referenda mogelijk te maken. Het kwam haar op een storm van kritiek te staan, van pensioenfondsen, toezichthouders en de Raad van State, die de plannen „onvoldoende doordacht” noemde. Joseph was er ogenschijnlijk niet van onder de indruk. Wel deed ze verschillende aanpassingen, door meer nadruk te leggen op de mogelijkeid van individueel bezwaarrecht. Maar die konden haar politieke tegenstanders uiteindelijk niet overtuigen.

Waarom vindt Joseph inspraak zo belangrijk?

Joseph vindt dat mensen zelf moeten mogen bepalen of ze willen overstappen van de bestaande pensioenopbouw naar het nieuwe stelsel. Het pensioen kan daarin eerder schommelen en levert door de manier waarop de transitie is geregeld volgens Joseph risico’s op voor de bestaanszekerheid van miljoenen mensen. Over zulke grote veranderingen moeten mensen zelf iets te zeggen hebben, legde ze steeds uit.

Hoe is er op de stemming gereageerd? En hoe nu verder?

Vanuit de pensioensector klonken vooral opgeluchte geluiden. Ook Josephs partijgenoot minister Eddy Van Hijum (Sociale Zaken) was blij dat de onzekerheid die het voorstel teweeg had gebracht achter de rug was. Joseph zelf noemde het „enorm spijtig” dat haar voorstel was verworpen. Toch valt er volgens haar nog genoeg te verbeteren aan het nieuwe stelstel. Ze boekte sindsdien ook al een klein succesje: een motie om communicatie over het nieuw stelsel aan te scherpen en om meer op de risico’s in het nieuws stelsel te wijzen, werd wél aangenomen. Voor Joseph mag de eerste slag dan verloren zijn, de oorlog is dat zeker niet.