Na weer een renteverlaging van de ECB rijst de vraag: waar komt de rente volgend jaar te liggen?

Het juiste rentepeil bepalen, makkelijk is het nooit. Centrale bankiers moeten inschatten hoe de inflatie en de economische groei zich zullen gedragen. Wanneer de centrale bank draait aan de renteknop om de inflatie te sturen, wordt het effect daarvan pas maande later voelbaar.

Extra lastig wordt het wanneer, zoals nu, de politieke onzekerheid groot is. Zal Donald Trump Europa treffen met drastische invoerheffingen, waardoor exportlanden als Duitsland en Nederland klappen krijgen? Of zal Trump juist China in het vizier nemen met die heffingen? Dan kan China zijn export naar de EU gaan verleggen. En dan kunnen goedkope Chinese spullen het Europese prijspeil doen dalen.

Tegen deze achtergrond vergaderde donderdag het bestuur van de Europese Centrale Bank in Frankfurt. De ECB moet ook rekening houden met onzekerheid in de eurozone zelf. Wil Frankrijk zijn begroting op orde brengen? Dan moet het land fors bezuinigen, wat de bbp-groei zal drukken. Of explodeert de Franse staatsschuld verder? Dan groeit het risico op onrust op de financiële markten.

De centrale bank besloot het belangrijkste ECB-rentetarief, de depositorente voor banken, te verlagen van 3,25 naar 3 procent. Sinds juni, toen de ECB begon de rente terug te schroeven, is het depositotarief met in totaal 1 procentpunt gedaald.

De reden: de inflatiedruk in de eurozone neemt naar overtuiging van de centrale bank verder af. „We zijn een heel eind gekomen”, aldus ECB-president Christine Lagarde in een persconferentie na het besluit.

Inflatieverwachting is gunstig

De ECB streeft naar een inflatie van 2 procent, die daar ook blijft. Vorige maand lag het inflatiecijfer op 2,3 procent op jaarbasis. De centrale bank verwacht dat de inflatie voor het hele jaar 2024 uitkomt op 2,4 procent, om volgend jaar te dalen naar 2,1 procent, en in 2026 naar 1,9 procent. Vanwege strengere emissieregels die in 2027 in de EU in werking treden, zou de inflatie dan weer wat aantrekken, naar 2,1 procent.

Via de rente pogen centrale banken de inflatie te sturen. Om de gierende inflatie van 2021-2022 af te remmen, verhoogde de ECB de rente met meerdere procentpunten. Bij een hoge rente kunnen burgers en bedrijven moeilijker geld lenen. Dat remt de economie af – en uiteindelijk de prijsstijgingen. Na een inflatiepiek van ruim 10 procent in oktober 2022 zette de daling in. Inmiddels is het doel van 2 procent in zicht.

En dus is het thema op de financiële markten: ECB-renteverlagingen. Menig belegger vraagt zich af: hoe snel kan de rente volgend jaar verder omlaag? En tot hoe ver?

Compromis binnen bestuur

Wat pleit voor voorzichtigheid van de ECB is dat de zogeheten kerninflatie, waar de wispelturige energie-en voedselprijzen uit zijn gefilterd, de laatste maanden blijft steken op 2,7 procent. Die kerninflatie wordt gezien als indicator van de onderliggende inflatiedruk. Vooral de inflatie in de dienstensector blijft met 4 procent hoog, zei Lagarde.

Wat zou pleiten voor juist méér tempo bij de ECB-renteverlagingen is dat de economie van de eurozone, die toch al matig presteert, de laatste maanden afkoelt. Dan helpt het niet echt als de centrale bank op het economische rempedaal trapt met hoge rentetarieven. Enkele bestuursleden opperden donderdag de rente met 0,5 procentpunt te verlagen – maar uiteindelijk schaarde iedereen zich achter de beperktere verlaging.

Een compromis werd gevonden door uit de verklaring bij het rentebesluit te schrappen dat de rentestand de komende tijd nog „restrictief” moet zijn, oftewel: dat de rentestand hoog moet zijn om economie en de inflatie af te remmen. Dit stond bij de vorige vergadering, in oktober, nog wel in de verklaring.

Waar ligt de ‘neutrale’ rente?

Een depositorente van 3 procent werkt nog restrictief, zei Lagarde. Dat suggereert dus verdere renteverlagingen in het nieuwe jaar. Waar precies de ‘neutrale’ rente ligt – waar economie en inflatie noch worden geremd, noch worden aangejaagd – zal het bestuur de komende tijd bespreken, zei ze. Eerder schatten ECB-economen in dat deze ‘neutrale’ rente ligt tussen de 1,75 en 2,5 procent.

En al die risico’s, van Trump tot de politieke onzekerheid in Frankrijk (waar de regering is gevallen) en in Duitsland (waar in februari verkiezingen plaatsvinden)? Lagarde sprak er alleen in algemene termen over. Eigenlijk zei ze: wij weten ook niet hoe het allemaal zal uitpakken.

Voor beleggers blijft het de komende tijd daarom gissen waar de renteverlagingen van de ECB eindigen. Lagarde wilde zich nergens op vastleggen. „We beslissen per vergadering”, aldus de voorzitter.


Lees ook

De rente wordt lager dan goed voor ons is

De rente wordt lager dan goed voor ons is