Na een Russische drone-aanval horen de Roemeniërs het gehuil aan de overkant van de Donau

Reportage

Oorlog Oekraïne Rusland wil met drones de haven van Izmajil, een van de twee die Oekraïne nog volop in gebruik heeft, uitschakelen. Aan de overkant van de Donau, in NAVO-land Roemenië, krijgen ze alles mee. „Vóór de oorlog vierden ze feestjes op schepen in de rivier.”

Vrachtwagenchauffeurs bij het Oekraïense havenstadje Reni. Aan de overkant ligt Roemenië.
Vrachtwagenchauffeurs bij het Oekraïense havenstadje Reni. Aan de overkant ligt Roemenië. Foto Kostyantyn Chernichkin

Bij het Roemeense dorpje Plauru is de Donau-rivier maar 300 meter breed. Aan de overkant ligt Izmajil, een van de laatste Oekraïense havens vanuit waar nog graan over zee kan worden vervoerd. Overdag hoor je in Plauru de Oekraïense havenmachines brommen en de kerkbellen rinkelen. Je ziet de Oekraïense mannen op de kade aan het werk. ’s Nachts hoor je het geronk van aanvalsdrones, dreigend als een kettingzaag, en de daaropvolgende explosies. Deze week alleen al stuurde Rusland tientallen drones af op Izmajil. Midden in het water ligt de grens tussen een land in oorlog en het NAVO-en EU-lid Roemenië.

„We zijn gewend geraakt aan de drones”, zegt Alexander Toardu, grijze stekeltjes en dikke zwarte wenkbrauwen. Bij het enige levensmiddelenwinkeltje in Plauru drinkt hij ’s ochtends een biertje. „We hebben hier meer last van de muggen.” Bang dat zijn eigen huis wordt getroffen is hij niet echt. „Ze willen de Oekraïense haven raken. Ze hebben het gemunt op strategische plekken. Ze gaan toch geen dure drone van 2.000 of 3.000 euro op mijn huisje gooien?”

De afgelopen maanden zijn ze aan de Roemeense zijde van de Donau niettemin wel drie keer opgeschrikt door vallende Russische drones. Of ze daar zelf zijn neergestort of als gevolg van Oekraïens afweergeschut is niet duidelijk, maar de brokstukken roepen wel een hoop ongemakkelijke vragen op. Artikel 5 van het NAVO-handvest stelt immers dat een aanval op één lidstaat een aanval op allen is. Toen er vorig jaar november twee doden vielen bij een raketinslag in het Poolse grensdorp Przewodow, lag de vraag meteen op tafel: wordt het militaire bondgenootschap alsnog de oorlog in getrokken? Na de verklaring dat de inslag was veroorzaakt door Oekraïens luchtafweergeschut ging er een zucht van verlichting door Washington en Europese hoofdsteden.

Nu is Izmajil de plek waar de zelfbeheersing van de NAVO wordt getest, zeker sinds Rusland begin augustus de aanval opende op de Oekraïense havenstad. Afgelopen week alleen al werden tientallen Russische droneaanvallen uitgevoerd. In het natuurgebied vlak buiten Plauru stortten recent twee drones van Iraanse makelij neer.

„Ik denk vaak aan de mensen aan de overkant”, zegt Toardu. Het ochtendbiertje is al halverwege. Zijn gezicht vertrekt alsof hij pijn heeft. „Je hoort de explosies. Soms hoor je het gegil. Eén keer was er ’s nachts een grote aanval. Toen hoorde je ze aan de overkant huilen.”

Schepen op de Donau in de buurt van Izmajil. Foto Kostyantyn Chernichkin

Handelsfront

De dichtstbijzijnde grensovergang naar Oekraïne is de veerpont vanuit Isaccea, op meer dan anderhalf uur rijden. Die kwam afgelopen dinsdag stil te liggen, door een nachtelijke aanval op de grenspost. Op videobeelden is een gigantische vuurbal te zien. Zonder veerpont duurt de rit van Plauru naar Izmajil opeens meer dan zes uur. Je moet flink omrijden, via Moldavië. Maar een dag later vaart de boot weer. In Orlivka, aan Oekraïense zijde, ruikt het nog naar vuur. De verbrande inhoud van de vrachtwagens is bijeengeveegd. Er ligt een stapel tapijten en een berg zwartgeblakerde verpakkingen met vochtig toiletpapier. De paspoortcontrole gebeurt vanachter een gebarsten raam.

Wie Izmajil binnenrijdt komt, verrassend, in een groene oase terecht met brede stoepen en bomen langs de weg. Op logisitiek gebied is dit een van de laatste kroonjuwelen van Oekraïne. Izmajil is één van de twee nog volop opererende havens van Oekraïne. Vóór de oorlog waren dat er veertien en was het stadje zeker geen koploper. In het asfalt richting Izmajil zitten diepe geulen van de zwaar met graan beladen vrachtwagens die naar het zuiden rijden. Sommige inwoners klagen over de onophoudelijke stroom trucks die de weg ruïneren en woningen laten trillen. Maar bedrijven in de stad hebben veel profijt van deze nieuwe rol voor Izmajil. In het centrum staan opvallend veel nieuwe auto’s geparkeerd. Izmajil is gevaarlijker geworden, maar ook rijker.

Ondanks de oorlog produceerde Oekraïne dit jaar 35,2 miljoen ton nieuwe oogst: 29,5 miljoen ton graan en 5,7 miljoen ton ‘oliegewassen’ zoals raapzaad en zonnebloem. In vredestijd werden de Oekraïense oogsten over zee geëxporteerd, maar nu houdt Rusland de havens aan de Zwarte Zee onder schot. Dankzij de Donau, en met een klein hoekje van het Oekraïense Zwarte Zeegebied, kan Oekraïne tóch nog in bulk over zee vervoeren.

„Wij zijn het handelsfront”, zegt transportondernemer Naum (75) uit Izmajil. Sinds 1994 organiseert zijn transportbedrijf Danube Logistics Center graan- en productleveringen van deur tot deur. Hij zit achter het stuur van zijn auto, een Toyota SUV die nieuw ruikt. „Hij komt net uit de winkel.” Naum wil „vanwege de oorlog” niet met zijn achternaam in de krant. Langs hem rijden vrachtwagens naar de haven. Gele graankorrels stuiven erachteraan over de weg.

In 2017 deed hij het bedrijf over aan zijn zoon, maar door de oorlog staat hij nu zelf weer aan het roer. „Er moet gewerkt worden”, zegt Naum. Zijn zoon, vertelt hij, ondergaat een medische behandeling in het buitenland.

De haven van Izmajil stamt uit de Sovjettijd. „Het was een kolossaal monster”, zegt Naum, die al bijna zijn hele leven in de stad woont. „De haven is gebouwd voor het vervoer van 6 miljoen ton per jaar. Nu werkt zij boven haar capaciteit: 7 miljoen ton.” De drone-aanvallen verbazen hem niet. „Ik wist wel dat het ook hier zou komen. De Sovjet-Unie was een discriminerende staat, waar ik als jood geen carrière kon maken. Onze vrijheid kregen we gratis, dertig jaar lang hoefden we er niet voor te betalen. De rekening komt nu.”

Naums manager Anna werkt al sinds 2005 voor het bedrijf. Aan haar bureau in het kleine kantoor wordt ze emotioneel als ze vertelt over het werken tijdens de oorlog. Overdag is er meer werk dan ooit tevoren, ’s nachts horen ze de explosies. „Ik woon vlak bij de haven. We voelen de klappen, mijn zoontje van negen raakt dan erg in paniek.”

Wachtende vrachtwagenchauffeurs in Reni.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Spionage

Sinds augustus probeert Rusland deze levenslijn van Oekraïne door te snijden. Het kantoorgebouw van een transportbedrijf aan de haven werd geraakt en brandde uit. De passagiersterminal met restaurant aan het water ook. Bij één van de toegangspoorten ligt een diepe krater in de weg. Een graansilo werd geraakt. Tot nu toe werden twee mensen gedood in de aanvallen langs de Donau. Meerderen raakten gewond.

Extra wrang is dat er sprake lijkt van spionage, zegt de woordvoerder van de grensbewaking, die meeloopt om te controleren dat er geen foto’s van gevoelige locaties worden gemaakt. „Er zijn drie graansilo’s. Eentje was vol en precies die werd geraakt. Hoe wisten ze dat anders?” Omdat de silo’s doelwit zijn, wordt zo veel mogelijk overgegaan op direct shipping. Van vrachtwagen naar schip. Het zet nog meer druk op Izmajil. Buiten de stad wachten honderden vrachtwagens soms dagenlang tot ze aan de beurt zijn.

In reactie op de vele Russische droneaanvallen liet de NAVO vorige week een beetje zijn tanden zien. In Boekarest werden vier Amerikaanse F-16’s neergezet om snel op dreiging vanuit de lucht te kunnen reageren. Ook patrouilleren er nu honderd Amerikaanse militairen in de Donaudelta rondom Plauru, met daarnaast een onbekend aantal NAVO-militairen uit andere lidstaten. Er is een explosievendienst gestationeerd in de omgeving.

Voor Roemenië en de NAVO is het een balanceeract. Rusland moet voldoende worden afgeschrikt, maar de lokale bevolking moet niet te ongerust worden gemaakt. Het NAVO-adagium om escalatie en directe oorlog met Rusland te voorkomen, voert de boventoon. Maar dat is wederzijds, gelooft de Roemeense militair-analist Mateiu Sandu-Valentin. „Rusland is niet uit op een escalatie met de NAVO”, zegt de gepensioneerde marinier. „Dit is ook waarom ze drones naar Izmajil sturen en geen raketten. Als een raket zijn doel mist is de schade veel groter.”

Lees ook: NAVO-lid Roemenië worstelt met de brokstukken van een Russische drone, bedoeld voor Oekraïne

De NAVO benadrukt dat afgedwaalde drones geen aanval vormen, en dat Artikel 5 dus niet van toepassing is. „Het is heel belangrijk om erop te wijzen dat er geen aanwijzingen zijn dat er sprake is van een doelbewuste aanval op Roemeens territorium bij het neerkomen van de drie drones”, zegt Constantin Spinu, de woordvoerder van het Roemeense ministerie van Defensie. De drones hadden volgens de autoriteiten geen explosieve lading, geen biologisch of chemisch wapen bij zich.

Havenstad Izmajil is een van de laatste plekken in Oekraïne vanwaaruit nog graan kan worden geëxporteerd. Foto Kostyantyn Chernichkin

Negen explosies

Maar ook van aanvalsdrones die hun doel misten, is de impact groot op de Roemeense bevolking aan de overkant. Eén van de twee drones die landde nabij Plauru veroorzaakte brand in het natuurgebied. Viorina Carpov, een inwoner van het dorp, slaapt er slecht van, zegt ze. Carpov zit op een omgedraaide emmer in het gras voor haar huis. „Hoe kun je slapen als je niet weet of er een drone op je huis gaat vallen?”

In het dorp is nauwelijks telefoonbereik. Een Roemeense alarmmelding komt er niet binnen. Maar bewoners horen het luchtalarm in Oekraïne afgaan. Voor burgers zijn sindsdien twee betonnen schuilplaatsen ingericht in het dorp. Dekking zoekt Carpov daar niet. „Als het mijn tijd is, is het mijn tijd. Dat besluit God. Dan maakt het niet uit of ik in de schuilplek zit of thuis ben.” Een gedachte die, zo geeft ze toe, ook is ingegeven door het feit dat ze slecht ter been is.

Toen Carpov voor het eerst een drone hoorde exploderen, begin augustus, dacht ze dat het een aardbeving was. Haar bed schudde. De nachtelijke aanval duurde anderhalf uur, ze telde negen explosies. „Ze raakten het ziekenhuis, en een militaire post, en een graansilo, het busstation… ik heb het allemaal gezien.”

Carpov kijkt elke dag tussen de bomen door naar de haven in Oekraïne. Ze blijft goed op de hoogte: ze heeft twee televisies en luistert de hele dag nieuws. „Die Oekraïners hebben geen schuld”, zegt Carpov.

„Ze hebben wel mooie muziek”, mijmert ze dan. „Vóór de oorlog vierden ze feestjes op schepen in de Donau.” Die avond zingt alleen het luchtalarm weer over de rivier.