Je zou bijna denken dat het een makkelijke baan is: maar liefst 38 namen prijken op het stembiljet voor de presidentsverkiezingen in Sri Lanka die zaterdag beginnen. Wellicht is het enthousiasme te verklaren doordat dit de eerste échte verkiezingen zijn sinds het overwegend boeddhistische land twee jaar geleden door een diepe crisis ging. De winnaar moet de eilandstaat er weer bovenop krijgen. En: de corruptie nu écht uitbannen.
In 2022 werd de toenmalige president Gotabaya Rajapaksa gedwongen op te stappen, na maandenlange protesten tegen zijn financiële wanbeleid en de daarop volgende diepe economische crisis die het land doormaakte. Sri Lankanen hadden bovendien genoeg van de corruptie en het nepotisme die onder Rajapaksa gemeengoed was geworden. Terwijl burgers in de rij moesten voor brandstof en de ziekenhuizen kampten met medicijntekorten, schoven Gotabaya, zijn broer Mahindra, en andere familieleden elkaar al jaren politieke banen toe.
„Nu willen mensen echt verandering, niet dezelfde gezichten in de politiek”, stelt Nira Wickramasinghe, historica en professor in Modern South Asian Studies aan de Universiteit Leiden. „Veel kiezers hopen op een formeel vervolg op de protesten, via het stemhokje. De demonstraties in 2022 waren uniek, Sri Lanka heeft geen geschiedenis van maatschappelijk protest. Er lijkt een soort volkspolitiek te zijn ontstaan, die we niet eerder hebben gehad.”
Na de hevige protesten koos het parlement in hoofdstad Colombo een tijdelijke opvolger als president: Ranil Wickremesinghe. Hij moest zo snel mogelijk de diepste economische problemen bezweren. Dat is hem deels gelukt: de eilandstaat staat er op papier beter voor dan twee jaar geleden. Toen was er een dramatische combinatie van inkomstenverlies in de toerismesector door de pandemie, hoge energiekosten na de Russische inval in Oekraïne en hoge inflatie. Die is nu sterk afgenomen, van 69 procent tot zo’n 5 procent. Dit jaar is een economische groei van ongeveer 2 procent voorspeld. Toch ervaren veel Sri Lankanen financiële problemen, zeker als zij buiten de drukbezochte toeristenbestemmingen wonen of werken.
Lees ook
Lees ook: Alleen China zag heil in de ontwikkelingsdrang van Sri Lanka
Zijn strenge bezuinigingen hebben Wickremesinghe impopulair gemaakt, maar ook zijn achtergrond speelt een rol. Net als zijn voorganger wordt hij gezien als onderdeel van de politieke elite. Hij komt uit de hoogste sociaal-economische klasse en ging in Colombo naar elitaire jongensscholen.
Kandidaat voor de demonstranten
In het overvolle veld wacht de huidige president een stevige strijd, peilingen in nationale media geven vooralsnog geen duidelijke winnaar aan. Na een splitsing in zijn eigen partij, wordt er oppositie tegen Wickremesinghe gevoerd door een oud-partijgenoot: Sajith Premadasa. Ook hij wil president worden. Premadasa belooft de Sri Lankaanse politiek op te schonen en wordt kansrijk geacht.
Maar er is een derde kandidaat, een outsider, die de steun lijkt te krijgen van mensen die zich aansloten bij de protesten tegen Rajapaksa: de linkse kandidaat Anura Kumara Dissanayake. Hij is de leider van de linkse alliantie National People’s Power, voortgekomen uit de in de jaren zestig opgerichte marxistische partij Janatha Vimukthi Peramuna. De JVP was nooit eerder aan de macht. Het matigde de marxistische toon en verbreedde de partij met hulp van linkse academici en activisten.
Veel kiezers hopen op een formeel vervolg op de protesten, via het stemhokje
Deze coalitie, NPP, wil corruptie aanpakken. Dissanayake belooft uitzonderingen op de zwaarste belastingen. Wat deze 55-jarige kandidaat verder populair maakt is dat hij niet uit de elite komt en niet in de regering zit. Die wil hij ook streng aanpakken: zowel de Rajapaksa-familie áls huidig president Wickremesinghe moet wat hem betreft vervolgd worden. Dat klinkt veel Sri Lankanen die gefrustreerd zijn over het uitblijven van straffen voor de Rajapaksa’s goed in de oren.
Intussen heeft de gehate familiedynastie de verkiezingen ook aangegrepen om de jongste telg verkiesbaar te stellen. Namal, 38, was in het verdreven kabinet van zijn oom Gotabaya Rajapaksa minister van Sport en Jeugd. Zijn kansen zijn nihil: er is nog te veel woede over zijn familie. Alan Keenan, Sri Lanka-expert van de International Crisis Group, denkt dat de familie met Namals deelname haar belangrijke rol in de politieke partij (Sri Lanka’s People Front) probeert te herstellen. Dat zou wellicht in een later stadium een comeback mogelijk maken.
Macht, geen ideologie
Juist zulke strategieën illustreren de focus op macht die in de voorbije decennia de politiek in Sri Lanka kenmerkte. „De partijen waren ideologisch gezien eigenlijk kleurloos, ze waren alleen maar bezig met macht en cliëntelisme”, zegt historica Wickramasinghe telefonisch. Tijdens een recent bezoek aan Sri Lanka merkte zij dat kiezers niet weer dezelfde gezichten willen. „Kiezers verlangen nu vooral verandering.”
Ook zij denkt dat de NPP er het best in is geslaagd de protestbeweging aan te spreken. „Daarmee kunnen ze heel veel stemmen binnenhalen.”
Lees ook
Een jaar na de massale protesten is de vooruitgang in Sri Lanka nog broos
Dit keer wegen de economische plannen van de presidentskandidaten zwaar mee in de stemkeuze, zo bleek onlangs uit een enquête onder de bevolking door onderzoekscentrum Law & Society Trust. Dat geldt voor kiezers uit de verschillende groepen die de bevolking van Sri Lanka vormen – de meerderheid van voornamelijk boeddhistische Sinhalesen, Tamils, en moslims. Opvallend is wel dat juist de spanningen tussen deze groepen,eerder de oorzaken van een burgeroorlog en geweldsuitbarstingen in het land, in deze campagne vrijwel onbesproken blijven.
Maar alle partijen van de drie koplopers, hadden een rol in dit bloedige verleden van Sri Lanka.
De opeenvolgende geweldsspiralen vormen nog steeds een onopgeloste kluwen in de Sri Lankaanse politiek en maatschappij. Een lange reeks onafhankelijke commissies en verzoeningsprojecten heeft slachtoffers en nabestaanden onvoldoende transparantie of resolutie gebracht, stellen maatschappelijke activisten. Politici houden elkaar uit de wind uit angst zelf verantwoording te moeten afleggen voor oorlogsmisdaden uit het verleden. Tamils voelen zich nog steeds achtergesteld.
Historica Wickramasinghe constateert dat de afwikkeling van Sri Lanka’s bloedige verleden het publiek nu weinig interesseert. „De partijen spreken goed over armoede, veel minder over minderheidsrechten of erkenning.” Deze onderliggende thema’s moeten ontegenzeggelijk „ooit worden aangepakt”. Maar bij deze stembusgang willen Sri Lankanen eerst andere problemen opgelost zien.