Monnik met geweer en wapenhandelaar met rode fallus in satire op eerste democratische verkiezingen Bhutan

Hoe introduceer je de democratie in een land waar iedereen gelukkig is? Het Bhutaanse The Monk and the Gun gaat over het moment waarop koning Jigme Singye Wangchuk in 2005 aankondigde zijn land in een democratie te willen veranderen. Om de bevolking te laten wennen aan hun nieuwe stemrecht werden er in 2006 proefverkiezingen gehouden en die inspireerden regisseur Pawo Choyning Dorji (1983) tot een lieflijke satire. De koning was in de jaren 70 ook degene die het begrip ‘bruto nationaal geluk’ bedacht, een alternatief voor het economische bruto nationaal inkomen dat doorgaans als maatstaf voor de welvaart in een land wordt gebruikt. Vorig jaar nog gaf in Bhutan meer dan 90 procent van de bevolking aan gelukkig te zijn, al zegt de jongste generatie geld steeds belangrijker te vinden.

Er schuilt dus een hele wereld achter de verder fictieve film. Dorji volgt een aantal personages. De belangrijkste zijn avonturier Benji, op zoek naar een antiek geweer uit de Amerikaanse Burgeroorlog in Bhutan, en de jonge monnik uit de titel, die Benji van wapens voorziet. Dit alles tegen de achtergrond van die proefverkiezingen, waardoor dorpelingen en familieleden tegen elkaar worden opgezet, al naar gelang hun inspanningen voor de blauwe (vrijheid en gelijkheid), rode (industriële ontwikkeling) of gele (behoud) ‘partij’.

Als je bedenkt dat de televisie pas in 1999 in Bhutan beschikbaar werd, dan kun je wel concluderen dat het Himalayaland de afgelopen decennia een enorme inhaalslag heeft gemaakt op filmgebied. Regisseur Pawo Choyning Dorji (ook werkzaam als fotograaf en producent) is een van de aanjagers van die nieuwe golf. The Monk and the Gun is zo toegankelijk en universeel dat de film afgelopen jaar terechtkwam op de shortlist voor de Oscar voor Beste Buitenlandse Film. De productiewaarde is hoog – de film is opmerkelijk westers georiënteerd, maar ook kritisch op datzelfde Westen. Zo is de naam van de schatzoeker Ronald Coleman, een overduidelijke verwijzing naar Frank Capra’s klassieker Lost Horizon (1937), waarin de mythe van het oosterse paradijs Shangi-La werd gevestigd.

The Monk and the Gun speelt leentjebuur bij roadmovie en slapstick. Regelmatig herinneren overheidsbeambten de inwoners van het landelijke dorpje Nur eraan dat er „in andere landen gevochten wordt voor de democratie”. Ook het geweer uit de Amerikaanse Burgeroorlog verwijst daarnaar. Maar in Bhutan is een ander potent wapen dat kracht en bescherming symboliseert: uiteindelijk vertrekt de avonturier met een manshoge rode houten fallus naar huis.