Beleeft India onder premier Narendra Modi een acche din, een gouden tijd? Verwacht wordt dat de politicus, wiens partij BJP een hindoeïstisch India nastreeft, volgende week een derde regeringstermijn binnensleept. Komende week worden na zes weken verkiezingen alle stemmen geteld. Modi heeft zijn ideologische politiek altijd vermengd met sterke beloftes over economische groei.
Modi begon zijn politieke carrière als deelstaatpremier in Gujarat, waar hij zich richtte op infrastructuur en het binnenhalen van buitenlandse investeringen. Nieuwe wegen, een betrouwbaarder stroom- en telefoonnetwerk: hij vatte dat samen als het ‘Gujarat-model’ en beloofde die aanpak na zijn uitverkiezing tot premier, in 2014, in heel India uit te rollen.
Lees ook
dit profiel over Narendra Modi
Zijn regering liberaliseerde onder meer delen van de spoorwegen en de defensie-industrie en sneed in de bureaucratie om een beter vestigingsklimaat te scheppen voor buitenlandse bedrijven. Daarnaast zette Modi in op een veelomvattend beleid ter ondersteuning van de industrie, met de bedoeling meer Indiërs aan het werk te helpen. Onder de noemer ‘Make in India’stimuleert Modi vanaf 2014 ontwerp, productie en export van hightechproducten.
De gewenste resultaten zijn er nog niet. Indiase arbeidskrachten zijn onvoldoende geschoold en de nieuwe fabrieken te klein om echt een verschil te maken. De waarde van de export van industriële producten is de afgelopen tien jaar blijven steken op 5 procent van het bbp. In de economie is het aandeel van de industrie gedaald, naar 16 procent (was 18 procent). Het doel was oorspronkelijk dat de industrie in 2022 25 procent van het bbp zou beslaan.
Jonge Indiërs komen slecht aan de bak en dat wringt in een land dat sinds vorig jaar de grootste bevolking ter wereld heeft. Werkloosheid onder Indiërs tot 35 jaar lag in 2023 op zo’n 45 procent. Duidelijk is dat ongelijkheid onder Modi is toegenomen. Veel armen zijn voor hun levensonderhoud – van rantsoenen tot brandstof en geld – afhankelijk van bijstand.
De BJP-premier wilde ook corruptie bestrijden. Illustratief voor zijn stevige aanpak was de plotse ongeldigverklaring in november 2016 van de veelgebruikte biljetten van 500 en 1.000 roepi (toen zo’n 7 en 14 euro), om zo zwart geld en omkoping tegen te gaan. Door de maatregel werden vooral miljoenen (informele) arbeiders geraakt die contant betaald worden.
Aan de andere kant, klinkt het inmiddels: het ‘formaliseerde’ de economie omdat meer loonstrookjes werden gebruikt, en het werkte digitalisering in de hand. Digitaal betalen is nu de norm in India: toegankelijk voor bijna iedereen. Online transacties vinden plaats op een digitaal netwerk van de overheid, die zo meer zicht heeft op het geld dat dagelijks in het land omgaat (en waarover ze belasting kan heffen). Modi voerde in 2017 ook een vaste belasting in op goederen en diensten, om deelstaatheffingen gelijk te schakelen.
Demonetisering laat ook zien hoe Modi soms beleid doordrukt dat past in zijn idee van een ‘nieuw India’, waarbij veel burgers over het hoofd worden gezien. De premier zette in infrastructuur, liberalisering en digitalisering indrukwekkende ontwikkelingen in gang. Zijn regering zal daarin moeten blijven investeren om buitenlandse bedrijven naar India te halen.
Tegelijkertijd zijn veel gewone Indiërs nog helemaal niet in staat om van zulke ontwikkelingen te profiteren. Hun stem wordt waarschijnlijk meer bepaald door de garantie dat de overheidssteun aan huishoudens behouden blijft.
Modi zal in een derde termijn moeten kijken naar volgende ingrijpende hervormingen, zoals die van de arbeidsmarkt en het onderwijs, zodat de grootste bevolking van de wereld structureel mee kan komen in een van ’s werelds hardst groeiende economieën.
1De bevolking neemt weer toe
Sinds 2023 heeft India de grootste bevolking van de wereld: ruim 1,4 miljard mensen. In de populatie is veel diversiteit, onder meer in religie (79 procent hindoe, 14 procent moslim, 6 procent sikh, boeddhist, christen en jain), inkomen en sociale positie (in kaste en afkomst). India stevende China, de andere Aziatische reus, voorbij en volgens prognoses zal de bevolking ook in de komende decennia doorgroeien, al vlakt de groei iets af.
Een opvallend cijfer is de geslachtsverhouding: er zijn meer mannen dan vrouwen in India, en er worden verhoudingsgewijs ook meer jongens geboren dan meisjes. In sommige gemeenschappen worden meisjes als minderwaardig gezien, en in sommige delen van het land vinden selectieve abortussen op basis van geslacht plaats. Deze praktijk wordt langzaam teruggedrongen.
De uitdaging: India zo in te richten dat het profiteert van zijn demografische ‘dividend’, de beroepsbevolking is namelijk jong en omvangrijk. Om te zorgen dat het arbeidspotentieel kan worden benut, moeten het onderwijs en de banenmarkt worden hervormd. Zodat meer werknemers aan de slag kunnen in de digitale dienstverlening of als geschoolde fabrieksarbeiders.
Economen en sociologen in India beklagen zich al enkele jaren over de informatievoorziening door de overheid. Die maakt niet alle cijfers bekend, wat het lastig maakt om inzicht te krijgen in de economische omstandigheden van veel Indiërs.
2De economie groeit, maar welvaart is ongelijk verdeeld
Op het eerste gezicht heeft het land met de grootste bevolking ook een van de grootste economieën ter wereld: India hoeft maar vier andere landen voor zich te dulden. De officiële cijfers van het land wijzen op een verwachte groei dit jaar van ruim 7 procent – andere analisten gaan uit van een stijging van 6 procent. Dat is nog steeds sneller dan de Verenigde Staten of China. Modi claimt dit als zijn succes, maar in feite werd deze groeitrend al onder zijn voorganger Manmohan Singh ingezet.
De coronapandemie was een klap. India’s economie kromp, deels als gevolg van zeer strenge lockdowns, met bijna 24 procent. Maar Modi slaagde erin India eerder weer aantrekkelijk te maken als internationale handelspartner. Buurland China had langer last van de negatieve gevolgen van de pandemie.
Achter deze macro-cijfers gaan echter grote tegenstellingen en groeiende ongelijkheid schuil. Het is lastig daarvan een precies beeld te krijgen door het gebrek aan betrouwbare cijfers. Groot euvel is de hoge werkloosheid, die deels ‘verborgen’ is: veel Indiërs werken als dagloner of seizoensarbeider, in de landbouw en bouw. Zij hebben geen vaste inkomsten. Onlangs afgestudeerden hebben moeite banen te vinden, en komen ook in deze informele economie terecht.
Inkomens zijn in de afgelopen jaren gestegen, maar 90 procent van de bevolking moet het nog altijd doen met een inkomen van minder dan 4.000 euro per jaar. In de twee termijnen onder Modi is het aantal miljardairs, onder wie de eigenaars van grote zakenimperiums, bijna verdrievoudigd.
3Armoede op het platteland is afgenomen
Veel van de verborgen werkloosheid en bijbehorende armoede is te vinden in de meer rurale gebieden van India. Volgens schattingen is zeker 60 procent van de bevolking afhankelijk van de landbouw, als inkomstenbron of om de eigen familie te voeden. Boeren vormen zo ook een aanzienlijk deel van het electoraat.
Onder Modi is de allerergste armoede verholpen, en het leven van inwoners is in zeer concrete opzichten verbeterd: bijvoorbeeld dankzij de maandelijks uitgegeven rantsoenen (graan) en subsidies voor huishoudartikelen (gas en kookolie, bouwmaterialen) waarop zij aanspraak kunnen maken.
De welzijnsprogramma’s waarmee dergelijke steun wordt geregeld, zijn onder Modi uitgebreid. Dat was nodig om gezinnen, waarvan kostwinners in de lockdowns niet konden werken, de pandemie door te helpen. Maar ook nu nog maken veel huishoudens gebruik van de subsidies. Modi laat die op zijn conto komen: op zakken graan staat een foto van hem afgedrukt.
In de deelstaten Bihar, Jharkhand, Odisha en Assam wordt veel aan mijnbouw gedaan. Hier wonen ook veel mensen die worden gerekend tot de inheemse ‘stammen’ van India. Deze gemeenschappen zijn in economisch en maatschappelijk opzicht achtergesteld. Voor deze Adivasi’s, en ook voor Dalits – mensen uit de allerlaagste kaste – gelden speciale rechten en steun volgens de Indiase grondwet. Sinds de onafhankelijkheid gelden bijvoorbeeld quota voor mensen uit deze gemeenschappen, in het (hoger) onderwijs en overheidsbanen, bedoeld om hun sociale positie te verbeteren.
4Hygiëne is verbeterd, zorgen om obesitas en luchtwegproblemen
Een schoon India, „Swachh Bharat”, was een van de in het oog springende beloftes van Modi’s eerste jaar als premier. Hij gaf het startsein voor de ‘missie’ om ontlasting in de buitenlucht uit te bannen. Het was zijn belofte om in de eerste vijf jaar van zijn premierschap 120 miljoen wc’s te bouwen, ook in de meest afgelegen gebieden. Er kwamen openbare wc-blokken, bestaand sanitair werd verbeterd en in sommige gevallen kregen mensen in hun woningen toiletten.
Het is zo’n enorm overheidsprogramma dat moeilijk vast te stellen is welk deel van de plannen is uitgevoerd. Geschat wordt dat nog 20 procent van de bevolking zich in de buitenlucht moet ontlasten. Er zijn wel cijfers van de aantallen wc’s die zijn gebouwd, maar in hoeverre die in gebruik zijn, is lastig vast te stellen. In grote lijnen is de hygiëne in het land sterk verbeterd.
In de gezondheidszorg zijn momenteel twee grote zorgen, zeker onder de middenstand en de bevolking in stedelijke gebieden: in toenemende mate worden obesitas en luchtwegproblemen vastgesteld onder de bevolking. Obesitas wordt geassocieerd met toenemende welvaart onder Indiërs. In de steden, maar ook op het platteland waar steenkolenfabrieken staan en de armsten vaak nog koken op open vuren, zijn veel problemen met longziekte COPD en astma.
5Vrouwen blijven achtergesteld
In sociaal en economisch opzicht zijn vrouwen, in alle lagen van de bevolking, achtergesteld ten opzichte van mannen. In veel gevallen zijn werkende vrouwen evenwel aan huis gekluisterd: ze werken mee op het land in agrarische gebieden, of verdienen geld door vanuit huis voedsel te koken en verkopen of als naaister aan de slag te gaan.
Tijdens de coronapandemie is het aandeel werkende vrouwen gestegen, vooral in de lagere economische klasse en de middenklasse. Economen zetten eerder dit jaar een belangrijke kanttekening bij jubelende persberichten van de overheid daarover: in veel gevallen gaat achter de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen groot leed schuil in het gezin. Echtgenoten of zonen die kostwinnaar zijn, verloren hun baan en zo werden de vrouwen genoodzaakt bij te verdienen.
6Er is geïnvesteerd in infrastructuur, maar niet vergroend
Om India te moderniseren en de economie te laten groeien, zet Modi graag snelle, grote stappen. In de afgelopen tien jaar werden duizenden kilometers nieuw spoor – in gebruik door nieuwe hogesnelheidstreinen – en snelwegen aangelegd. In het hele land worden ook nieuwe vliegvelden in gebruik genomen.
Modi kwam met een recordbedrag voor verbeteringen aan het treinnetwerk en de veiligheid ervan. Die modernisering moet leiden tot een volledig elektrisch spoornet in 2024 – maar de implementatie gaat met horten en storten. Een gloednieuw veiligheidssysteem is op nog geen tiende van de spoorwegen actief. Er is vooral aandacht voor de nieuwe hogesnelheidstreinen (de Vande Bharat-treinen) en stations daarvoor. Elders is aan het oude spoor, dat soms nog stamt uit de negentiende eeuw, weinig gedaan – met ook ongelukken tot gevolg.
De regering investeert in grote bouw- en infrastructuurprojecten, en heeft de bureaucratie beknot, zodat het makkelijker moet worden voor andere partijen om zich bij de projecten te voegen. Maar internationale bedrijven die willen profiteren van India’s voordelen – de ruimte, de beschikbare arbeidskrachten – hebben nog te maken met hoge invoer- en vestigingstarieven. De winsten in de lokale middenstand zijn te klein voor eigen investeringen. Onder de noemer ‘Make in India’ wil Modi ook de eigen industrie aanjagen, en India een autonome productiekracht maken: bijvoorbeeld van drones, militair materieel en tech.
Vergroening komt nog niet volledig van de grond. Als zich nog volop ontwikkelende economie is India nog afhankelijk van zware industrie en steenkolen. In de komende jaren zullen ook nog meer steenkolencentrales worden geopend.
Niet alleen de fysieke, ook de digitale infrastructuur verandert in rap tempo. De regering-Modi is heel trots op de zogeheten ‘India Stack’, waarmee de veelomvattende digitalisering van publieke diensten en informatievoorziening wordt aangeduid. Dat begon in 2009, dus vóór Modi’s aantreden als premier, met het digitale Aadhaar-identiteitsbewijs op basis van biometrische informatie. Inmiddels heeft de staat een uitgebreide digitale infrastructuur ontwikkeld, onder meer voor online betalingen en de opslag van persoonlijke documenten (reisgegevens, huurovereenkomsten). Én het exporteert deze technologie, naar andere Aziatische landen.