N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Expositie De Britse modeontwerper Paul Smith stelde voor het Picasso Museum Parijs een expositie samen ter gelegenheid van het vijftigste sterfjaar van de kunstenaar.
„Ik kijk nu naar een grote rode opblaashond”, zegt Paul Smith (77) met enige vanzelfsprekendheid, telefonisch vanuit zijn kantoor op de vierde etage van een gebouw in de Londense wijk Covent Garden. De Britse modeontwerper, die op zijn 21ste zijn eerste eigen winkel opende en nu directeur is van een modehuis dat actief is in 65 landen, staat bekend om zijn klassieke ontwerpen met vaak speelse, kleurrijke accenten, maar óók om zijn werkruimtes die overladen zijn met spullen: boeken, stoffen, speelgoed. „Het is hier inderdaad absoluut overspoeld”, beaamt hij, „veel wielertruien, memorabilia, geschenken vanuit de hele wereld.”
Precies die overvolle werkkamer was voor Musée Picasso Paris de reden bij Smith aan te kloppen om hem te vragen een expositie samen te stellen voor de Picasso Celebration, de herdenking van het vijftigste sterfjaar van Pablo Picasso (1881-1973). Met meer dan driehonderd schilderijen en ruim 200.000 archiefstukken beheert het Parijse Picasso-museum een belangrijk deel van de nalatenschap van Picasso. „Bij het museum kenden ze mijn werk, en ze had den foto’s gezien van mijn studio. Ze vonden die eclectische manier van dingen verzamelen en opstellen een interessante manier om nieuwe energie en leven te geven aan een expositie.”
Smith kreeg daarbij „carte blanche”, zegt hij: „Ze willen graag een jonger publiek aantrekken, en een publiek dat normaal gesproken niet naar het museum komt.”
Het posterbeeld voor de expositie Picasso Celebration: The Collection in a New Light was snel gekozen: de kop van een stier, die Picasso samenstelde uit het zadel en stuur van een racefiets. „Dat is een verwijzing naar mijn liefde voor fietsen.” Maar je zou er ook een gedeelde creatieve drift in kunnen zien: van alledaagse middelen iets bijzonders maken.
Onbetwist is Picasso’s reputatie niet. De New Yorkse modeontwerper Dapper Dan noemde hem onlangs in een post op Instagram de ‘Christopher Columbus van West- en Centraal-Afrikaanse kunst’, vanwege de manier waarop hij kunst uit Afrika en Oceanië verwerkte in zijn eigen kunst. Ook om de – vaak slechte – manier waarop hij vrouwen behandelde is Picasso de laatste jaren meer omstreden. Smith wil niet reageren op deze kwesties: „Ik weet er te weinig van, eerlijk gezegd. Ik heb me eigenlijk alleen in de visuele kant van zijn werk verdiept.”
Grote vernieuwer
„Het belangrijkste dat ik over Picasso geleerd heb tijdens het maken van deze expositie, is hoe ontzettend vaak hij zichzelf opnieuw heeft uitgevonden”, zegt Smith. „ In de expositie is bijvoorbeeld het werk Paul als Harlequin (1924) opgenomen: dat is nog heel klassiek geschilderd, helemaal niet abstract. Daarna heb je de blauwe periode, die is heel melancholisch, en dan volgt de kubistische periode die juist heel avant-garde is.”
Die wendbaarheid is ook wat Smith herkent vanuit zijn eigen werk als mode-ontwerper: „Mode gaat altijd over vandaag én morgen, je bent je continu aan het aanpassen. Ik zit nu meer dan vijftig jaar in het vak, dus ik ben wel gewend mezelf opnieuw uit te vinden. En Picasso was daar ontzettend goed in.”
Voor de expositie ontwierp Paul Smith een reeks installaties waarin de kunst van Picasso is opgenomen. Een van de zalen is bijvoorbeeld van vloer tot plafond beschilderd met de kenmerkende kleurrijke strepen uit de kleding van Smith, ergens anders speelt jazzmuziek in de ruimte: „dat staat voor experiment en improvisatie. Jazz was heel modern in Picasso’s tijd.” Er is meer geluid: in een andere ruimte staan oude Marshall-speakers opgesteld, je hoort de Amerikaanse schrijver en kunstverzamelaar Gertrude Stein (1874-1946) die een gedicht over Picasso voordraagt.
Als Picasso nog leefde zou hij wildplakken
echt geweldig vinden
In de ruimte waar Smith het meest trots op is, hangen de schilderijen op een wand die is behangen met wildplakposters van exposities van Picasso: „Als Picasso nog leefde zou hij, denk ik, wildplakken echt geweldig vinden, want dat brengt echt de kunst naar de straat.”
Nog een interventie: twaalf van de borden van keramiek die Picasso maakte in Vallauris, Zuid-Frankrijk, hangen aan een wand die verder helemaal behangen is met witte borden. „Dat gaat over de kracht van het herhaalde beeld, en de machinale reproductie, eigenlijk het omgekeerde van wat die borden zijn.
„Ik denk dat de expositie heel boeiend is voor jonge mensen, die zijn erg visueel ingesteld. Wat we hebben gemaakt wordt voor mensen die niet zo bekend zijn met het werk van Picasso een zeer intuïtieve, hopelijk opwindende ervaring. Tegelijkertijd zullen er meer topstukken te zien zijn dan in eerdere jaren, dus ik denk dat het ook heel interessant is voor liefhebbers van Picasso’s werk.
„Misschien zijn er academici die zullen zeggen: dit is niet hoe je de kunst van Picasso moet laten zien. Maar dat was ook niet de opdracht. De opdracht was om iets nieuws te doen, en daar heb ik me aan gehouden.”