
Een portret van een vrouw. Ze is een tamelijk lange vrouw. In lengte beslaat ze haast de volledige twee meter tachtig van het verfdoek. Blauwe, waterige oogschaduw, blond kapsel als een plak geel. Het schilderij is smal, niet veel breder dan de vrouw, haar rechterelleboog steekt net buiten beeld. Miss January (1997) van Marlene Dumas is halfnaakt, draagt een doorschijnende zwartgestipte langemouwentop en één roze sok. Ze kijkt de kijker aan, niet per se heel zelfverzekerd of onzeker, ze kijkt gewoon. Zo van: ja, hallo, hier sta ik.
Ze staat met haast gloeiende handen in haar zij, haar ene been gebogen, haar andere dragend, een beetje contrapposto dus, maar niet helemaal: als je alleen naar haar benen kijkt, lijkt ze eerder te hangen dan te staan. De achtergrond is zwart, of nee, ook paarsig, blauw, niet eenduidig. De blote voet rust op iets wat de tweede sok van het sokkenpaar zou kunnen zijn. De zwarte stippen op het kledingstuk vallen uit de toon qua toets. Ze lijken net als al het andere met vaart aangebracht, maar zijn veel nadrukkelijker. Geen veeg, maar een drukbeweging. Stip, stip, stip.
De vrouw is lang maar vooral ook duur: woensdag werd het werk van Dumas bij veilinghuis Christie’s verkocht voor omgerekend 12,14 miljoen euro, het duurste werk van een levende vrouwelijke kunstenaar ooit. Het werk was overigens niet het prijzigste van de veiling, dat was Baby Boom (1982) van Jean-Michel Basquiat (1960-1988), voor 20,89 miljoen euro. Het vorige levendevrouwenrecord stond voor Jenny Savilles Propped (1992), dat Sotheby’s in 2018 verkocht voor 8,48 miljoen. Dat viel, memoreert The Art Newspaper, voor Saville ongelukkigerwijs samen met Banksy’s stunt waarbij hij een ingelijst werk door de shredder liet glijden. Het postume vrouwenrecord staat op 44,4 miljoen dollar in 2014, voor een werk van Georgia O’Keeffe. Ter vergelijking: het duurste schilderij van een levende mannelijke kunstenaar is 81 miljoen euro (Jeff Koons), voor een dode 380 miljoen euro (Leonardo da Vinci).
Persoonlijk ‘record’
Het persoonlijke ‘record’ van Dumas (1953) staat overigens op omgerekend 5,6 miljoen euro, voor The Visitor (1995) dat in 2008 in Londen werd verkocht.
Miss January kwam van de verzamelaars Mera en Don Rubell, een echtpaar uit Miami. Zij hebben het weer gekocht van Galerie Paul Andriesse in Amsterdam, meer dan twintig jaar geleden. Het echtpaar verkoopt het werk zodat ze, aldus Christie’s, hun missie van het verzamelen van opkomende kunstenaars kunnen voortzetten.
Het vrouwelijke model, de Miss, is als onderwerp al lang met Dumas. De kunstenaar verwijst nog weleens naar een tekening die ze maakte toen ze tien was en gefascineerd door schoonheidswedstrijden: een beeltenis van Miss World. In 1998 hing recordvrouw Miss January vergezeld van meer van Dumas’ modellen in een solotentoonstelling bij Galerie Paul Andriesse, getiteld ‘Miss World’.
Dumas, zo schreef Ernst van Alphen in 1998 in kunstvakblad De Witte Raaf, „stelt zich de vraag of er een representatie van het vrouwelijke lichaam mogelijk is die niet ten koste gaat van haar subjectiviteit”. Kan ze een Miss January schilderen zonder objectificatie? Kan de vrouw gewoon zijn? Tegelijkertijd, waarschuwde Van Alphen, is Dumas’ werk meer dan ‘slechts’ zwaarwichtige cultuurkritiek. Het is ironisch, onafhankelijk, de erotiek en het plezier van de Miss die Dumas schildert is er niet alleen voor de toeschouwer, het is ook iets van de vrouwen zelf, iets wat ze zijn.
