N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
van het gas af
Nederland verbruikte vorig jaar een kwart minder gas dan in 2021, zo berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag. Dat is uitstekend nieuws. Zowel burgers (-20 procent) als bedrijven (-30 procent) hebben hun gasverbruik flink ingeperkt.
Geholpen door een tot nu toe relatief warme winter is zo een crisis afgewend. Nog in de zomer van vorig jaar was het nog maar de vraag of Nederland, evenals de rest van Europa, de winter ongeschonden door zou komen.
Nu blijkt dat het afknijpen van Russisch gas niet de enorme economische schade heeft veroorzaakt die werd gevreesd. De Europese Commissie maakte maandag bekend dat het economische blok hoogstwaarschijnlijk de recessie ontloopt die tot voor kort werd voorspeld, en hoogde zijn prognose voor de economische groei in 2023 zelf op met een half procentpunt tot 0,8 procent.
De prijs van gas is op de internationale markten inmiddels gedaald tot het niveau van december 2021, ruim vóór de Russische inval in Oekraïne van 24 februari vorig jaar. Er dreigt zelfs een bescheiden overschot van gas, omdat de voorraden uit voorzorg succesvol waren aangevuld. Nederland, zo werd vrijdag bekend, importeert al nagenoeg geen Russisch gas meer.
De gang van zaken betekent dat een van de voornaamste Russische drukmiddelen op Europa, het afknijpen van de energietoevoer, goeddeels is mislukt. Toch is het te vroeg om al optimistisch te zijn. Er komt een winter na deze, en de heropening van China betekent dat de vraag naar vloeibaar gas uit dit enorme land zal aantrekken. Er zal ook nu alles op alles moeten worden gezet om de voorraden ook aan het eind van dit jaar op peil te hebben.
Bovendien is er wel degelijk schade: de hoge energieprijzen hebben de koopkracht in veel huishoudens verminderd. De sterk opgelopen inflatie is niet alleen bij de pomp of de energiemeter te merken, maar ook in de prijs van tal van andere goederen zoals voeding en transport. Het rentebeleid van de centrale banken, die hun tarieven hebben opgevoerd om de inflatie de kop in te drukken, doet pijn, bijvoorbeeld op de woningmarkt of bij de financiering van bedrijven. En dan is er nog de enorme milieuschade, veroorzaakt door het aanwenden van vuilere energiebronnen zoals steenkool.
Positief is dat alternatieve, schone energie de wind in de zeilen heeft. Die floreerde mede doordat de prijs van gas en met fossiele brandstoffen opgewekte elektriciteit relatief hoog was. En zeer welkom is ook dat de afhankelijkheid van Rusland zelf sterk is afgenomen.
De vraag wordt nu of de samenleving de overgang naar minder gas volhoudt. De vuile opwekking, die tijdelijk gerechtvaardigd was, zal weer moeten worden afgebouwd. En gas zal sowieso een minder grote rol moeten krijgen in een toekomst, waarin schone energie snel de overhand zal moeten krijgen.
Dat vergt een bestendige gedragsverandering bij burgers en bedrijven. Dat die geen gegeven is, laat de pandemie zien. Er wordt, ondanks alle voornemens van destijds, weer evenveel gereisd als voorheen. En de dagelijkse files zijn weer even lang. Eenzelfde gedragsherstel mag na deze energiecrisis niet plaatsvinden. ‘Van het gas af’, was al de leus voordat Rusland roet in het eten gooide. En dat blijft zo.