Milouska Meulens: ‘Nadenken over kleren vind ik tijdverspilling’

Yara

„Deze tweedehands jas van Diesel kostte 80 euro, echt duur. Ik was helemaal blut toen ik hem zag, maar wilde hem zó graag hebben dat ik mijn vader heb gesmeekt om het voor te schieten. Sinds mijn twaalfde krijg ik 60 euro kleedgeld per maand. Te weinig, vind ik. Mijn moeder wil nooit geld voorschieten, zij vindt dat ik moet leren budgetteren. Maar mijn vader is net als ik. Als hij iets moois ziet móét hij het gewoon hebben. Mijn vader is the stylish one, mijn moeder wil vooral dat kleren handig zijn.

„Ze draagt eigenlijk altijd hetzelfde, daar snap ik niks van. Ze heeft wel mooie dingen, die koopt ze af en toe voor tv of een première, of krijgt ze van stylisten, maar die draagt ze bijna nooit. Af en toe kijk ik in dozen met oude kleren van haar en dan vind ik iets moois. Deze rok bijvoorbeeld.

„Ik koop het liefst tweedehands. Soms fiets ik langs een vintagewinkel en dan lijkt het alsof-ie me roept. Dan stop ik meteen, ook al moet ik eigenlijk ergens heen.

„Dit shirt is mijn lievelings, het heeft veel karakter, maar is toch makkelijk te dragen. Dat ik hem met mijn beste vriendin op de Noordermarkt heb gekocht, maakt het extra leuk. Zij heeft een adelaar, ik een draak.

„Zullen we deze sokken negeren? Ik vind dat de kleur zwart clasht met de kleur zwart van de rok. Maar ik had geen andere sokken bij me. Mijn moeder draagt nooit sokken, ook niet in de winter. Dat vind ik psychopathisch, maar ze zegt dat haar voeten niet zweten.

„Als ik klaar ben met school wil ik meer tijd aan modellenwerk gaan besteden. Ik vind het een interessante industrie. Zoveel aandacht voor hoe iemand eruitziet klinkt misschien oppervlakkig, maar ik zie dat anders. Er wordt naar je gekeken als een soort lopend schilderij. De mens als kunst! Dat is toch cool?”

Milouska

„Nadenken over kleren vind ik tijdverspilling. Ik zou het liefst net als Steve Jobs elke dag hetzelfde aantrekken. Lekker makkelijk. Maar ik heb nu eenmaal werk waarbij je af en toe iets leuks aan moet. Dat zijn ook de enige momenten waarop ik dat doe. Ik heb een kast vol mooie dingen voor op tv, zoals deze kleren op de foto, maar thuis zit ik in m’n eeuwige zwarte lange vest met een zwarte broek die bijna uit elkaar valt.

„Deze ketting met een hanger in de vorm van Curaçao heb ik dag en nacht om. Ik ben er geboren en was vijf toen we naar Nederland verhuisden. Mijn moeder woont er inmiddels weer. Ooit wil ik ook terug. Al zegt mijn moeder als ik op bezoek ben vaak: ga je écht zo de deur uit? Op Curaçao gaan mensen altijd perfect gekleed, hun haar mooi, hun make-up netjes, een mooi tasje erbij. Ook als ze even snel de stad in gaan om een boodschap te doen. Zo ben ik niet.

„Toen ik een jaar of vijftien was, had ik voor de verandering een keer lippenstift opgedaan en riep iemand meteen ‘zwarte piet’ naar me. Een paar jaar later deed ik naar een concert eens geen jeans en gympen aan, maar een kort rokje en hakken, en toen werd ik door mijn gespierde benen ‘travo’ genoemd. Zodra je als vrouw net even je kop boven het maaiveld uitsteekt, wordt die eraf gehakt. Daardoor heb ik me heel lang onopvallend gekleed. Ik ben trots op hoe Yara zich durft te uiten met kleren. Zij is helemaal niet bezig met wat andere mensen vinden. Ze denkt goed na over haar outfits zonder dat het geforceerd wordt. Ze let erop waar kleren vandaan komen en is niet bezig met dure merken. Ik heb haar altijd meegenomen naar tweedehandswinkels en ben heel blij dat ze daar ook haar tweede natuur van heeft gemaakt.

„Ik koop eigenlijk alles tweedehands. Veel in mijn kast komt bij Mooizo vandaan, een winkel in Amsterdam waar we vroeger vlakbij woonden. Als ik iets nodig had, ging ik gewoon daar naartoe. Beperkte keuze, dat vind ik fijn.

„Toen Yara dertien was moest ik een keer iets voor Unicef presenteren en zat zij daar in een jongerenpanel. Ik was zenuwachtig over wat ze aan zou trekken, want het is toch mijn werk. Ik heb tig keer gevraagd wat het ging worden. Toen ik haar kwam ophalen bij haar vader stond ze klaar in een lange zwarte rok met gouden bolletjes erop, een Spiderman-T-shirt en afschuwelijke rode All Stars. Vanaf toen heb ik maar geaccepteerd dat ik zero controle heb.”