Milde rebellie tegen het modernisme: molshopen in het museum

Recensie

Beeldende kunst

Beeldende kunst Sarah van Sonsbeeck legde in en om Kröller-Müller Museum tientallen molshopen neer, van allerlei materialen. Ze liggen in hoekjes en op traptreden, weerspiegelen elkaar, klitten samen, houden afstand, zijn gezellig, eenzaam.

De molshopen van Sarah van Sonsbeeck op ‘Moles of Modernism’
De molshopen van Sarah van Sonsbeeck op ‘Moles of Modernism’

Foto’s Gert Jan van Rooij

Er zijn geen mollen in Nationaal Park de Hoge Veluwe. De mol beweegt zich ondergronds, maar in het park is de aarde te droog en te hard voor het dier om gangen in te kunnen graven. Toch zijn er nu molshopen op de Hoge Veluwe, voor de oude ingang van museum Kröller-Müller liggen ze in het gras, koddige babybergjes die ook wel wat van verse koeienvlaaien hebben. Eén heeft zich gevlijd rond een verkeerszuiltje, waarop te lezen is ‘Auto, invalide, bushalte, fietsenstalling, auto/bus, Steynbank’, pijl naar links, pijl naar rechts, pijl naar boven. Taal op zijn efficiëntst. Niets over mollen, niets over kunst.

De molshopen duiken ook op in het museum, ze krioelen bijna over de vloer van de ruimtes die vroeger de entree van het museum vormden maar nu pas bereikt worden na de zalen met Van Goghs, helemaal aan het einde van het gebouw van Henry van de Velde. Eerst graan en aardappels aan de muur, daarna molshopen op de grond. Ze liggen in hoekjes en op traptreden, weerspiegelen elkaar, klitten samen, houden afstand, zijn gezellig, eenzaam, ja, de mens is nu eenmaal gedoemd tot het geven van betekenis, om zelfs in een stopcontact een gezicht te zien. Antropomorfie forever. Mount Fuji, auto’s en croissantjes bestaan al in de vorm van knuffels, mollen vast ook wel, en deze molshopen zouden zich er ook voor lenen, maak ze van fluweel, geef ze twee stippen als ogen, geef ze mee naar bed.

Fluweel leveren in het park alleen de geweien van herten. In het voorjaar is het bot bedekt met een zacht waas. Dit hertenfluweel is tegenwoordig als voedingssupplement te koop om je sterker te maken. Verkopers claimen dat Herten Gewei Fluweel Extract de viriliteit bevordert, een vorm van magisch denken. In magisch denken schuilt niet altijd logica, zelfs niet figuurlijk. Herten Gewei Fluweel Extract zou je toch niet sterk, maar juist zacht moeten maken, zo zacht als mollenvacht. Maar Mollen Vacht is bij mijn weten niet te koop als extract. Wel wemelt het in webshops van de mollenbestrijders. Gif. Het gazon moet strak blijven, strak als een modernistisch schilderij.

Visuele oase

In het museum groept een stel molshopen samen voor een abstract schilderij van Jo Baer, aanhanger van het minimalisme, een stroming die ons juist voor alle interpretatie wilde behoeden. Weg met de betekenis. Kijk alsof je de zee ziet. Geen magisch denken, geen denken zelfs misschien. Visuele oases. Rust.

Een schilderij dat niets voor wil stellen bekeken door een stel molshopen. Het is de vraag of die wel iets voorstellen, of dat ze ook alleen maar willen zijn. De molshopen zijn een kunstwerk van Sarah van Sonsbeeck, die ook het schilderij van Baer, Untitled (Double Bar-Red), koos om ze bij te zetten. Voor de rest zijn de muren leeg. Alle kunst is laag-bij-de-gronds. Aards.

Vorig jaar waren de Moles of Modernism al te zien bij het Glazen huis, de tentoonstellingsruimte van Zone2source in het Amsterdamse Amstelpark. Daar wemelt het wel van de mollen en dus van de molshopen. Van Sonsbeeck (Utrecht,1976) haalde het landschap er van buiten naar binnen. Die dimensie ontbreekt in het Kröller-Müller, al besef je misschien pas dat er buiten geen mollen zijn als je hun hopen binnen gezien hebt.

Het modernisme beschrijft Van Sonsbeeck als triomf van de menselijke beheersing van de natuur. Het gazon als modernistisch schilderij, waarvan hier juist de verstoring wordt gevierd.

Realisme

Bij oudere kunst geeft het vaak een kick dat een mens die natuur zo goed kan imiteren. Ik herinner me een anekdote over een spiertje in de onderarm van de Mozes van Michelangelo. Dat spiertje is alleen zichtbaar als iemand zijn pink omhoog doet. Michelangelo hakte dat spiertje in het marmer van zijn Mozes. Naar verluidt vond Michelangelo Mozes zijn meest levensechte beeld. Toen het klaar was zou hij tegen het beeld gezegd hebben: „Waarom praat je niet?”

Zo’n triomf van realisme bieden de molshopen niet. Maar ze passen wel in het onbedoelde plan waar kunstenaars en technici al sinds de prehistorie mee bezig lijken: het kopiëren van alles, ja alles wat zich op deze aarde bevindt.

De molshopen van Sarah van Sonsbeeck op ‘Moles of Modernism’
Foto’s Gert Jan van Rooij

Dat imiteren kan steeds beter met behulp van machines. Van Sonsbeeck maakte mallen van vier molshopen, een uit Almere en drie uit De Harskamp, een dorp aan de rand van de Veluwe, met behulp van een 3D-scanner. Daarmee konden de molshopen in allerlei materialen worden uitgevoerd. In en voor het Kröller-Müller liggen er tachtig, van plastic, brons, keramiek, glas, rubber, gips, bijenwas en vogelzaad. Die van vogelzaad is al een keer vervangen. Eén van brons die buiten ligt kleurt al groen omdat er honden of herten op hebben geplast.

De materialen delen de molshopen met kunstwerken uit de collectie van het Kröller-Müller. Jammer dat er geen van linnen bij zit, in dit museum vast nog steeds het meest voorkomende materiaal, waar Van Gogh sterren op vormde en Mondriaan vlakken. Maar er zit er wel een van verf bij! En van brons, glas en keramiek, in de collectie ook goed vertegenwoordigd en dus te generiek om thuis te brengen.

Vogelzaad

Maar welk werk is van bijenwas of vogelzaad? Ik denk aan Marinus Boezem, de Nederlandse conceptuele kunstenaar die met vogelzaad de plattegrond van een kathedraal legde. Het museum blijkt een video-installatie van deze actie te bezitten. De Duitse kunstenaar Wolfgang Laib maakt van bijenwas sterk geurende gangen, maar van hem heeft het museum niets (De Pont heeft wel zo’n schitterend gangetje). Maar misschien is zo’n zoektocht te letterlijk. Welk materiaal is door beeldend kunstenaars niet gebruikt sinds het begin van de vorige eeuw, van eigen menstruatiebloed tot niets? Misschien ligt er in het Kröller-Müller ook wel een onzichtbare molshoop.

Van Sonsbeeck werkte zelf eerder ook met ongebruikelijke materialen. Een van haar mooiste werken was een installatie met goudkleurige reddingsdekens, waarvan ze er in 2017 333 op de vloer van de Oude Kerk in Amsterdam neerlegde. Het Kröller-Müller noemt het werk een ode aan de kunstgeschiedenis, maar je kunt het tegelijkertijd als kritiek zien, milde rebellie tegen het modernisme, zacht als mollenvacht of hertenfluweel. Laten we slapte vieren. Tegenstellingen als natuur-cultuur, echt en kunstmatig, origineel en kopie worden hier op de schop genomen. Wie wil kan in de molshopen vast ook allerlei metaforen zien. Allemaal hopen, allemaal mensen. Zoek de verschillen. Zoek de overeenkomsten. Maar het hoeft niet.

Sarah van Sonsbeeck: Moles of Modernism. In Kröller-Müller Museum, Otterlo. T/m 3 december. Info: krollermuller.nl