Milan Kundera: meester van ironie en scepsis

Necrologie

Milan Kundera (1929-2023) | schrijver Milan Kundera was een van de belangrijkste naoorlogse Tsjechische schrijvers, maar hij schreef een groot deel van zijn oeuvre in het Frans. De mogelijkheden van de roman waren volgens hem nog lang niet uitgeput.

Milan Kundera in 1973 in Praag
Milan Kundera in 1973 in Praag Foto AFP

Tot aan de verfilming van zijn roman De ondraaglijke lichtheid van het bestaan in 1988 was Milan Kundera een schrijver voor literaire fijnproevers. Maar die film over een overspelige, lichtzinnige hersenchirurg, zijn twee geliefden en een literatuurprofessor, wier levens door de gewelddadige onderdrukking van de Praagse Lente in 1968 door troepen van het Warschaupact drastisch worden omgegooid, maakte hem wereldberoemd. Hij woonde toen al sinds 1975 als balling in Parijs, de stad waar hij dinsdag op 94-jarige leeftijd overleed.

Kundera (Brno, 1929) was een van de belangrijkste naoorlogse Tsjechische schrijvers. Jaarlijks werd hij genoemd als een serieuze kandidaat voor de Nobelprijs voor Literatuur. Zijn omvangrijke oeuvre getuigt van invloeden van alle klassieke grootheden uit de Europese letteren. Zo is De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (1984) net als veel van zijn andere romans een conte philosophique in de traditie van de achttiende-eeuwse Verlichtingsfilosofen Voltaire en Diderot. Via zijn personages filosofeert Kundera over zowel het communisme als het doel van het leven, het toeval, het wezen van de roman, de betekenis van kunst, ballingschap, liefde en seks. Thema’s die elke nieuwe roman van zijn hand tot een bestseller zouden maken.

Kundera studeerde aan de filmacademie in Praag, waar hij later jarenlang literatuurwetenschap zou doceren. In de jaren vijftig debuteerde hij met poëzie. In zijn laatste bundel, Monology (1957), zette hij zich in erotisch getinte gedichten af tegen het optimistische mensbeeld dat door de verplichte leer van het socialistische realisme werd geëist. De ontredderde, cynische mens, een individualist die in een kille wereld zijn ‘ware ik’ probeerde te ontdekken, stond in die gedichten centraal. Monology werd bedolven onder een golf van protest en kon pas acht jaar later worden herdrukt.

Erotiek

Kundera’s mensbeeld was toen al veranderd. De poëzie had hij inmiddels ingeruild voor proza- en toneelwerken, waarin hij zich een meester van de ironie en de scepsis toonde. Alleen zijn preoccupatie met erotiek was nog niet verdwenen.

Hij begon nu te experimenteren met uiteenlopende vertelvormen. Ook bleek hij een duidelijke affiniteit te hebben met de Renaissance en de Verlichting, in het bijzonder met Boccaccio en Diderot, wier manier van vertellen hij transponeerde naar de moderne tijd in een Midden-Europees communistisch land.

Door die aanpak werd hij algauw een dissident. Tot twee keer toe zou hij uit de communistische partij worden gegooid. Hij liet zich er echter niet door intimideren en hield op het Vierde Schrijverscongres in 1967 een felle rede waarin hij de wandaden van de Stalinterreur kritiseerde en het bestaansrecht van de Tsjechische cultuur op de agenda zette.

In hetzelfde jaar verscheen zijn debuutroman De grap, die net als zijn verhalenbundel Lachwekkende liefdes (1968) in een oplage van honderdvijftigduizend exemplaren verscheen en na het neerslaan van de Praagse Lente verboden zou worden.

De grap, geschreven met een knipoog naar Jaroslav Hašeks schelmenroman De lotgevallen van de brave soldaat Švejk, is misschien wel Kundera’s beste boek. Hoofdpersoon is de student Ludvík, die in alle opzichten geruïneerd wordt als gevolg van een grap die hij uithaalt door aan zijn naïeve, communistische vriendin Markéta een briefkaart te sturen met de tekst: ‘Optimisme is opium van het volk! Een gezonde geest riekt naar domheid. Leve Trotski!’ De briefkaart valt in verkeerde handen, waarna Ludvik wegens trotskistische afwijkingen uit de Studentenbond wordt gegooid en enkele jaren in de kolenmijnen moet werken. Na zijn vrijlating verleidt hij uit wraak de vrouw van zijn beul. Maar die blijkt al jaren op het overspel van zijn vrouw te zitten wachten om van haar af te komen. Met die onverwachte plotwending benadrukt Kundera zowel de ironie van het lot als de lachwekkendheid van de geschiedenis.

Ook zijn volgende romans Het leven is elders (1970) en De afscheidswals (1972) bevatten die thematiek, die hem tot een postmoderne, magisch realistische meester van de vervreemding zal maken.

Praagse lente

Na het neerslaan van de Praagse Lente wordt Kundera ontslagen aan de filmacademie en wijdt hij zich geheel aan het schrijven. Zijn boeken mogen echter alleen nog in het buitenland verschijnen. In 1975 emigreert hij daarom naar Frankrijk, waar hij twee jaar eerder de Prix Médicis heeft gekregen voor zijn roman Het leven is elders. In 1979 wordt hem zijn Tsjechische staatsburgerschap ontnomen. Vanaf de publicatie in 1995 van roman La lenteur (De traagheid) schrijft hij alleen nog in het Frans, waar zijn met seks en filosofie gelardeerde romans over liefde en identiteit het meer dan goed doen.

Uit zijn essaybundels De kunst van de roman (1986) en Verraden testamenten (1993) blijkt dat behalve Diderot en Boccaccio ook andere vernieuwende schrijvers zoals Cervantes, Goethe, Musil, Kafka en Laurence Sterne grote voorbeelden voor hem geweest zijn. In een interview met Philip Roth in diens bundel met schrijversinterviews Shop Talk (2001) zei hij daarover : ‘Sterne en Diderot zagen de roman als een grandioos spel. Ze ontdekten de humor van de romanvorm. Als ik geleerde betogen hoor dat de roman zijn mogelijkheden heeft uitgeput, heb ik precies het tegenovergestelde gevoel: in de loop van zijn geschiedenis heeft de roman veel van zijn mogelijkheden gemist.’ Juist daarom verdedigde hij ook de Britse schrijver Salman Rushdie toen die in 1988 een fatwa over zich kreeg uitgesproken vanwege zijn speelse roman The Satanic Verses.

Na de Fluwelen Revolutie van 1989, die de dissidente schrijver Václav Havel in Tsjechië aan de macht bracht, verhuisde Kundera niet terug naar zijn geboorteland. De reden daarvoor valt op te maken uit zijn in 1999 verschenen roman L’ignorance (Onwetendheid), waarin hij aan de hand van drie personages laat zien hoe ontworteld voormalige ballingen zich voelen in een Tsjechië dat het communisme van zich heeft afgeschud en alleen nog geïnteresseerd is in geld en succes.

In 2008 zou blijken dat er mogelijk nog een andere reden bestond voor zijn weigering om naar Tsjechië terug te keren toen het tijdschrift Respekt een artikel publiceerde waarin Kundera ervan werd beschuldigd in zijn studententijd een medestudent te hebben verraden die voor het Westen zou spioneren. Het leek een schandvlek op Kundera’s blazoen te worden. Maar de beschuldiging kon niet hard worden gemaakt. Misschien wilde iemand gewoon een foute grap uithalen met de teruggetrokken levende schrijver, die op 1 april was geboren.