Micheál Martin is de nieuwe premier van Ierland. Het parlement stemde donderdag in met zijn benoeming, zo meldt persbureau Reuters, nadat zijn centrumrechtse partij Fianna Fáil in november als grootste uit de stembus kwam. Martin (64) was van 2020-2022 ook al premier en sindsdien vicepremier.
Fianna Fáil bereikte eerder deze maand een akkoord met de centrumrechtse partij Fine Gael van uittredend premier Simon Harris. De twee partijen, die de Ierse politiek al decennia domineren en ook in de vorige regering zaten, kwamen één zetel tekort voor een meerderheid en zochten daarom gedoogsteun bij onafhankelijke Lagerhuissleden.
De stemming zou eigenlijk woensdag hebben plaatsgevonden, maar ontaardde in chaos toen de oppositie protest aantekende tegen de onafhankelijke parlementariërs die de nieuwe coalitie steunden. Zij namen hun plaats in de oppositiebanken in, wat betekent dat ze extra spreektijd kregen. Leden van onder meer het linkse Sinn Féin, de grootste oppositiepartij, vonden dat oneerlijk. Tot vier keer toe werd de zitting geschorst.
Martin neemt de leiding over van Harris, de leider van Fine Gael, maar hij zal later weer terugkeren als premier. De partijen Fianna Fáil en Fine Gael hebben, net als in de vorige regering, afspraken gemaakt over het afwisselen van het premierschap: Martin is premier tot 2027 en maakt dan weer plaats voor Harris, aldus Reuters.
Goedemorgen! Lampenfabrikant Signify presenteerde zojuist zijn jaarcijfers. De omzet van de voormalige lichtdivisie van Philips daalde in 2024 met 6,6 procent ten opzichte van het jaar ervoor, tot 6,14 miljard euro. Onderaan de streep steeg de winst wel flink tot 334 miljoen euro, ruim de helft meer dan vorig jaar. Dat is vooral te danken aan kostenreducties. Signify heeft al jaren te kampen met teruglopende verkopen. Dat komt onder andere doordat er steeds meer ledlampen gebruikt worden. Die hebben een veel langere levensduur dan de oude gloei- of spaarlampen.
Signify maakte ook bekend dat topman Eric Rondolat vroegtijdig op zal stappen na de aandeelhoudersvergadering in april. Vorig jaar werd hij nog voor een termijn van vier jaar herbenoemd. Rondolat leidt het bedrijf al sinds de verzelfstandiging in 2016 en stond ook al een aantal jaar aan het roer toen de lampenmaker nog onderdeel van Philips was. Een opvolger wordt nog gezocht.
Dit viel verder op in het nieuws vanochtend:
Nog meer Philips-nieuws: in de Verenigde Staten zijn mogelijk twee doden gevallen doordat een hartritme-meter van het zorgtechbedrijf filmpjes die konden duiden op een gevaarlijke hartritmestoornis door een fout niet naar medisch specialisten doorstuurde. Dat meldt het Eindhovens Dagblad.
Het kopen van een huis was voor starters nog nooit zo duur als nu, zeggen onderzoekers van ING tegen onder andere BNR. De bank spreekt van „historisch slechte betaalbaarheid”. Nieuwe kopers zijn sinds 2002 naar schatting zo’n 30 procent van hun besteedbaar inkomen kwijt aan hypotheeklasten, meer dan het langjarig gemiddelde van 25 procent. De gebrekkige betaalbaarheid komt doordat de netto hypotheeklasten mee zijn gestegen met de inkomens. Daar zal voorlopig geen verandering in komen, denkt de bank.
Nederland is een nieuw investeringsfonds voor kwantumbedrijven rijker, meldt Het Financieele Dagblad. Het is het eerste private fonds dat zich volledig op kwantumtechbedrijven richt. De investeerder begint met 25 miljoen euro, afkomstig van rijke families en ondernemers, en richt zich op startups die nog geen andere professionele geldschieters aan boord hebben.
De vrijwillige uitkoopregeling voor veehouders is vooral in Limburg populair, schrijft de Volkskrant. In totaal 1.586 boeren hebben zich inmiddels voor de regeling aangemeld. Varkensboeren vormen het grootste deel van die groep.
Voor veel Nederlandse treinreizigers is het elke dag weer spannend of ze op tijd op hun afspraak aankomen. Dat het ook heel anders kan, zag verslaggever Milo van Bokkum toen hij laatst drie dagen per spoor door Zwitserland trok. Wat kunnen we leren van de Zwitserse spoorwegen?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected]
In een boekenkastje op straat vond ik het jubileumnummer – het 200ste – uit 1974 van Tirade, het nog steeds bestaande literaire tijdschrift. Op de achterkant stonden in alfabetische volgorde de namen van de 44 auteurs die hadden meegewerkt. Mijn god, kreunde ik, wat heb je weer huisgehouden. Vrijwel niemand leefde nog.
De lijst begint met A. Alberts en eindigt met Kees Winkler. Daartussen staan veel grote reputaties, zoals Jeroen Brouwers, Remco Campert, Simon Carmiggelt, Elisabeth Eybers, F. Harmsen van Beek, Judith Herzberg, Pierre Kemp, Rutger Kopland, Adriaan Morriën, Karel van het Reve, Alfons de Ridder (Willem Elsschot), A. Roland Holst, M. Vasalis en Leo Vroman.
Van de hele lijst zijn alleen Judith Herzberg, Janne Wijnalda en L.H. Wiener nog in leven. (Onder het voorbehoud dat ik van één schrijver geen nadere gegevens kon vinden.) De schrijvers waren doorgaans favorieten van uitgever Geert van Oorschot, van velen had hij zelf werk gepubliceerd. In zijn inleiding vraagt Van Oorschot, de enige redacteur van dit nummer, zich met een zweem van zelfkritiek af of Tirade een ‘uitstekend’ blad is. „Nee, dat is het niet”, moet hij toegeven. „Tirade is een áardig, leesbaar blad. En zo af en toe heeft het een volwaardig excellent nummer.”
Hij zocht competente redacteuren en noemde voor hen alvast wat interessante onderwerpen, zoals „de domme en geborneerde literaire naschrijf-kritiek in dag- en weekbladen” en „de verontrustende neergang van een groot literair talent (G.K. van het Reve)”. In de slotregel sprak Van Oorschot de hoop uit dat „misschien na het lezen van dit nummer sommigen zullen zeggen: hè, Tirade heeft toch een duidelijk en eigen gezicht.”
Zijn vriend Jeroen Brouwers dacht daar anders over. Hij noemde de redacteuren van het blad in een brief uit 1979 „on-waakzaam en on-attent”. Van Oorschot vroeg hem daarop het blad zelf te runnen, maar Brouwers weigerde: „Mijn opvattingen zijn andere dan jouw opvattingen.”
De lijst in het jubileumnummer bevatte enkele mij onbekende namen, één naam herinnerde ik mij vaag: Agnes de Graaf, een dichteres van quasi-naïeve poëzie, die in 1970 op 22-jarige leeftijd bij Van Oorschot debuteerde met de bundel Gotweet wat voor ongelukken hiervan komen. Leefde zij nog?
Joris van Casteren zocht haar in 2001 op voor een serie over vergeten schrijvers in De Groene Amsterdammer. Ze was toen 53 jaar en woonde „met haar Schotse vrijer” in een huisje in de heuvels van Wales. Ze vertelde hoe graag Theo Sontrop haar gedichten bij Meulenhoff zou hebben uitgegeven, maar dat ze gekozen had voor Van Oorschot. Hoewel Hollands Maandblad van K.L Poll en Tirade gedichten bleven afdrukken, weigerde Van Oorschot een tweede manuscript. De Graaf scheidde van haar man en begon een tweede leven in Wales. Ze probeerde nu in het Engels te dichten. Daarmee eindigt het verhaal in De Groene.
En daarna? Toen ging het helemaal mis met Agnes de Graaf. Op 11 september 2016 verdween ze, 68 jaar oud, uit haar huis in Wales en sindsdien is ze vermist. Er werd naarstig naar haar gezocht, een spoor leidde via een weiland naar een rivier, maar haar lichaam is nooit gevonden. Ze is later officieel doodverklaard.
Die titel van haar debuut zou je een macabere vooruitwijzing kunnen noemen.
Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon: 113, 0800-0113 of www.113.nl.