N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Michael De Cock, Artistiek leider KVS Scheidend artistiek leider van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel Michael De Cock ziet dat kunst en cultuur in België verwaarloosd worden.
Hij is onlangs 50 geworden en vindt dat hij daarmee ervaring genoeg heeft om „eens een grote bek op te zetten”. Daar is het volgens Michael De Cock, gelauwerd acteur, schrijver en artistiek leider van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel, de hoogste tijd voor. Over exact een jaar zijn de Belgische verkiezingen, op federaal, regionaal en lokaal niveau. Een ruk naar rechts lijkt volgens de meest recente peilingen in Vlaanderen een logische uitslag, met de nationalistische N-VA en de populistische partij Vlaams Belang als verwachte winnaars. Dat is slecht nieuws voor de kunsten in België, vindt hij. Die partijen hebben volgens hem namelijk vooral identitaire bedoelingen met cultuur luidt in zijn boek Alleen verbeelding kan ons redden daarom nú de noodklok. Sinds de gedwongen sluitingen van culturele instellingen tijdens de pandemie bekruipt hem het gevoel dat kunst en cultuur in België verwaarloosd worden, en dat gevoel wordt niet beter. „De hele sector”, zegt hij in zijn kantoor op de vierde etage van een statig pand aan de Brusselse Arduinkaai, „wordt niet meer als essentieel beschouwd.” En daarvan geeft hij de politiek de schuld. „De politieke klasse vindt het makkelijk om populistisch te doen over een zogenaamde elitaire kunstklasse en ziet niet langer de verbindende factor van kunst.”
De Cock besloot om niet een essay, maar een heel boek te wijden aan het essentiële belang van de kunsten voor een gezonde democratie. Daarin blikt hij ook terug op een generatie theatermakers die hem het vak leerde, maar die inmiddels, al dan niet door een #MeToo-schandaal, hebben geleerd dat ook in de kunsten de tijden en de mores zijn veranderd.
Ontlezing
De Cock wijst in zijn boek niet alleen naar de Belgische politiek. Ook het onderwijs en de media geeft hij een veeg uit de pan. In de ontlezing op basisscholen en het gebrek aan diepgravende cultuurjournalistiek in Vlaamse kranten en bladen ziet hij extra redenen om zich nu uit te spreken. „Want kunst is geen verworven recht”, zegt hij. „Dat is de illusie waarin wij verkeren. Kunsten moeten vrij zijn en kritisch ten opzichte van de macht. Dat is onze taak. En dat moeten we met klem en met luide stem verdedigen.”
De Cock ziet aan de steeds verder slinkende cultuursubsidies in Vlaanderen dat het de verkeerde kant op gaat.
De Cock heeft zich tot doel gesteld om ‘zijn theaterhuis’ in hartje Brussel, hartje Vlaanderen, hartje Europa, een plek te laten zijn waar iedereen „een keer kan ontdekken dat dit gebouw ook van hem of haar kan zijn.” Daarom streeft hij naar de grootst mogelijke diversiteit in de voorstellingen die hij samen met zijn artistieke staf programmeert, „een meerstemmigheid” in zijn woorden, om zo ook een afspiegeling te kunnen zijn van Brussel, een stad met 180 nationaliteiten. Een blik op zijn loonlijst zou volgens hem genoeg moeten zijn om te concluderen dat er geen theater in Vlaanderen staat dat diverser is. „Alleen dan heb je de beste garantie op het beste theater”, zegt De Cock. „En dat is theater dat ik als witte man niet kan bedenken of verzinnen, omdat ik nu eenmaal een witte man ben. Over dit belangrijke besef gaat het vaak in de samenleving van vandaag: ik ben niet meerstemmig van mezelf. Ik heb er andere stemmen voor nodig.”
Splinterbom
„Degene die dat narratief bepaalt, heeft ongelooflijk veel macht”, stelt De Cock. „Als daar iemand mag komen vertellen over zangeres Miriam Makeba of over hoe de eerste generatie migranten naar Molenbeek kwam, dan is dat belangrijk. En dan zit het hier afgeladen vol.” Brussel noemt hij „een splinterbom” aan mensen en culturen. Geen betere proeftuin voor de podiumkunsten dan daar.
Het nieuwe theaterseizoen, dat begint in september, staat bij de KVS onder andere in het teken van die Belgische verkiezingen volgend jaar. Veel makers hebben met dat thema in het achterhoofd een antwoord geformuleerd op de vraag waarom cultuur volgens hen belangrijk is in een democratie.
Dat belang kan wat De Cock betreft niet duidelijk genoeg onderstreept worden. Onlangs is Filip Brusselmans, een jonge politicus namens Vlaams Belang, aangesteld als lid van de Raad van Bestuur van de KVS. Dat moet, in het kader van het Vlaamse Cultuurpact, dat sinds 1972 voorschrijft dat culturele instellingen pluralistisch moeten zijn en niemand mogen discrimineren. „Ons huis zal hem wel overleven”, zegt de directeur. „Maar in naam van onze artiesten en ons publiek weiger ik zo’n aanstelling te bagatelliseren. Men zou die man wel eens mogen gaan volgen en beseffen dat bepaalde uitlatingen [Brusselmans vindt transgenders abnormaal, red.] niet zorgen voor een al te best signaal naar de buitenwereld.”