N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Algemene politieke beschouwingen De premier is zo goed als uitgespeeld en de Tweede Kamer doet geen moment alsof dat misschien anders is. Hij krijgt veel vragen, maar met hém worden geen zaken meer gedaan. Dat doen de fracties onderling.
Mark Rutte gaat wat rechter op staan, zijn schouders naar achteren, en zegt nee. Het is dag twee van de Algemene Politieke Beschouwingen, het belangrijkste politieke debat van het jaar, en Pieter Omtzigt staat bij de interruptiemicrofoon, tegenover Rutte. Omtzigt wil van het demissionaire kabinet maatregelen om de arbeidsmigratie te beperken, waar Rutte IV het voor de zomer al over eens leek te zijn. Net voordat het kabinet viel. Omtzigt had er daarna zelf ook nog een motie over ingediend, die werd gesteund door een meerderheid in de Tweede Kamer.
Maar Rutte weigert. Op afstandelijke toon zegt hij dat „het zo niet werkt”. „Het kabinet bestuurt, de Kamer controleert. Het kabinet is géén verlengstuk van de Tweede Kamer.” Pieter Omtzigt, nu nog in zijn eentje Tweede Kamerlid, geeft niet op. Zijn stem wordt hoger. „Voorzitter”, zegt hij, „ik verwacht dat het kabinet het wél doet.”
Het is de oude macht tegen de nieuwe. Rutte, demissionair premier en niet meer de lijsttrekker van de VVD, staat er zo goed als zeker voor het laatst. Omtzigt staat er zo goed als zeker voor het laatst alleen. Zijn nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract kan volgens de Peilingwijzer, een gewogen gemiddelde van twee peilingen, rekenen op 25 tot 31 zetels. Meer dan de VVD.
Het is zeker dat Klaver eerder stopt in zijn rol dan ik in die van mij
Mark Rutte
Maar dat telt nu nog niet, de verkiezingen zijn pas op 22 november. En Omtzigt mag van de Kamervoorzitter maar drie keer iets vragen aan Rutte, daarna is iemand anders aan de beurt. Omtzigt krijgt zijn zin niet.
Buiten het zicht van camera’s
Al is het zeker ook niet zo dat Rutte de toon en de inhoud van het debat op donderdag bepaalt. Hij is zo goed als uitgespeeld en de Tweede Kamer doet geen moment alsof dat misschien toch anders is. Hij krijgt veel vragen, maar met hém worden er geen zaken meer gedaan. Dat doen de fracties onderling. In de bankjes en buiten het zicht van de camera’s in de wandelgangen zochten ze bij elkaar meerderheden voor hun voorstellen over verhoging van het minimumloon, meer geld voor het openbaar vervoer, de kinderopvangtoeslag, het kindgebondenbudget. Er zijn geen coalitieafspraken meer, iedereen liep door elkaar heen. En dus kon je CDA-leider Henri Bontenbal bij Lilian Marijnissen van de SP zien staan voor overleg, PVV’er Fleur Agema ging met een papier in haar hand buurten bij Denk-fractievoorzitter Stephan van Baarle, PvdA’er Attje Kuiken stond bij Geert Wilders, GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver bij Caroline van der Plas van BBB.
Enorm grote, dure plannen. Wil mevrouw Van der Plas zeggen hoe ze dat betaalt?
Jan Paternotte
Mark Rutte zelf lijkt helemaal niet te vinden dat hij al is uitgespeeld. Was niemand opvallend fel tegen hém, hij had zelf overduidelijk wel zin om alvast een beetje mee te doen aan de verkiezingscampagne. Als Jesse Klaver tegen hem zegt dat deze Algemene Politieke Beschouwingen zijn laatste zijn, zegt Rutte: „Ja, en voor ú ook hè.” Niet Klaver, maar Frans Timmermans werd de leider van GroenLinks-PvdA. Rutte zegt ook dat misschien nog niet duidelijk is hoe lang hij er zelf nog zal zitten als demissionair premier, dat hangt af van de kabinetsformatie. Maar: „Het is in elk geval zeker dat Klaver eerder stopt in zijn rol dan ik in die van mij.”
Als het over stikstof gaat en Van der Plas „serieuzere antwoorden” van hem wil omdat „het land in de fik staat” en mensen niks van zijn „lolligheid” moeten hebben , reageert hij geïrriteerd. Met zijn armen over elkaar en een strak gezicht zegt hij dat Van der Plas „niet het monopolie heeft op de emotie en de zorgen van de mensen die te maken met de stikstofproblemen”. En: „Dus laat zij nou stoppen met dat helemaal te claimen, alsof zij de enige is dat doorheeft.”
Zo doet hij ook tegen Pieter Omtzigt. Het is al in de ochtend als Rutte bijna venijnig op hem reageert. Omtzigt staat voor het eerst bij de interruptiemicrofoon en begint over gaswinning in de Noordzee, waar hij het kabinet al eerder vragen over heeft gesteld. „Ah ja”, zegt Rutte, „de heer Omtzigt heeft de traditie om alle vragen die hij gesteld heeft en waarvan hij wéét dat de antwoorden komen toch nog een keer te stellen bij tussentijdse debatten.” Omtzigt krijgt het antwoord in oktober, zegt Rutte. „Maar dat wist u al”, en hij kijkt weg.
Snoepjes
Bij dit debat, over de Miljoenennota, zit altijd het hele kabinet in het zogenoemde ‘vak K’. Twee dagen lang, al praat alleen Rutte tegen de Tweede Kamer. De ministers en staatssecretarissen zitten hun stukken te lezen, ze appen met elkaar, eten snoepjes: er zijn enveloppen met Engelse drop. Het is de bedoeling dat ze ook opletten. Maar bij veel van hen kwam daar deze keer weinig van terecht. Demissionair minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf (D66), die erom bekend staat dat hij altijd aandachtig luistert bij debatten, kijkt deze keer nauwelijks op als een fractievoorzitter aan het woord is.
Maar helemaal aan het eind, bij het indienen van de moties, let iedereen ineens wél op. Van der Plas komt met een motie, ook ondertekend door Omtzigt, over verhoging van het minimumloon. Dat loon moet volgens haar „enigszins” omhoog, en dat kan volgens BBB en Omtzigt worden betaald door geld te besparen aan „de uitgavenkant”.
Soms valt je mond een beetje open bij een motie, en dat is nu het geval
Mirjam Bikker
Andere fracties zijn dan al heel lang druk geweest met bedenken hoe ze hun plannen na Prinsjesdag, als correctie op de begroting van het kabinet, zouden kunnen betalen. ChristenUnie-leider Mirjam Bikker, die ook een motie indient over het verhogen van het minimumloon, is voor haar doen ongewoon scherp. Ze zegt: „Soms valt je mond een beetje open bij een motie, en dat is nu het geval.” Wat bedoelt Van der Plas precies met ‘een beetje’? Van der Plas zegt: „Eén of twee procent.”
Wat daarna gebeurt: de ene na de andere fractievoorzitter komt bij de interruptiemicrofoon zeggen hoe raar en vaag ze het idee vinden. Van der Plas blijft volhouden dat het wél kan. De overheid, zegt ze, kan bijvoorbeeld bezuinigen op het inhuren van adviseurs. En anders kan het kabinet volgens haar ook wel zelf met een voorstel komen. Daar wordt hard en honend om gelachen in de zaal en op de tribune.
Henri Bontenbal van het CDA noemt het „een gratis-bier-motie” en „niet financieel degelijk”. En weet Van der Plas wat het kost, die verhoging? Van der Plas heeft geen idee en weer wordt er hard gelachen. Jesse Klaver van GroenLinks vindt dat zij eigenlijk zegt: „We kunnen als overheid alles uitgeven wat we willen en we gaan de belastingen verlagen.” Dat noemt hij „niet eerlijk” tegen de kiezer.
Sophie Hermans van de VVD zegt dat Kamerleden hun werk „verantwoordelijk en gedegen” moeten doen, dat is volgens haar níét zoals Van der Plas het doet. „Het moet bij elkaar opgeteld maar een beetje kloppen.” Jan Paternotte haalt hele BBB-verkiezingsprogramma erbij. „Enorm grote plannen die ontzettend duur zijn. Wil mevrouw Van der Plas zeggen hoe ze dat gaat betalen?”
De heer Omtzigt heeft de traditie om alle vragen die hij gesteld heeft nog eens te stellen
Mark Rutte
De grote winnaar van de provinciale verkiezingen in maart, lijkt het idee te zijn bij de meeste fracties, valt hier gigantisch door de mand. In de bankjes stoten Kamerleden elkaar aan, ze lachen ook naar elkaar. De nieuwe fractieleden van BBB, overgestapt van de PVV en JA21, zitten stil naast elkaar in de bankjes.
Pieter Omtzigt blijft al die tijd ook zitten.
Even later is hij aan de beurt om met moties te komen, en hij begint met een opmerking: dat de Tweede Kamer met zo enorm veel moties is gekomen, over zoveel onderwerpen, noemt hij „overmoedig”. Hij houdt een pleidooi voor zorgvuldig bestuur, de tijd nemen om na te denken. Maar hoe zit het dan, vraagt Sophie Hermans, met de motie waar zijn naam ook onder staat, over het minimumloon? Omtzigt geeft bijna dezelfde antwoorden als Van der Plas, met wat bedragen erbij. Hij noemt de motie „een signaal” dat hij niet principieel tegen het verhogen van het minimumloon is.
Wat opvalt: Bontenbal, Paternotte en Klaver zeggen er niets over. Mirjam Bikker wel, maar op een heel andere toon dan tegen Van der Plas. Omtzigt heeft dan al gezegd, wat hij vaker doet, hoe moeilijk het voor hem is om als afgesplitste eenpitter zijn werk te doen, met nauwelijks ondersteuning, minder geld, weinig spreektijd.
Na het debat zegt Bikker dat ze toen zag dat hij „het moeilijk vond”, ze wilde het hem niet nog moeilijker maken. Henri Bontenbal, van het ‘gratis bier’, zegt dat hij niet was opgestaan bij Omtzigt omdat hij bij scherpe vragen over hem veel kritiek over zich heen krijgt van mensen. Dat weerhoudt hem ervan.
Later op de avond wordt er gestemd. De motie van BBB en Omtzigt haalt het niet.