Met zijn bronzen stem hoorde Kris Kristofferson bij de country-adel, maar hij was ook een zelfverklaard outlaw

De veelzijdige Kris Kristofferson was zanger, acteur, familieman, activist en sekssymbool. Met zijn bronzen stem en gevoelige gitaarakkoorden hoorde hij bij de country-adel in Nashville, maar hij was ook een zelfverklaard outlaw. Kristofferson werd een filmster door zijn hoofdrol in de film A Star Is Born (1976), en zal onsterfelijk blijken als auteur van liedjes als ‘Me & Bobby McGee’ en ‘Why Me’. Hij overleed zaterdag op 88-jarige leeftijd, thuis in Maui, Hawaii. Hij was drie keer getrouwd en kreeg acht kinderen.

Kristofferson maakte muziek tot zijn geheugen achteruitging. Op zijn laatste, achttiende album The Cedar Creek Sessions (2016) klinkt hij kwetsbaar maar zingt nauwkeurig. Het album leverde hem nog een Grammy-nominatie op.

De in 1936 in Texas geboren Kristoffer Kristofferson had meerdere talenten. Als jongeman blonk hij uit in rugby, hij studeerde af in Engelse literatuur, werd opgeleid als helikopterpiloot tijdens militaire dienst en werkte korte tijd als baggeraar. Maar anders dan zijn militaristische vader wenste, verhuisde hij om carrière te maken in de muziek in 1965 naar Nashville en begon hij liedjes te schrijven. Vaak deed hij dat ’s nachts als hij vrij had van zijn werk op een boorplatform, waar hij geïnspireerd door de liefde voor de poëzie van bijvoorbeeld William Blake, gevoelige teksten componeerde.

New York, 1979, vlnr: actrice Candice Bergen, zangeres Rita Coolidge, Kris Kristofferson, zanger Willie Nelson en acteur Burt Reynolds.
Foto Richard Drew

‘Me & Bobby McGee’

Hij had eerst vooral succes als schrijver voor anderen, meer dan als uitvoerende muzikant. Vanaf het moment dat hij de aandacht van country-ster Johnny Cash wist te vangen – door met een helikopter en een stel liedjes in zijn voortuin te landen – was Cash een trouwe vertolker, bijvoorbeeld van het lied ‘Sunday Morning Coming Down’ (1969), over de kater op zondag die desondanks meer drankconsumptie niet in de weg stond. Na eerdere versies – van Kristofferson zelf en Waylon Jennings – werd het een hit in de uitvoering van Johnny Cash, die de woorden ‘And the beer I had for breakfast wasn’t bad/ So I had one more for dessert’ een mooi ironische lading gaf.

Grote bijval kreeg zijn nummer ‘Me & Bobby McGee’. Niet dankzij de interpretatie van de softe Roger Miller die het refrein een honkytonk-ritme meegaf. Maar door de versie van Janis Joplin, die het opnam enkele dagen voor haar dood in 1970. Het werd postuum in 1971 haar grootste hit. ‘Me & Bobby McGee’ is zowel verhalend als filosofisch. Door de kroniek over twee vrijbuiters weefde Kristofferson een tijdloze waarheid: ‘Freedom is just another word for nothin’ left to lose’. Aan Joplins schrijnende intonatie hoor je dat zij die verscheurdheid kende.

Collega Willie Nelson nam zelfs een heel album met zijn liedjes op: Willie Nelson Sings Kristofferson (1979). Met Nelson, Johnny Cash en Waylon Jennings zou Kristofferson in 1985 een supergroep oprichten: The Highwaymen. Ze hadden succes met drie albums en ze werden bekend als boegbeeld van ‘outlaw country’. Deze outlaws verzetten zich tegen de lopende band-songs uit Nashville. Ze schreven en produceerden zelf, en zongen over onderwerpen die destijds niet in het country-songbook voorkwamen: zoals in ‘Deportee (Plane Wreck at Los Gatos)’, over racisme jegens migranten.

Acteercarrière

Ondertussen had Kristofferson ook een acteercarrière opgebouwd, onder meer dankzij musicalfilm A Star Is Born (1976). Hij kreeg een Golden Globe voor zijn rol als John Howard, een zelfdestructieve zanger die verliefd wordt op zangeres Esther (Barbra Streisand). Film en soundtrack waren een internationaal succes, hij werd een sekssymbool, en de film kreeg een geslaagde remake in 2018 met onder anderen Lady Gaga. Hij speelde vervolgens in vele films en series, eindigend in 2021, met Blaze van regisseur Ethan Hawke.

De onder collega’s geliefde Kristofferson is na zijn dood herdacht door onder anderen Barbra Streisand, Dolly Parton, Wynonna Judd, acteur Josh Brolin. Zelfverklaard fan Nick Cave noemde hem in zijn nieuwe liedje ‘Frogs’: ‘It’s Sunday morning and I’m holding your hand (..)/ As Kris Kristofferson walks by kicking a can’, wellicht geïnspireerd door de melancholie van ‘Sunday Morning Coming Down’.

Kristofferson steunde anderen, bijvoorbeeld Sinead O’Connor bij het concert kort nadat ze op tv een foto van paus Johannes Paulus II had verscheurd. Hij prees haar moed en toen ze werd uitgejouwd door het publiek, omarmde hij haar met de woorden „Don’t let the bastards get you down” (ze antwoordde „I’m not down”).

Hij was een enthousiast liefhebber van marihuana, dat hem had geholpen ‘van de drank af te komen’ – als de joints zijn geheugen aantastten, dan moest dat maar. Hij zong dan ook uitbundig mee op de liefdesbetuiging aan de drug, met Willie Nelson en Snoop Dogg, in 2012: ‘Roll me up and smoke me when I die’.