Met Staples valt een kantoorgigant met een lange historie

Zo’n anderhalf jaar na het faillissement van Office Centre verliest Nederland opnieuw een bekende kantoorgroothandel. Het gaat om Staples, een Nederlands bedrijf dat afstamt van de gelijknamige Amerikaanse kantoorgigant. Bij het bedrijf werkten volgens cijfers uit 2021 ruim 160 werknemers. Het faillissement werd dinsdag in Utrecht uitgesproken.

Op de oorzaak wil curator Rinke Dulack desgevraagd nog niet ingaan. „Ik ben net een paar uur hier”, laat hij vanaf het kantoor van Staples in Almere weten. Voor zover Dulack kan zien is er niet één verklaring voor het faillissement, maar was het een „veelheid aan dingen” die het bedrijf in de problemen bracht. „We kijken nu eerst vooral naar een oplossing. Staples is een groot bedrijf, waarvan veel andere bedrijven afhankelijk zijn.”

Toch is het geen geheim dat verkopers van kantoorartikelen het al een aantal jaar lastig hebben. Staples kreeg in de coronapandemie een flinke tik, toen in maart 2020 een groot deel van Nederland opeens verplicht moest thuiswerken. Van de ene op de andere dag kwam het kantoorleven tot stilstand. Ook in het faillissementsverslag van Office Centre, dat in april 2022 failliet werd verklaard, wordt dit als een van de oorzaken genoemd.

De problemen van de sector zijn overigens dieper dan alleen de coronaschok. De kantoorbenodigdhedenbranche voelt ook de gevolgen van de digitalisering: kladblokken, enveloppen, printers en nietmachines maken op veel plekken plaats voor applicaties en de cloud. Bovendien zagen bedrijven als Staples en Office Centre zich in toenemende mate geconfronteerd met de concurrentie van grote online verkopers.

Cijfers over de financiële prestaties van Staples zijn er alleen tot 2020, het eerste jaar van de coronapandemie. Het bedrijf boekte daarin een omzet van 54 miljoen euro, bijna een derde minder dan het jaar ervoor. Onder de streep resteerde een nettoverlies van bijna 3,5 miljoen.

Een voormalig wereldspeler

Staples kent een lange geschiedenis in Nederland, zij het onder andere namen. De verkoper van kantoorartikelen komt voort uit een papiergroothandel die al in 1866 door de Amsterdammer George Hendrik Bührmann werd opgericht. Na de fusie met lettergieterij N. Tetterode ging het bedrijf de naam van beide oprichters dragen: Bührmann-Tetterode.

In de jaren zeventig en tachtig groeide het concern snel, onder meer door de overname van een hele reeks papier- en kartonfabrieken in met name Noord-Nederland. Begin jaren negentig volgde een nieuwe fusie, met de Koninklijke Nederlandse Papierfabrieken (KNP) en papierhandelshuis VRG (Van Reekum-Gepacy Papier). Bührmann-Tetterode werd toen omgedoopt tot KNP-BT.

Lang hield het bedrijf geen stand. Vanaf 1997 viel KNP-BT uit elkaar. Een Amerikaanse concurrent nam de papieractiviteiten over, de kartondivisie werd verzelfstandigd en overgenomen door Kappa Packaging – tegenwoordig Smurfit Kappa. Uiteindelijk bleef alleen de divisie voor kantoorartikelen over, die later werd omgedoopt tot Corporate Express.

Niettemin bleef het bedrijf ook na die splitsing een wereldspeler: met meer dan 5 miljard euro omzet in 2007 gold Corporate Express als een van de grootste handelaren in kantoorartikelen, actief in 21 landen. Daaraan kwam een einde toen in 2008 het Amerikaanse Staples het bedrijf overnam. De nieuwe aanwinst werd omgedoopt tot Staples International.


Lees ook
In de fabriek voor kantoorkasten maakt Ahrend nu de videobelcel

De belangrijkste fabriek van Ahrend, in Sint-Oedenrode, Noord-Brabant, heeft vijfhonderd productiewerknemers.

Burger King en Appelsientje

Rustig werd het daarmee niet. Het Amerikaanse moederbedrijf deed zijn Europese tak al na tien jaar weer van de hand, aan de Amerikaanse private-equityfirma Cerberus Capital. Die verkocht de activiteiten in de verschillende landen weer door aan lokale kantoorgroothandelaren. Voor de Benelux-afdeling werd als laatst een koper gevonden: in 2021 kocht de Amsterdamse private-equityfirma Standard Investment het onderdeel. Standard is ook eigenaar van Burger King Nederland en Appelsientje-eigenaar Riedel.

Voor Standard was het de tweede aankoop in die sector in korte tijd: een maand eerder had het ook al Office Centre overgenomen. Partner Hendrik Jan ten Have toonde zich optimistisch over zijn nieuwe aankopen. Tegen overnamesite M&A zei hij destijds: „Steeds meer mensen gaan als gevolg van de coronacrisis thuiswerken, dat is blijvend. Aan de ene kant is dat een bedreiging, maar aan de andere kant verwachten werknemers ook een goede thuiswerkplek en daarbij zijn weer artikelen nodig.”

Amper anderhalf jaar later viel Office Centre om. Een duidelijke verklaring daarvoor is er in faillissementsverslagen nog altijd niet. Het kwam tot een doorstart, onder het voormalige zusterbedrijf Staples: dat nam niet de winkels over, maar wel de webshop. „Hiermee is de naam Office Centre veilig gesteld”, schreef de koper vorig voorjaar in een verklaring.

Inmiddels dreigen beide namen te verdwijnen. Op de website van Standard Investment zijn ze, tussen alle succesvolle investeringen, deze woensdag al niet meer te vinden. De investeerder reageerde niet op verzoeken om een reactie.