
Het was vooraf nog maar de vraag hoe de subtiele muziek van Clairo zich live zou vertalen. Heel vaak trad ze nog niet op in Nederland, ook al heeft ze al drie albums uitgebracht. Misschien dat ze daarom op voorhand meer een studioartiest dan podiumact lijkt. Slimme knulligheden blijken de truc waarmee ze overtuigt.
Het is een knappe eigen ‘hoek’ die de Amerikaanse singer-songwriter Clairo voor zichzelf gecreëerd heeft. Ook live heeft haar muziek nog steeds de intimiteit van de liedjes die ze al piepjong op haar slaapkamer maakte. Intussen is haar pallet uitgebreid met de weelderigheid van soul, jaren zeventig pop en wat stiekeme virtuositeit van yacht rock. Comfortabele, hoogpolige muziek.
Ze weet er een totaal eigen publiek mee te bereiken. Het voelt als een doelgroep die online is opgegroeid en alle ins en outs van een dancepopsensatie als Charli XCX kent, maar ook feilloos de Joni Mitchell-referenties spot in Clairo’s teksten. Fans die zo trouw zijn, dat er doodleuk dynamische prijzen werden gevraagd voor de tickets.
Net als bij de shows van Oasis en Taylor Swift ging bij de start van de kaartverkoop de vraagprijs plotseling met meer dan 90 procent omhoog. Precies dezelfde kaartjes, al heetten ze dan Platinum Tickets. Bij een megalomaan stadiumconcert al een belachelijke verhoging, bij een clubshow als deze tegen het krankzinnige aan. Hoe dan ook: de twee avonden in de grootste zaal van TivoliVredenburg zijn stijf uitverkocht.
Kneuterigheid
De vijfkoppige band omarmt volledig de kneuterigheid die ook bij de jaren zeventig hoort. Bij opkomst zitten de muzikanten, keuvelen met elkaar, drinken een glaasje rode wijn, terwijl er een krakerig soulliedje door de speakers stalt. Alsof ze in hun huiskamer zitten. De achterwand is gevuld met kralenkettingen en wat glittersnoeren. Uiteindelijk staat de band op een verhoging om de zangeres heen, alsof zij beneden in een zitkuil staat.
Halverwege de set valt het opeens op. Hoe gelikt de band ook speelt, telkens lijkt er bewust een element uit de toon te vallen. Een ietwat lullige klarinet, net te harde bongo’s die overal doorheen klepperen, kitscherige dwarsfluit, een overdreven drumpartij of juist een domme demobeat uit een keyboard; telkens iets.
Het zorgt ervoor dat Clairo’s zang, die soms wat wankel of vlak vervormd klinkt, als dezelfde stijlkeuze voelt. Samen met het plezierige tempo waarmee de band van liedje naar liedje doorspeelt, zorgt het er ook voor dat de warme luisterliedjes wonderbaarlijk als hits van het podium spatten.
