Met listige acties ontkwam kunstenares Ana Lupas aan de Roemeense repressie

Lange tijd was ‘de andere kant van de Elbe’ voor westerlingen een mysterieus gebied achter het IJzeren Gordijn. Aan die andere kant van de Elbe werd je in de gevangenis gezet als je zei wat je dacht; heerste hongersnood en spuugden fabrieken giftige, zwarte dampen onbekommerd de lucht in. Mensen die daar ziek van werden – ach, dat was de tol van de socialistische vooruitgang.

Van alle arme landen in Oost-Europa was Roemenië het armst, met dank aan de lucide inzichten van het ‘Genie van de Karpaten’, zoals de bijnaam van de communistische dictator Nicolae Ceaușescu luidde. Sinds het aantreden van Ceaușescu in 1945 werd de wolk van angst, repressie en verraad die boven het land hing, steeds taaier en ondoorzichtiger. Wie niet in dienst was van Ceaușescu’s gevreesde Securitate, werd er wel door vervolgd.

On this Side of the River Elbe is een kunstwerk uit 1963 en ook de titel van de eerste Nederlandse overzichtstentoonstelling van de Roemeense kunstenaar Ana Lupas (Cluj, 1940). Het is een van de vroegste werken die Lupas maakte nadat ze van de kunstacademie in Cluj kwam. On this Side of the River Elbe is een onopvallende, rechthoekige vaalbruine lap gazig kunststof, die aan de muur van het Stedelijk Museum in Amsterdam met klemmetjes en touw aan spijkers hangt. In het gaas zijn dunne touwtjes gestrikt en geknoopt. Sommige touwtjes verbinden elkaar; andere vormen eilandjes, die via lange lussen verbonden zijn met andere eilandjes.

Ana Lupas voor een studie van een naaktmodel in 1959. Fotograaf onbekend.
Met dank aan de kunstenaar

Eenvoudige materialen

Het mooie van On this Side of the River Elbe is dat Lupas niet zegt ‘Kijk, zo ziet mijn land aan deze kant van de Elbe eruit’, en vervolgens een herkenbaar beeld schildert of maakt. Nee, ze ontwerpt met eenvoudige materialen iets wat lijkt op geheimschrift, een onleesbare landkaart, een abstract spoor van spinnenpoten, waaruit haast alle kleur is geweken. Wie weleens naar Roemenië is gereisd in de Ceaușescu-jaren, herkent het grauw dat de Roemeense treinen, flatgebouwen, straten en gezichten van mensen kleurde. Met On this Side of the River Elbe geeft Lupas ons een perspectief, ze opent een venster: stel je voor.

Bij de opening onlangs in het Stedelijk Museum was Lupas – inmiddels 84 jaar oud, een klein, beetje kromgebogen vrouwtje met een grote bril – ook aanwezig. Lupas woont nog steeds in haar geboorteplaats Cluj en spreekt alleen Frans en Roemeens, maar is niet onbekend met de Westerse kunstwereld. Ze is blij met deze tentoonstelling, waarvoor ze haar archieven in Cluj heeft opengesteld.

Haar voornamelijk textiele werken zijn al vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw buiten Roemenië te zien geweest, bijvoorbeeld herhaaldelijk op de International Lausanne Tapestry Biennial in Zwitserland, op de Biënnale van São Paulo in 1985 en veel meer plekken. Op tentoonstellingen in Duitsland die in de jaren na de val van de Muur werden georganiseerd, is Lupas steevast vertegenwoordigd.

Zaaloverzicht van de tentoonstelling Ana Lupas – On This Side of the River Elbe.
Foto Peter Tijhuis

Minimalistische installaties

Wie over de tentoonstelling loopt, begrijpt die aantrekkingskracht. Haar vaak monumentale, minimalistische installaties in de open lucht en haar ‘acties’ ontroeren en zijn adembenemend in hun afmeting en ambitie. Haar series Identity Shirts (ca. 1969-1990) appelleren met hun materialen als rafelig katoen, bloed, rook en zweet aan Arte povera.

Haar belangrijkste werken zijn gemaakt in die extreem repressieve tijd tussen de jaren zestig en negentig van de vorige eeuw. Alleen kunst die het socialistisch arbeidersparadijs in Roemenië bezong, werd getolereerd.

Lupas’ werk doet heel nadrukkelijk niet aan verheerlijken. Hoe kan zij dan toch in staat zijn geweest om haar avant-gardistische werk te maken en tentoon te stellen?

Cluj ligt in de regio Transsylvanië, bijna 500 kilometer van de hoofdstad Boekarest. Wegen zijn in die tijd slecht, treinen haperen voortdurend. Dit relatieve isolement is een van de antwoorden. Maar ook Lupas’ „opzettelijke” keuze voor textiel, zo vertelt ze in de catalogus, verklaart veel. Textiel heeft het aura van vrouwelijke ambachtelijkheid en huisvlijt. Niet serieus te nemen. Daar kijk je als censor makkelijk overheen.

Ana Lupas, Humid Installation, 1970. Fotograaf onbekend.
Met dank aan de kunstenaar

Onzichtbaarheid

Die onzichtbaarheid – zo blijkt op deze tentoonstelling en in de twee belangrijkste installaties Humid Installation en The Solemn Process – heeft Lupas listig omgedraaid in haar voordeel. In vol daglicht, in volle openbaarheid en op plekken waar niemand het verwacht, gaat ze aan de slag met landarbeiders, boeren en boerenvrouwen.

Voor Humid Installation trekt ze op één oktoberdag in 1970 naar de grazige hellingen bij het 70 kilometer van Cluj gelegen dorpje Mărgău, hamert met honderd vrijwilligers op een stuk van drieduizend vierkante meter honderden palen de grond in, die ritmisch de hoogtelijnen van de heuveltop volgden. Op die lijnen hangen voornamelijk vrouwen lange strengen ongebleekt linnen te drogen.

De foto’s hiervan, door een onbekende fotograaf gemaakt, zijn de enige registraties van deze actie. In het Stedelijk zijn ze groot opgeblazen en in een diashow te zien. Het werk is kleurig, het gras is groen, de lakens wit, in de verte lonken de daken van het dorp. Humid Installation is een jubelend werk, dat gaat over gemeenschapszin, de schoonheid van traditionele gebaren en dit alles gegoten in een minimalistische esthetiek. Het werk is door Lupas in latere decennia meermaals ‘herbezocht’, zoals ze dat noemt. Er zijn versies van in teer en gegoten aluminium. Ze staan als sculpturen in het museum. Maar die oerversie – die is het mooist.

Ana Lupas: Coats to Borrow, 1989, (detail).
Foto Carlo Favero

Kolossaal

Een tweede grootse installatie, in 2016 aangekocht door Tate Modern in Londen, is The Solemn Process. Dit werk, bedacht rond 1960, kent eveneens meerdere fases en versies. De laatste dateert uit 2008. The Solemn Process gaat over de oogst en de oogstfeesten van de Roemeense boerenbevolking. Een klein aspect daarvan zet Lupas naar haar hand. De oogstkransen van stro en korenaren die normaal tijdens de oogst worden gemaakt, zijn veranderd in soms wel acht meter hoge cilinder- en cirkelvormige beelden. In het Stedelijk zijn zo’n veertig zwart-witfoto’s te zien van de samenwerking van de kunstenaar met boeren. Lupas’ oogstbeelden zijn kolossaal, de boeren lachen op de foto’s, ze zijn trots. Vreemd genoeg passen de abstracte beelden perfect bij de traditionele boerenhuizen: ze vertalen een oud ritueel naar nieuwe vormen.

Lupas’ oogstbeelden raken in verval. Er heerst hongersnood, Ceaușescu wil de Roemeense boerenbevolking het liefst elimineren – want: niet modern en vasthoudend aan voorouderlijke tradities. Op het hoogtepunt van zijn haat begint de dictator dorpen simpelweg plat te bulldozeren: er worden gigantische kuilen gegraven, waar de boerenhoeves zonder pardon in worden geschoven, ongebluste kalk erover – weg ermee. De boeren worden gedeporteerd naar agro-industriële complexen – troosteloze betonnen flatgebouwen met nauwelijks voorzieningen en geen groen. Niemand kan, durft of wil nog voor de oogstbeelden zorgen. Daarom maakt Lupas uiteindelijk 24 wind- en weerbestendige ‘reliekhouders’ – metalen constructies, die nu in het museum te zien zijn.

Lupas ziet natuur, milieu en lokale boerengebruiken niet als prozaïsche zaken. Voor haar bevatten ze „hoop, verwondering en legendes”, zoals ze in de catalogus vertelt. Haar twee grote installaties zijn een ode aan de poëzie daarvan. Ze gaan onnadrukkelijk over onveranderlijke processen die toch veranderen. En ze brengen een saluut aan de individuele waardigheid, de onderlinge hulpvaardigheid die in het Roemenië van toen onder druk stonden. Het is dankzij Lupas’ werk dat wij dat zien en koesteren.