Het is niet zo dat Jimmy Matubule (22) nou zo’n enorme fan is van president Cyril Ramaphosa. Die had Zuid-Afrikanen zoals hij banen moeten geven, zegt hij in de brandende zon aan de rand van een immens sportveld. Toch draagt Matubule deze zondag een T-shirt met Ramaphosa’s glimlach. Knalgeel. Aan de voorkant het portret van de president, aan de achterkant de campagneslogan van het regerende ANC: „Let’s do more, together. Vote ANC”. Zonder shirt, zegt Matubule, was hij het stadion niet eens binnengekomen. „Ik wilde de president horen spreken, dus dan doe je wat van je gevraagd wordt.”
En dat doet iedereen hier in Phuthaditjhaba, vlakbij de grens met het bergstaatje Lesotho. Duizenden mensen zijn deze ochtend in april in bussen van het ANC naar dit stadion gebracht. Bij de ingang staan pick-uptrucks beladen met tientallen plastic balen vol T-shirts. Geduldig wacht iedereen al uren voor het officiële programma begint in de rij om een T-shirt in ontvangst te nemen. Er zijn drie maten, en de voorraad is onuitputtelijk.
„Ik kom vooral voor het T-shirt”, geeft student Relebohile Moekoena (18) ruiterlijk toe. „Gratis!” Goli Mngomezulu (44), zakenman, lijkt meer overtuigd. „Met dit T-shirt laat ik zien dat ik het ANC steun”, zegt hij. Het stadion kleurt de rest van de dag geel.
Haperende campagne
Deze woensdag gaat Zuid-Afrika naar de stembus voor de spannendste verkiezingen sinds het einde van de apartheid in 1994. Het ANC zou, als de peilingen er niet te ver naast zitten, voor het eerst zijn absolute meerderheid in het parlement kunnen verliezen. Om president te blijven, moet Ramaphosa dan met een of meer andere partijen een coalitie sluiten.
De normaal geoliede campagnemachine van de voormalige bevrijdingsbeweging haperde de laatste weken als nooit tevoren. In China gedrukte posters werden veel te laat geleverd om op tijd overal aan de elektriciteitsmasten te hangen. Uit uitgelekte opnames van een vergadering in april bleek dat Ramaphosa de rest van de ANC-top haast moest smeken zich voor de campagne onder de gewone mensen te begeven. En het lukte de partij maar nauwelijks om stadions voor campagne-evenementen gevuld te krijgen. Zelfs het voetbalstadion van Soweto – waar Nederland in 2010 de WK-finale speelde – liep bij de slotbijeenkomst afgelopen week niet helemaal vol. Hier bij Johannesburg was het ANC altijd oppermachtig.
Ramaphosa deed in de laatste campagneweken de ene na de andere miljardenbelofte om het tij te keren. Hij tekende gehaast een wet die een universele zorgverzekering mogelijk maakt om de gezondheidskloof tussen arm en rijk te dichten. En het ANC wil nu ook een basisinkomen invoeren. Gratis geld voor iedereen. Maar in de peilingen hebben de aankondigingen een averechts effect. Volgens onderzoekers van de Zuid-Afrikaanse Social Research Foundation is dat omdat kiezers er geen vertrouwen in hebben dat de Zuid-Afrikaanse overheid in staat is deze ingewikkelde programma’s te implementeren.
Lees ook
Veel Zuid-Afrikanen zijn het ANC zat, maar de oppositie is te verdeeld om aan de macht te knagen
Op het armere platteland lukte het de laatste weken beter mensen te trekken. Zoals in Phuthaditjhaba.
Daar hangt een lome festivalsfeer in het sportstadion. De hoofdact, president Ramaphosa, is voor veel mensen bijzaak. Als hij spreekt over dertig jaar ANC-beleid lopen ze weg, of maken onderling praatjes. Er is live muziek van lokale topartiesten, er is eten en geestelijk leiders gaan voor in gebed. Verkopers van allerhande producten (loterijlootjes, speelgoed, pruiken) proberen intussen hun waar te slijten. Sommige mensen proberen in contact te komen met partijbonzen om hun cv te overhandigen – in de hoop op een baan.
En er zijn dus T-shirts, heel veel T-shirts. Want zonder T-shirts geen campagne in Zuid-Afrika: gele van het ANC, blauwe voor de liberale oppositiepartij Democratic Alliance, de links-populistische Economic Freedom Fighters (EFF) hebben rode shirtjes en Jacob Zuma’s nieuwe partij MK is in korte tijd geheel in het groen gestoken.
Kleur en logo zijn in Zuid-Afrika voor de herkenning van een partij vaak belangrijker dan ideologie of politieke plannen, zegt Musawenkosi Ndlovu, expert in politieke communicatie aan de Universiteit van Kaapstad. „Als je iedereen een T-shirt aantrekt, dan laat je aan de gemeenschap zien dat de massa je leuk vindt. Dat heeft een belangrijk psychologisch effect.” En dat mag wat kosten. „Mensen nemen die shirts mee naar huis en lopen er in hun buurten mee rond.” Vooral als ze arm zijn en een gloednieuw, gratis T-shirt ook gewoon een kledingstuk is. Zo blijven ze nog weken campagnevoeren voor het ANC. „En je kunt het shirt ook nog prima als pyjama gebruiken”, lacht Ndlovu.
Lees ook
Oud-president Jacob Zuma mag toch niet meedoen aan Zuid-Afrikaanse verkiezingen
Dat beaamt David Kwinda van oppositiepartij EFF. „Natuurlijk willen mensen alles hebben wat gratis is”, zegt hij. „Maar een T-shirt is ook duurzaam. Het is voor de partij een goede investering.”
Loyaliteit
Kwinda begeleidt, daags voor het ANC-evenement in Phuthaditjhaba, een EFF-campagnebijeenkomst in een parkje in Soweto. Partijleider Julius Malema, die graag met het ANC wil regeren en zelf vicepresident hoopt te worden, pleit op een podium in een vrachtwagen voor gratis onderwijs en gratis schooluniformen. „Gevangenen krijgen een gratis uniform. Onze kinderen niet. Als je een gratis uniform wil, dan moet je naar de gevangenis”, roept hij. „Dat is gekkigheid!”
Anders dan bij het ANC zijn de T-shirts hier niet voor iedereen. Tientallen mensen belagen een campagnemedewerker die een doos rode EFF-shirts opent. Maar alleen leden van een bepaalde partijafdeling krijgen een exemplaar van het rode kledingstuk met het EFF-logo van een vuist voor het Afrikaanse continent en de tekst „Our land and jobs now”. De medewerker moet door de beveiliging ontzet worden.
Een haveloze man die als enige met een geel ANC-shirtje het parkje binnenliep, krijgt wél meteen een rood EFF-shirt aangereikt. „Dat was precies mijn bedoeling”, zegt hij even later. Je kunt zoiets opportunistisch noemen. Maar politiek expert Ndlovu ziet het anders. „Er was een tijd dat het hele land geel kleurde. Dat is voorbij. Dit gebrek aan partijloyaliteit”, zegt hij, „is een teken dat onze democratie volwassen wordt.”