Hij wrijft met de handen in de ogen, maar de tranen zijn niet te stoppen. Novak Djokovic zakt door de knieën op Court Philippe Chatrier in Parijs. Hij heeft net tegenstander Carlos Alcaraz omhelsd – door hem met twee keer 7-6 te verslaan in de olympische finale – en de umpire een hand gegeven. Nu laat hij zich huilend voorover vallen op het gravel. De camera vangt alle emotie in zijn rechterduim, die maar blijft trillen.
Pas nu is er ten volle het besef: de olympische titel is voor hem, eindelijk dan toch, op zijn 37ste. De enige nog ontbrekende parel aan zijn kroon. Na André Agassi, Steffi Graf, Rafael Nadal en Serena Williams is hij de vijfde tennisser met een ‘career golden slam’: Australian Open, Roland Garros, Wimbledon, US Open én olympisch goud. Simpelweg gelukkig staat hij aan het net, met de Servische vlag. „Ik heb het echt voor mijn land gedaan, voor Servië.”
Liefst 24 grandslamtoernooien won Djokovic al, de Davis Cup, zeven ATP Finals en veertig masterstoernooien. 428 weken stond hij in totaal boven aan de wereldranglijst. Maar op de Olympische Spelen was hij nooit verder gekomen dan de halve finale, in 2008, 2012 en 2021. Geen wonder dat hij het goud vierde met nog meer emotie dan normaal. „Het was een ongelofelijk gevecht en ik moest mijn beste tennis spelen. Ik heb mijn hart, ziel en alles ingezet om het goud te winnen.”
De voortekenen leken niet gunstig voor Djokovic. Twee weken voor het olympisch tennistoernooi verloor hij kansloos de Wimbledonfinale van Alcaraz. De gescheurde meniscus in zijn rechterknie, waarmee hij begin juni moest opgeven op Roland Garros, leek hem nog parten te spelen. En 2024 was tot dan toe toch al geen topjaar. Maar op de Spelen stond Djokovic er. Zonder setverlies bereikte hij de finale tegen Alcaraz, die ook geen enkele set verspeelde.
Onderling respect
In een even spannende als hoogstaande eindstrijd leek de 21-jarige Spanjaard aanvankelijk de betere. Hij scoorde makkelijk met de forehand en Djokovic kreeg weinig vat op de service naar zijn backhand. Bij 4-4 had Alcaraz vijf keer de kans op een break. Maar ‘op z’n Djokovic’’ toonde de Serviër zich op juist die momenten nog net even onverzettelijker dan normaal. Een kwaliteit die ook in de tiebreak de doorslag gaf. Met een rake volley trok de nummer twee van de wereld de eerste set naar zich toe.
In de tweede set kwam Djokovic nog beter in zijn spel. Onder toeziend oog van IOC-voorzitter Thomas Bach en Serena Williams stuwden de finalisten het niveau verder omhoog. Het onderling respect bleef groot. Alcaraz corrigeerde een foutieve beslissing van de umpire in zijn voordeel, wat hem een goedkeurend duimpje van Djokovic opleverde.
In de tiebreak van de tweede set rook de oudste van de twee zijn laatste kans op olympisch goud. Op 2-2 sloeg hij zijn mooiste forehandwinner, om vervolgens uit te lopen naar 6-2. Dit ging Djokovic niet meer weggeven, dat straalde hij in alles uit. Met opnieuw een geweldige forehand benutte hij direct zijn eerste matchpoint. Zijn carrière lijkt af.