Met haar gebrekkige timing doet Janneke de Bijl haar materiaal tekort

Op het podium heeft Janneke de Bijl voor Doet u ook mensen? een stukje treincoupé ingericht: één bank met bagagerek en op de plaats van het raam een filmdoek. Vanaf die plek vertelt ze over een voorval tijdens een treinreis met onverwacht aardige mensen. Het heeft haar in één klap „officieel optimist” gemaakt.

Dat is nieuw voor een comedian die zich in haar vorige twee shows een doemdenker en tobber toonde. Zo radicaal is ze ook allerminst veranderd, blijkt uit het vervolg. Om te beginnen vraagt ze zich af waarom nieuws nooit een follow-up krijgt: want hoe gaat het nu met de Hutu’s en Tutsi’s? En waarom vraagt niemand zich af hoe met haar vader gaat, die al 25 jaar onder de grond ligt?

Waarna het verder gaat over vriendinnen die trouwen en kinderen krijgen, weinig werken en toch geen tijd hebben om af te spreken met haar, de kinderloze vriendin. Het is een geestig stukje, met bijtende spot.

Zo schiet De Bijl van het een naar het ander, in een lange sliert onderwerpen. Ze vertelt over haar huisdieren, haar slimheid, wel of geen kinderen, wonen in een dorp, een metalforum. Daarbij voert ze interessante personages op: een bemoeizieke dorpsgenoot, een depressieve metal-vriendin die ze in huis neemt. En ze vertelt veel over haar vader, en daarmee impliciet over haar gemis.

Haar vader was een dwarse man, en die dwarsheid mist ze. Het leidt haar naar een innemende ode aan protestzanger Armand, van wie ze geestdriftig een nummer playbackt. Zó enthousiast dat het publiek in het Isala Theater in Capelle aan de IJssel er zowaar een applausje voor over heeft.

Rommelige opbouw

Al die componenten weet De Bijl niet tot een geheel te smeden. De opbouw is rommelig en veel opzetjes blijven onuitgewerkt. De treincoupé heeft bijvoorbeeld nauwelijks een functie.

In de verhalen over haar vader lijkt ze haar gevoeligheid bloot te willen leggen, maar daarvoor blijft ze te veel aan de oppervlakte. In het verhaal over de depressieve metal-vriendin kiest ze een andere route en benoemt ze zonder omwegen de problemen. Maar dat is om er harde, cynische grappen bij te kunnen maken.

In Doet u ook mensen? maakt De Bijl geen duidelijke keuzes. Het is van alles wat en dat gaat ten koste van de grapdichtheid. Maar de voornaamste reden dat de voorstelling een matte indruk maakt, is haar manier van vertellen. Cabaretiers gedijen bij de illusie dat ze hun verhaal ter plekke verzinnen, gloedvol, spontaan. Dat is een acteerkunst die De Bijl onvoldoende beheerst.

In het geslaagde stukje over de vriendinnen spreekt ze levendig en naturel, maar dat is waarschijnlijk omdat ze tussendoor ook even een praatje met het publiek maakt. Dan hoor je haar alledaagse stem. Maar in de rest van de voorstelling heeft ze een ‘optreedstem’, en klinkt ze gejaagd en geforceerd. De klemtonen, de pauzes: het is er net naast.

Dat is zonde. Want soms schrijft ze materiaal dat in handen van cabaretiers met de timing van Brigitte Kaandorp of Ronald Goedemondt komisch goud zou zijn. Bij haar levert zo’n grap niet meer op dan een snuif van waardering.


Lees ook
de dit jaar verschenen debuutroman van Janneke de Bijl

In haar roman over een grappige neuroot laat Janneke de Bijl je met een benauwend gevoel achter


Leeslijst