In de lift van de studentenflat van fotograaf Merel Hegenbart hing een briefje: Even voorstellen: Evert van Voorst. Amsterdammer, 90 jaar, in het bezit van een auto, elektrische rolstoel, humor en uitvinder van de oogdruppelbril. Evert was op zoek naar een student die hem kon begeleiden op een reis naar Hongarije en Roemenië. Daar wilde hij vrienden en kennissen opzoeken om zijn 91ste verjaardag te vieren. Hegenbart was meteen geïntrigeerd: „Ik zag een soort film voor me.”
Merel Hegenbart (27) vertelt met fotografie, tekst en beeld verhalen. Haar werk is conceptueel, en relaties, perceptie en herinnering spelen een grote rol. „Mijn aanvankelijke reactie was enthousiasme, fascinatie en het gevoel: ik moet meteen mailen voordat deze kans me ontglipt”, vertelt ze. „Later begon ik toch te twijfelen.”

Vooroordelen
Tijdens een kop koffie om kennis te maken werd duidelijk dat de mensen die Evert wilde opzoeken Hongaarse en Roemeense jonge vrouwen waren, allen tussen de 25 en 35 jaar oud. Allemaal hadden ze in de afgelopen elf jaar een tijd bij Evert in huis gewoond om in Nederland te werken om hun studie thuis te kunnen betalen.
Bejaarde man wil op bezoek bij Oost-Europese vrouwen. „Ook bij mij riep dit allerlei vooroordelen op”, vertelt ze, „en bijna iedereen om me heen raadde me af om mee te gaan.” Toch sprak ze nog eens met hem af, voor meer koffie én een videogesprek met de vrouwen die ze zouden bezoeken. Hegenbart: „Ik zag meteen dat het goed zat.”


Foto’s: Merel Hegenbart
Evert van Voorst werd op 5 oktober 1932 geboren en hij vertelt over zijn leven als een avonturenboek. Een jeugd getekend door de Tweede Wereldoorlog, zegt hij tijdens een gesprek in zijn woonkamer, jaren op zee, in een bakkerij – en op zijn 89ste de uitvinding van de oogdruppelbril („Inmiddels zijn er 30.000 verkocht”). In 1957 begon hij met de bouw van zijn eigen huis, in Amsterdam-Noord niet ver bij zijn geboortedorp Tuindorp Oostzaan vandaan. Vijf jaar later was het af. Hier woonde hij met zijn vrouw en kinderen. De kinderen vlogen uit en toen nadat veertien jaar geleden Everts vrouw was overleden werd het stil.
„Ik had in de studio een drumstel staan. Toen dacht ik: als er nou op het conservatorium een drummer is die een kamer zoekt. Dus heb ik daar een advertentie opgehangen. En toen hebben hier eerst verschillende muzikanten gewoond, jonge mannen. Daarna waren het altijd vrouwen, dat liep gewoon zo.”

Netwerk
Steeds als er iemand vertrok, kende die wel iemand anders die bij Evert wilde wonen. Op een gegeven moment woonden er vijf vrouwen bij Evert in zijn grote, zelfgebouwde huis; allemaal vriendinnen van elkaar. En nu, nog steeds, deelt hij zijn huis met jonge mensen die onderdak nodig hebben. Nog steeds via hetzelfde netwerk. Hij vraagt geen huur en heeft geen huisregels. Wat hij er dan voor terugkrijgt? „Vriendschap en gezelligheid. We eten soms samen of gaan samen op pad.” Hij vertelt dat hij ook na hun vertrek contact blijft houden met de vrouwen.


Foto’s: Merel Hegenbart
Voor zijn 91ste verjaardag wilde Evert wel eens ‘hun’ landen bezoeken. En zo stapte fotograaf Hegenbart met hem in de auto. Zij reed. „Dat is het enige waar we in die drie werken onenigheid over hebben gehad. Ik wilde niet dat hij zou rijden, dat vond hij onzin”, vertelt ze. Een roadtrip van 5.000 kilometer met Hegenbart als personal assistent, tolk, chauffeur én fotograaf, al was dat aanvankelijk niet haar bedoeling: „Ik was eigenlijk van plan de wereld een tijdje te bekijken zonder camera ertussen, maar er was geen ontkomen aan. Die diepe band tussen Evert en die vrouwen vind ik heel bijzonder. Het is onconventioneel, een heel pure menselijke connectie die generaties, gender en culturen overstijgt.”




Foto’s: Merel Hegenbart
De foto’s van de roadtrip zijn slechts het begin van The Evert Collection, een serie waarin Hegenbart de connectie tussen Evert en de vrouwen in tekst en beeld nog verder wil uitdiepen: „Het verhaal zal doorgaan en groter worden.”
Voor zijn 92ste verjaardag kwamen de vrouwen naar Nederland. Plannen voor dit jaar is Evert al aan het maken. Hij heeft wel weer zin om naar Oost-Europa te gaan. „Wel met het vliegtuig dit keer”, zegt hij, „dan huur ik ter plekke wel een autootje en dan kan Merel me rijden. Ik heb inmiddels geen rijbewijs meer, daar zal ze blij mee zijn.”

