Stel je voor dat Lemmy Kilmister, ruigste én lelijkste rocker aller tijden en tevens voorman van Motörhead, zou reïncarneren zonder druipsnor, gezichtswratten en verdwenen tanden en terugkeerde op aarde als jonge, hyperactieve, op en neer springende powerchick in een minuscuul gouden outfit.
Best moeilijk? Doe desnoods je ogen dicht en hou die gedachte vast. Want er is meer.
Stel je voor dat die feminiene Lemmy ook nog eens uit Australië zou komen. Dat continent geldt bij uitstek als De Grote Verdubbelaar. Zodra Aussies zich op (punk)rock(-’n-roll) storten wordt het per definitie simpeler, harder en vooral: lomper. De lijst is lang en de bandnamen spreken boekdelen: van oervaders Cosmic Psychos en Hard-Ons, tot jonkies Stiff Richards en The Chats.
Oké, doe je ogen maar weer open en kijk het beest in de bek: Amyl and the Sniffers. Maandagavond bulldozerde het viertal uit Melbourne frontaal over Utrecht heen tot er van TivoliVredenburg weinig meer overbleef dan een platgewalste road pizza. Vuilbekkende koningin van het bal was Amy Taylor, een 1.60 meter lange, in een ketel met ADHD gevallen Duracel-stuiterbal met een keel als een stiletto. „I just wanna wear my bikini, I just wanna wear my shorts”, gilde ze over haar gouden garderobe, maatje XS, die nog altijd meer verhulde dan de hoes van het net verschenen derde album Cartoon Darkness. Daarop staat ze namelijk topless.
Viespeuken
Waar Lemmy ooit opschepte over minderjarige groupies (‘Jailbait’) of ‘Rock out with your cock out’ durfde te rijmen, draait Amy die grootspraak doodleuk om: „You think the world is not man enough?”, foetert ze in ‘Tiny Bikini’: „So I’m gonna inject some of this cunt.”
En potentiële viespeuken zijn gewaarschuwd: Taylor is vast van plan het patriarchaat in mootjes te hakken. „All I ever wanted was to walk in the park”, blèrt ze namens alle vrouwen die in het donker niet over straat durven in de als trage ballad vermomde wraakfantasie ‘Knifey’: „Please stop fucking me up.” Als het aan haar ligt, krijgen alle nafluiters, kontknijpers, aanranders en verkrachters zo snel mogelijk hun verdiende loon: een mes tussen de ribben. „Out comes the night, out comes my knifey. This is how I get home nicely.” Ook weer geregeld.
En als het machismo dan is gecastreerd, waarom niet ook meteen de wereldpolitiek fixen? Ook dat is – letterlijk – in een vloek en een zucht geregeld. In één ademteug ratelt Taylor: „Ik-moet-even-iets-kwijt-want-alles-is-politiek-tegenwoordig-en-het-breekt-mijn-en-ieders-hart-dat-er-letterlijk-een-genocide-gaande-is-in-Gaza-en-oorlog-in-Oekraïne-en-de-hele-wereld-lijkt-één-grote-stinkende-bende-en-dat-is-hartverscheurend-omdat-er-zoveel-is-om-van-te-houden-zoals-alle-vrienden-en-liefde-en-muziek-en-chocolademilkshakes-en-meer-van-die-bullshit-en-daarom-zijn-alle-mensen-het-waard-om-voor-te-vechten-want-zij-houden-ook-van-chocolademilkshakes-thank-you!”
En hop! Zodra The Sniffers de bulldozer van razende punkrock weer laten brullen, steekt Taylor haar tong uit, balt haar vuisten en begint springend te schreeuwen: „I don’t like misery!”