Met een rolmaat langs de plinten en 8.000 foto’s: het Achterhuis van Anne Frank namaken is ‘ook gewoon werk’ dat af moet

Op industrieterrein de Molenakker in Erp, in loods nummer 2, achter de groen- en geelgeverfde limousine van carnavalsvereniging De Lindenfluiters, wordt aan de schuilplaats van Anne Frank getimmerd. De boekenkast is al af, de draaideur die toegang gaf tot het Achterhuis waar de familie Frank, de familie Van Pels en later ook Fritz Pfeffer ondergedoken zaten. Met gele oorbeschermers op boort Willem Claassen schroeven in een kozijn. Zijn partner Annemiek Swinkels rolt verf op de planken in een tint die tussen oker en bruin zit – jaren twintig, niet zulke mooie kleuren, vindt ze.

Swinkels en Claassen maken een replica van een van de beroemdste historische locaties ter wereld. Hun opdrachtgever, de Anne Frank Stichting, beheerder van het originele Achterhuis aan de Prinsengracht in Amsterdam, verscheept het hele decor volgende week naar New York. Daar opent in januari, in het Center for Jewish History, de eerste grote museale Anne Frank-tentoonstelling met een groot aantal bijzondere, originele collectiestukken, aldus de stichting. Het idee is dat Amerikanen die niet naar Europa kunnen komen toch een indringende ervaring krijgen die hen leert over de geschiedenis van de Jodenvervolging.

Dit is niet eens het eerste Achterhuis dat Swinkels en Claassen namaken. Een jaar of vijf geleden bouwden ze al het decor voor het Anne Frank videodagboek, een serie die de stichting heeft geproduceerd. Maar dat was niet het hele huis en het decor is na de opnamen goeddeels vernietigd, al zijn enkele stukken ervan verkocht aan een tentoonstelling in Sandy Springs, Georgia.

Met rolmaat langs de plinten

Daarom liepen Swinkels en Claassen vorig jaar in een nacht door de kamers van het Achterhuis. Gekke ervaring hoor, zeggen ze, op je rug op de vloer met je rolmaat langs de plinten, langs díé plinten. Met hun nauwkeurige metingen plus 8.000 foto’s van het interieur zijn ze aan de slag gegaan.

Claassen staat in de doorgang die de kamers van Anne en haar zus Margot verbindt. Een paar centimeter breder dan de originele deuropening, dat was een eis uit Amerika met oog op de brandveiligheid. Vandaar ook dat de ‘muren’ zijn gemaakt van twee stukken brandvertragend MDF, persplaten.

Een gedeelte van het nagebouwde Achterhuis, in het atelier.
Foto Merlin Daleman

Als je door de andere doorgang Annes kamer uitloopt, sta je straks in New York gelijkvloers in de kamers van de oorspronkelijke tweede verdieping waar het gezin Van Pels woonde, met zoon Peter. Bovenin, tegen de ‘balken’ (een u-vorm van drie planken, massieve balken zouden onhandelbaar zwaar zijn) op het behang kleeft een identificatiestrookje met daarop: ‘Anne Frankhuis Stichting, behang achterhuis woonkamer Van Pels (voor decorbouw)’.

De twee verdiepingen passen vrijwel naadloos in de ruimte in het Center for Jewish History. Claassen wijst naar de rechthoekige uitsparingen aan de onderkant van de muren. Omdat er geen ruimte is om achter de muren te lopen, moeten ze straks door die kleine gaten de constructie op de museumvloer bevestigen. Ze hopen dat hun replica na het tentoonstellingsjaar in New York nog verder gaat reizen en dat ze die dus vaker mogen opbouwen.

Rekwisieten

In Annes kamer staat nu eventjes een bankje en een tandartsboor. In Peters kamer een fiets. In de kamer van mevrouw Van Pels een houten bed met een vooroorlogse spiraalconstructie. Het zijn rekwisieten die vooral Swinkels bij elkaar heeft gezocht – hij is meer van het timmeren, zij meer van de aankleding. Voor de constructie gebruikt Claassen wel kruiskopschroeven, maar die worden dan weg geplamuurd en overgeschilderd; die had je toen nog niet. Alle schroeven die in het zicht komen, hebben een gleuf en een platte kop.

Een gedeelte van het nagebouwde Achterhuis, in het atelier.
Foto Merlin Daleman

Ze zijn allebei heel secuur, zeggen ze, daar hadden ze de aansporing van de opdrachtgever (‘blijf zo dicht mogelijk bij het origineel’) niet voor nodig. Swinkels keek laatst naar een Nederlandse oorlogsfilm en daar hingen Ikea-mokken in de keuken. Dat zal haar echt niet overkomen. Op Marktplaats vonden ze een keukenblok met een granitoblad en een gootsteen van emaille, een gelukje was dat. Oké, het Delfts blauwe toilet heeft een andere print dan dat in het echte Achterhuis, maar ze proberen wel in de buurt te komen van de tijd waarin het was gemaakt.

Een gedeelte van het nagebouwde Achterhuis, in het atelier.
Foto Merlin Daleman

Het is een decor zoals Swinkels en Claassen dat veel vaker hebben gebouwd. Hier zit misschien een extra gevoel, of liever: een extra gevoeligheid bij. Toch staan ze daar niet te lang bij stil. Het is ook gewoon werk en dat werk moet af, snel: de 29ste wordt alles in containers gehesen en dan gaat het Achterhuis overzee.

Je moet hier al zeker weten dat alles past, zegt Claassen, je wil niet daar nog naar de bouwmarkt moeten gaan. Hij bouwt in New York straks alles op, met een ploeg vrienden van hier. Zes weken de tijd hebben ze daarvoor. Drie weken later komt Swinkels om de set aan te kleden met voorwerpen. Een kattenmand, want ze las in het dagboek van Anne Frank dat de Van Pelsen er eentje hadden. En ten slotte gaat ze het huis ‘oud maken’, met vochtplekken op het behang, vlekken in de keuken. Daar is Annemiek goed in, zegt Claassen: oud maken.