Voor de achtste keer vindt deze maand in Brussel de jaarlijkse Syrië-conferentie plaats, die de Syrische zaak op de internationale agenda moet houden. Toch lag de aandacht van veel aanwezigen donderdag niet in Brussel, maar ruim drieduizend kilometer verderop, in de Libanese hoofdstad Beiroet.
Samen met de Cypriotische president Nikos Christodoulides bezocht voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie donderdagochtend de demissionaire Libanese president Najib Mikati en voorzitter Nabih Berri van het Huis van Afgevaardigden. Het gezelschap kondigde een steunpakket van 1 miljard euro aan waarmee het tot 2027 investeert in de economie, onderwijs en zorg. Ook gaat er geld naar ‘veiligheid en stabiliteit’ door de Libanese veiligheidsdiensten te ondersteunen, en naar het ‘managen van migratie’. „We rekenen op jullie medewerking om illegale migratie te voorkomen en migrantenhandel te bestrijden”, aldus Von der Leyen.
Het steunpakket is een voortzetting van de hulp die de EU al jaren biedt in Libanon voor de opvang van vluchtelingen, humanitaire en economische hulp, en migratie- en grensbeleid. Sinds 2011 gaat het in totaal om zo’n 3 miljard euro.
Lees ook
Libanon deporteert Syrische vluchtelingen: ‘Laat ze lekker sterven’
Libanon vangt per hoofd van de bevolking de meeste Syriërs op: zo’n 1,5 miljoen, op een bevolking van 5 miljoen. De druk op de EU om iets te doen aan de bootmigratie vanuit Syrië en Libanon blijft toenemen. Tot half april kwamen er dit jaar bijvoorbeeld al ruim drieduizend mensen per boot aan in Cyprus, dat op amper tweehonderd kilometer van de Levantijnse kust af ligt.
Geen Syrische asielaanvragen
Cyprus stopte recentelijk met het behandelen van asielaanvragen door Syriërs, ook al gaat dit in tegen het recht op asielaanvraag. Ook pleiten Cyprus en Libanon er, zoals wel meer landen, al langer voor om delen van Syrië tot veilig gebied te verklaren, opdat vluchtelingen ernaartoe teruggestuurd kunnen worden. Volgens de Cypriotische minister van Binnenlandse Zaken zou een dergelijk plan al „aan terrein winnen” onder andere Europese lidstaten.
Ondanks geruchten dat de EU deze week zich zou uitspreken over ‘veilige zones’ in Syrië zei Von der Leyen daar donderdag in Beiroet niets over. Mikati en Christodoulides benoemden de kwestie van veilige gebieden wel. „Von der Leyen kan dat niet expliciet benoemen, omdat de VN hier tegenovergesteld instaat. Maar ze ging er ook niet tegenin”, zegt universitair docent conflictstudies Nora Stel van de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze ziet het debat dus wel langzaam die kant opschuiven.
Het veilig verklaren van gebieden in Syrië is omstreden. Onderzoekers blijven bewijs leveren dat gevluchte Syriërs die terugkeren een groot risico lopen om te worden gearresteerd, gemarteld of gedood.
Jaarlijks oefent Libanon druk uit op de EU om meer geld te krijgen. Naast de zware economische crisis sinds 2019, de nasleep van de ontploffing in de haven van Beiroet in 2020 en een presidentieel vacuüm van ruim anderhalf jaar staat het land er sinds 8 oktober vorig jaar zo mogelijk nog slechter voor. Hezbollah is sindsdien verwikkeld in een langzaam escalerend gevecht met het Israëlische leger, waardoor zo’n tachtigduizend Libanezen het zuiden van het land hebben moeten ontvluchten en de economie het zwaar te verduren heeft.
Behalve met het tegenhouden van bootmigranten houdt Europa zich ook al jaren bezig met de Libanees-Syrische grens, die notoir poreus is. Vooral de komst van Islamitische Staat en de dreigende uitbreiding van de Syrische Burgeroorlog naar Libanon zette het (gebrekkige) grensbeleid in Libanon op de Europese agenda. Landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Italië betaalden bijvoorbeeld voor wachttorens langs de grens met Syrië, boten voor de kustwacht en grensbewakingssystemen. Nederland houdt zich veel bezig met trainingen aan de veiligheidsdiensten, waaronder het leger.
Patrouilles
Zeker sinds de zware economische crisis in Libanon – het gevolg van decennialang wanbestuur en corruptie – zijn de vluchtelingen een welkome zondebok. Syriërs mogen de meeste banen niet uitoefenen, geen bankrekeningen openen of vastgoed kopen, en in sommige gemeenten geldt voor hen zelfs een avondklok. De politie en het leger arresteren willekeurig Syriërs die geregeld ook naar hun land van herkomst worden gedeporteerd, hoewel dit tegen vluchtelingenverdragen ingaat.
Lees ook
Ook Libanezen stappen nu in gammele bootjes naar Europa
In aanloop naar de jaarlijkse Syrië-conferentie in Brussel lijkt het klimaat tegen Syriërs in Libanon opnieuw te verslechteren. Begin april werd een lokale politicus in de stad Byblos, lid van de rechts-nationalistische christelijke Lebanese Forces, gekidnapt uit zijn auto en later net over de grens met Syrië dood teruggevonden. Volgens het leger ging het om een groep Syriërs en een uit de hand gelopen autodiefstal. Dat was voor verschillende christelijke lokale milities en burgerwachten in Beiroet en elders een vrijbrief om een paar weken lang opzichtig te patrouilleren en Syriërs te bedreigen en in elkaar te slaan.
Wat universitair docent conflictstudies Stel ook opvalt, is dat aan het steunpakket voor zover bekend geen duidelijke voorwaarden zijn verbonden als het gaat om mensenrechten. „De Libanese autoriteiten hebben niet het gevoel dat die miljarden afhankelijk zijn van hun goede gedrag tegenover Syriërs.”