Met een miljoen volgers als publiek geeft ‘menswear guy’ kledingadvies aan (vaak rechtse) mannen die hij niet sympathiek vindt

‘Gay.’ Dat schreef de als misogyn bekendstaande influencer en ex-kickbokser Andrew Tate afgelopen maart op X onder een foto van een groep mannelijke politici uit Canada. Die droegen hakken om aandacht te vragen voor huiselijk geweld. Derek Guy, de modejournalist die op X bekend staat als ‘menswear guy’, reageerde door een serie foto’s van Tate te plaatsen gekleed in de kenmerkende, loeistrakke stretch-jasjes waar zijn sportschoolspieren bijna uit lijken te barsten. „Soms vraag ik me af of Tate en zijn volgers weten dat hij jasjes draagt die oorspronkelijk als dameskleding zijn bedoeld”, schreef hij. „De korte, strakke pasvorm; het stretchmateriaal dat bedoeld is om over de boezem te passen.” Het bericht kreeg 53 duizend likes.

Andrew en Tristan Tate in „te krappe pakken”
Foto Robert Ghement/EPA

„Het is natuurlijk prima om dat soort jasjes te dragen”, zegt Derek Guy vanuit zijn woonplaats San Francisco. „Maar als Tate homofobe termen gebruikt om zichzelf neer te zetten als beschermheer van traditionele mannelijkheid terwijl hij zelf vrouwenpakken draagt, dan wijs ik hem graag op zijn hypocrisie.”

Hoewel het met X bergafwaarts gaat – volgens researchbureau Edison is het gebruik tussen 2023 en 2024 met 30 procent afgenomen – is het account van Guy (@dieworkwear) de afgelopen anderhalf jaar gestaag blijven groeien. Sinds juli heeft hij meer dan een miljoen volgers, onder wie schrijvers als Colson Whitehead en Gary Shteyngart, kunstenaar Grayson Perry en politiek journalisten van alle grote Amerikaanse kranten. Opvallend veel vrouwen ook, zoals politici Alexandria Ocasio-Cortez en Sylvana Simons, ondanks dat hij zelden aandacht besteedt aan vrouwenmode. Vorig jaar schreef iemand: „Menswear guy is duidelijk een van de weinige lichtpuntjes die is opgekomen in wat hopelijk de laatste dagen van deze falende website te zijn.”

Guy is al sinds 2011 actief op Twitter, maar ging pas eind 2022 voor het eerst viral. Dave Portnoy, de oprichter van Barstool Sports, een populaire Amerikaanse mannensite met sportnieuwtjes en vrouwonvriendelijke grappen, had net met veel bombarie een eigen horlogemerk gelanceerd. „Een horloge met een uurwerk van 42 dollar verkopen voor 2.600 dollar is schandalig”, tweette Guy. „Dat zou ik zelfs de mensen die ik háát niet aandoen.” Portnoy deelde onmiddellijk een filmpje met zijn miljoenen volgers waarin hij Guy acht minuten lang in machotaal („Buddy, enjoy your last couple of moments of trashing me because the beast is waking up today!”) voor leugenaar uitmaakte.

Macho alfamannen

Derek Guy deelt op X diepgravende, vrij nerdy informatie over de geschiedenis, de culturele betekenis en de technische aspecten van kledingstukken, afgewisseld met genadeloze kritiek op de kleren van macho alfamannen uit de (extreem)rechtse hoek. Voormalig Trump-adviseur Roger Stone noemde Guy onlangs nog „a smug little turd” op X nadat die zijn bretels had bekritiseerd. Hij probeerde Guy ook te verbeteren: bretels heten volgens hem niet suspenders, maar braces. Wat Guy makkelijk kon weerleggen: braces is Brits-Engels, suspenders Amerikaans-Engels. Guy: „Mijn moeder is dol op beroemdheden. Elke zondag bel ik haar om te vertellen wie ik nu weer boos heb gemaakt, dan wordt ze helemaal enthousiast.”

Roger Stone met „zichtbare bretels
Foto Nick Oxford/AFP

Hij leerde massa’s volgers wat een collar gap is: een niet wenselijk gat tussen de kraag van een jasje en de nek. „Een kraag hoort je nek te huggen”, zegt hij. Een vrouwelijke volger beklaagde zich op X dat ze dankzij Guy bij de bruiloft van haar beste vriendin alleen maar kon focussen op de collar gaps van de pakken die de mannelijke gasten droegen.

„Ik ben vaak totaal verbaasd over wie mij volgen”, zegt Guy. „Soms zie ik opeens vooraanstaande klimaatwetenschappers reageren op mijn berichten. Dan denk ik: stop met lezen, focus je alsjeblieft op het redden van de wereld, je hebt geen tijd om je bezig te houden met de juiste pasvorm van een bandplooibroek!” Er zijn mensen die hem trots hun trouwfoto’s mailen en schrijven dat ze zo blij zijn dat ze zijn tips hebben opgevolgd.

De online horlogecommunity schaarde zich achter Guy. Dave Portnoy, die eerder weigerde excuses aan te bieden toen hij had gezegd dat sommige vrouwen het verdienen om verkracht te worden, gaf uiteindelijk schoorvoetend toe weinig verstand te hebben van horloges. Op de socialemediakanalen van zijn horlogemerk zijn al ruim een jaar geen updates verschenen.

Guy hield 16.000 nieuwe volgers over aan zijn aanvaring met Portnoy, zegt hij. In de jaren daarvoor had hij maar een paar duizend volgers en postte hij naar eigen zeggen vooral „dorky grappen over Japanse nichemerken en microtrends”. „Die werden alleen gelezen door een paar andere mannenmodenerds. Meestal voelde het alsof ik tegen mezelf aan het praten was.”

Met zijn nieuwe volgers in zijn achterhoofd begon hij langere, informatieve posts te schrijven. De eerste was een 27 tweets tellende uitleg over waar je op moet letten als je een fatsoenlijke kasjmier trui wil kopen (koop niet bij goedkope ketens, 400 dollar is een eerlijke winkelprijs, maar koop vooral tweedehands of kies een goedkoper maar goed alternatief als Shetlandwol). Die werd zo gretig geliked en gedeeld dat het hem 25.000 nieuwe volgers opleverde. Niet lang daarna ging ook zijn met veel foto’s geïllustreerde lijst met modetips voor „larger male figures” viral (draag nooit een te strakke broek „want je lijkt gauw op een lolly”, kies voor materialen met een textuur in plaats van gladde zorg bovenal dat de stof nergens trekt).

Algoritme

Begin 2023 werd hij opgepikt door het net door Elon Musk geïntroduceerde For You-algoritme. Daardoor krijgen gebruikers ook berichten te zien van mensen die ze helemaal niet volgen. „Opeens kreeg ik een stortvloed aan berichten in de trant van: shut up, mode kan niemand iets schelen. Eerst begreep ik niet hoe al die mensen die mij helemaal niet volgden opeens in mijn comments terechtkwamen. Ik ging lunchen met een vriend en het eerste wat hij vroeg was: doe je nog weleens iets anders dan twitteren? Elke keer als ik de app open zie ik bovenaan een bericht van jou.”

Hoe hij in dat algoritme is beland? Hij heeft nog steeds geen idee. „Ik heb in elk geval nog nooit een cent aan Twitter betaald om mijn berichten te promoten.”

De enige verklaring die hij voor zijn succes kan bedenken is dat er een tekort is aan praktische modeberichtgeving. „Modetijdschriften schrijven vooral over welke creatief directeur ergens is aangesteld en welk modehuis nu weer een nieuwe tas van 4.000 euro heeft gelanceerd. Voor wie is dat relevant?”

George Santos
Foto Getty Images

Als hij uitleg geeft over technische aspecten van een pak illustreert hij dat altijd met foto’s van een goed en een slecht voorbeeld. Als slecht voorbeeld kiest hij graag rechtse types als Jordan Peterson (die bonte, maar zelden goed zittende pakken draagt) of de Republikeinse congresleden Matt Gaetz en de inmiddels weggestemde George Santos (die allebei steevast te korte, strakke jasjes dragen). „Ik zou nooit een foto van een random persoon van sociale media plukken en zeggen: dit ziet er niet uit. Kleding is zo persoonlijk, zoiets kan heel hard aankomen. Dus ik kies altijd voor publieke figuren die toch al in de belangstelling staan. En dan het liefst iemand voor wie ik weinig sympathie voel. En dat zijn vaak rechtse figuren als Andrew Tate.”

Andrew en Tristan Tate in „te krappe pakken”
Foto Bogdan Christel/EPA

Trekkende zijnaden

Ook Tates jongere broertje, Tristan Tate, krijgt er regelmatig van langs. Vorig jaar augustus plaatste hij een foto van zichzelf in een blauw pak voor een sportauto en met een sigaar in zijn hand. In het bijschrift pochte hij dat hij het maatpak voor 20.000 dollar bij de traditionele Londense kleermaker Huntsman had laten maken. Guy reageerde met een nauwkeurige opsomming van alles wat er mis was met het pak (trekkende zijnaden omdat de broekspijpen te smal waren, niet goed weggewerkte schoudervullingen) en plaatste foto’s van beter geklede mannen in betaalbare pakken. „Tristans hele boodschap was: ik heb veel geld betaald en zie er nu uit als een echte alfaman. Het was leuk om te kunnen zeggen: kijk, hier is een foto van iemand die 300 dollar voor zijn pak heeft betaald en er tien keer beter uitziet dan jij.”

Hij vindt overigens niet dat rechtse mannen zich slechter kleden dan andere mannen. De bestgeklede politicus aller tijden is volgens Guy een Republikein: Elliot Richardson, Nixons minister van justitie. „Als je kijkt naar foto’s van hem in de jaren zestig, dan zien zijn pakken er nog steeds niet gedateerd uit.” Ook Republikein Mitt Romney krijgt regelmatig complimenten.

Guy gebruikt al jaren een geïllustreerd portret van Elliot Richardson als profielfoto op X. Al denken de meeste volgers dat het Guy zelf moet voorstellen en dat hij dus een witte man is. „In het begin was er een online community van white supremacists die dachten dat ik een medestander was. Omdat ik over pakken praat, namen ze aan dat ik een witte man uit een hogere klasse met conservatieve ideeën was. Toen ik ze duidelijk maakte dat ik een Aziatische immigrant ben en hun overtuigingen absoluut niet deel, begonnen ze te schelden.”

Guy werd geboren in het Canadese Vancouver, waar zijn ouders eind jaren zestig naartoe vluchtten vanuit Vietnam, en groeide op in Californië. Zijn vader werkte als conciërge op een school en zijn moeder was secretaresse.

De bestgeklede politicus aller tijden is Elliot Richardson
Foto’s Bettmann Archive,

Veel meer persoonlijke informatie is niet bekend over hem. Derek Guy is zijn echte naam, beweert hij, maar verder deelt hij vrijwel niets. Dat hij met zijn oude kat woont is het enige dat hij kwijt wil. Er staan geen foto’s van hem online en hij wil niet videobellen met journalisten. „Dat is niet omdat ik nu veel haatcomments krijg, ik deelde ook al niks over mezelf toen ik nog bijna geen volgers had. Ik ben van nature een vrij privé persoon. Mezelf in de spotlights zetten vind ik ongemakkelijk.” Niemand weet precies hoe oud hij is en hoe hij eruit ziet. Afgaand op wat hij vertelt over zijn tienertijd eind jaren negentig, moet hij begin veertig zijn.

Zijn interesse in mode begon toen hij als tiener geobsedeerd raakte door hiphop en freestyle dancing – de opvolger van breakdance. „Ik ging elk weekend naar clubs om te dansen. In die clubs kwamen veel Lo Heads: een uit New Yorkse straatbendes voortgekomen subcultuur van mannen die van top tot teen Polo Ralph Lauren droegen op een coole, streetwear-achtige manier. Daar was ik erg van onder de indruk.” Via hiphop raakte hij geïnteresseerd in jazz, r&b, funk en blues. „En zo kwam ik in aanraking met de jazzmuzikanten van Blue Note Records en de geweldige pakken die zij droegen. Vervolgens ging ik films uit de jaren vijftig kijken en raakte ik meer en meer geïnteresseerd in pakken. Begin deze eeuw kwamen mannenmodeblogs en -forums op die me veel over mannenmode hebben geleerd. Toen is het uitgegroeid tot een serieuze hobby.”

In 2011 begon hij een blog om zijn kennis over mannenmode te delen: Die, workwear! Met die naam wilde hij zijn beste vriend sarren, die alleen maar workwear (op traditionele werkkleding geïnspireerde kleding) droeg. „Ik had ook niet verwacht dat ooit iemand anders dan die vriend mijn blog zou lezen. Mijn twitteraccount heet ook nog steeds zo en ik schaam me kapot voor die naam. Ik heb niks tegen workwear, de helft van mijn garderobe bestaat er nota bene uit.”

Dankzij dat blog kreeg hij zijn eerste opdrachten voor andere media. Eerst voor andere blogs en vakbladen en de laatste jaren voor steeds grotere titels: The Washington Post, The New York Times, Esquire. Hij is mede-oprichter van mannenmodeblog Put This On. „Ik interview inmiddels al ruim vijftien jaar kleermakers.”

Op de politieke nieuwssite Politico publiceerde hij eind juli een groot artikel waarin hij uitgebreid analyseert hoe Trumps running mate J.D. Vance zich in de loop der jaren meer en meer als Trump is gaan kleden: in iets te grote donkerblauwe pakken met glimmende, felgekleurde stropdassen. „Een MAGA-makeover”, schreef hij. Hij gaf Vance er onlangs nog van langs omdat hij overhemden met te korte mouwen draagt.

De pakken van koning Felipe VI. van Spanje passen „op alle fronten
Foto Getty Images

Wie keer op keer terugkomt in Guys berichten als voorbeeld van hoe het wél moet is Felipe VI, de koning van Spanje. „De skills van zijn kleermaker zijn ongeëvenaard”, zegt hij. „Zijn pakken passen perfect op alle fronten: de kraag valt altijd precies om zijn nek, de stof trekt nergens, niks kreukt. Zijn kleermaker geeft hem heel subtiel een iets bredere schouderlijn en een net iets vollere borst. Wat ook helpt is dat hij vaak voor zwaardere stoffen kiest, die vallen beter. Zelfs als hij loopt zie je amper kreukels in zijn broeken. Al vermoed ik dat hij iemand in dienst heeft die zijn kleren even glad perst vlak voor hij ergens moet verschijnen.”

Silhouet

Derek Guy wil niet zo iemand zijn die meent dat vroeger alles beter was, maar het gemiddelde kledingstuk was volgens hem in de vorige eeuw, vóór de opkomst van fast fashion, wel degelijk beter. „Er zijn zó veel slecht gemaakte, goedkope opties bij gekomen dat het aanbod voor de gemiddelde consument heel onoverzichtelijk is geworden. De afgelopen jaren zijn stoffen dunner geworden en zitten kleren vaak zo strak dat er amper nog sprake is van een silhouet. De meeste mannen dragen veel stretchstoffen. Dat komt modemerken goed uit: de kans dat het past is groter, kleren met stretch worden minder vaak geretourneerd. En kleren zijn simpeler geworden. Mannen dragen minder overhemden en blazers, maar vaker T-shirts.”

Barack Obama met „de perfecte stropdasknoop”
Foto Reuters

Het zijn wel betere tijden voor mensen die echt geïnteresseerd zijn in kleding, zegt hij. „Er zijn meer opties, en er gelden minder regels. Als je veel informatie over kleren tot je beschikking hebt, is het makkelijker dan ooit om goede kleren te vinden. En simpeler kleren hoeven niet per se slechter te zijn. In een T-shirt dat perfect past kun je er geweldig uitzien.

Graag wil hij benadrukken dat hij niet wil dicteren hoe iedereen zich moet kleden. „Mode doet er natuurlijk niet écht toe. Je moet iemands kwaliteiten nooit beoordelen op basis van iemands kleren.”