Clowns van de Gaza Circus School spelen met kinderen bij een polio vaccinatie locatie in Gaza in September 2024.
Video Reuters
Onder de ruïne van een gebombardeerde woontoren holt plots een clown. Zijn jas met rode en blauwe slippen steekt fel af tegen het puin, de her en der neergezette tenten en de donkere rookwolken. Een tiental jongens rent lachend achter de clown aan en probeert hem te tikken. Dat is te zien in een Instagramvideo van de 18-jarige Palestijn die achter de rode clownsneus schuilgaat: Mohammed Nayef Salem.
Salem komt uit een gezin van zeven in Noord-Gaza. Zijn huis is vernield, zijn zwager gedood, vertelde hij eerder aan The Independent. Sinds zijn twaalfde speelt hij ‘clown Tito’. „Ik draag ballonnen bij me in plaats van wapens”, schrijft hij op Instagram. „Ook al ben ik jong en heb ook ik pijn, toch wil ik kinderen een heel klein geluksmoment bezorgen.”
Met zijn alter ego Tito is Salem een van de achttien artiesten van de Gaza Circus School. „Kinderen hebben het hier heel moeilijk, zeker na heftige bombardementen”, vertelt circusschooldirecteur Ahmed Mushtaha aan NRC. „Ze kroppen hun emoties op. Maar wanneer ze onze voorstelling zien, beginnen ze te dansen en mee te spelen. Zelfs volwassenen kunnen niet wachten tot onze shows beginnen, al is het voor ons nergens meer veilig om op te treden.”
De uithongering, continue gedwongen evacuaties en voortdurende Israëlische aanvallen treffen de miljoen kinderen die zich in Gaza bevinden hard. Sinds de Hamas-aanval van 7 oktober heeft Israël zeker 18.000 kinderen gedood. Van zo’n 39.000 overlevende kinderen heeft Israël een of beide ouders gedood. Dat blijkt uit cijfers van het Palestijnse Bureau voor Statistiek.

Clown Tito (Mohammed Nayef Salem) treedt in Februari 2024 op in Gaza-stad op een door Palestijnse vrijwilligers georganiseerd evenement voor de kinderen die met hun families hun toevlucht zoeken in een school.
Foto Omar Qattaa/Anadolu via Getty Images
Oogcontact vermijden
Mohammed, een 36-jarige medewerker van hulporganisatie War Child vanuit Gaza-Stad, ziet kinderen apart van de groep zitten, oogcontact vermijden en in hun eentje een repetitief spel spelen. Om veiligheidsredenen wil hij niet met zijn achternaam in de krant. „Andere kinderen komen gevoelloos over, ze reageren niet op vragen. Weer anderen zijn plots hyperactief of je ziet ze constant de omgeving scannen.”
Hij benadrukt dat kinderen in Gaza al jaren opgroeien met luchtaanvallen, verwoestingen en het verlies van dierbaren. „Ze vertonen symptomen van posttraumatische stress, angst, depressie en gedragsproblemen. Hun dagelijks leven wordt verstoord, dat maakt het moeilijker veerkracht te ontwikkelen. Het resultaat is een generatie die te snel volwassen wordt.”
Zo’n vijfhonderd kinderen tussen de zes en zeventien jaar oud krijgen volgens Mohammed gestructureerde mentale ondersteuning van de organisatie, door ze routines te geven en ze langzaam weer vertrouwen te laten opbouwen. In tenten, schoolgebouwen of buiten: op plekken die relatief ‘veilig’ zijn, verzamelen zijn collega’s en hij groepjes kinderen – soms moeten ze zo’n sessie afbreken vanwege Israëlische luchtaanvallen. De kinderen maken tekeningen, van bommen die op woonhuizen vallen of van gedode familieleden. Soms spelen ze een spel waarbij iedereen in een kring staat en een zeil vasthoudt waarin een rond gat zit. Op het zeil stuitert een bal, alleen door samen te werken krijgen ze ‘m in het gat. „Zo leren ze hun emoties kennen en reguleren”, zegt Mohammed.

Kinderen verzamelen spullen op de plek van een Israëlische luchtaanval in Jabalia op 30 mei 2025.
Foto Bashar Taleb/AFP
Via Whatsapp stuurt Mohammed enkele reacties van kinderen door. „De spelletjes hielpen me mijn angst even te vergeten”, zegt de een. Een ander: „Ik was bang om te praten, maar toen iedereen aan het spelen was, durfde ik wel”. Een derde reactie: „Ik was droevig, maar toen we speelden voelde ik me iets beter.”
De verhalen van kinderen in oorlogssituaties zijn vaak zo groot, stelt War Child-directeur Ernst Suur, dat het lastig is er woorden aan te geven. „Een kind zal niet meteen vertellen waar het zijn of haar moeder is kwijtgeraakt. Bovendien voelen ze zich vaak schuldig en schamen ze zich voor emoties als woede en verdriet. Het helpt om naar makkelijke dingen te vragen, zoals hun lievelingseten. Het verhaal komt dan terloops, zo bied je een beetje veiligheid in een onwerkelijke situatie.”
Voorlezen en liedjes zingen
Klinisch psycholoog Trudy Mooren, verbonden aan ARQ Nationaal Psychotraumacentrum en de Universiteit Utrecht, legt uit dat de mentale hulp bij een „ontwrichtende” situatie als de genocidale oorlog in Gaza verschilt per leeftijdsgroep. „Als alle zekerheden wegvallen, hebben kinderen een kader nodig om hun ervaringen betekenis te geven.” Als een kind nog ouders heeft, kunnen die „proberen zoveel mogelijk kleine, gewone dingen te blijven doen, zoals voorlezen of liedjes zingen”. „Het is belangrijk dat zij het nog kunnen opbrengen om aandacht voor hun kinderen te hebben, ook door te antwoorden op vragen als waarom een neefje plots is gedood en er geen begrafenis is.”
Bij adolescenten spelen juist leeftijdgenoten een sleutelrol. „Hun onbezorgdheid valt weg, ze worden snel volwassen”, zegt Mooren. „Tegelijk moeten ze nog uitzoeken wie ze zijn, dat ontdekken ze normaliter door aansluiting te vinden bij een groep.” Bij kinderen, maar ook bij alle anderen, ziet Mooren kans op onder meer depressie, angststoornissen of PTSS. „Het is niet klaar als de laatste bommen zijn gevallen.”
Mijn collega’s en ik voelen telkens het gapende gat tussen wat wij kunnen doen, en wat echt nodig is

De optredens en activiteiten waren bedoeld als steun voor kinderen die ernstig getroffen zijn door de aanvallen van het Israëlische leger in de Gazastrook.
Foto Omar Qattaa/Anadolu via Getty Images
Een clownsoptreden, balspel of voorgelezen worden: het is niet toereikend voor kinderen die veel hebben meegemaakt, weet hulpverlener Mohammed. „Het is diep frustrerend en hartverscheurend dat we soms alleen een paar uur afleiding kunnen bieden. Mijn collega’s en ik voelen telkens het gapende gat tussen wat wij kunnen doen, en wat echt nodig is.”
„Het is krankzinnig dat we een miljoen kinderen laten opgroeien in deze gruwel”, zegt War Child-directeur Suur. „Als we deze generatie niet helpen, ben ik bang dat ze hun verdriet straks doorgeven aan hun kinderen. Dat zagen we ook na de Tweede Wereldoorlog. We kunnen het ons niet permitteren moedeloos te worden. Dat is onze verantwoordelijkheid tegenover de kinderen die nog leven en die straks verder moeten.”
Vanuit Gaza plaatst Salem als clown Tito een nieuwe Instagramvideo. Vergezeld van een collega-circusartiest in pandakostuum springt hij uitgelaten op en neer met een groep kinderen. „Ik doe mijn best om de kinderen vrolijk te houden, want ik weet niet of ik ze terug zie”, schrijft Salem.
