Steeds een paar diplomatieke stapjes verder en tegelijkertijd de zwaarste drukmiddelen achter de hand houden. Zo is de Haagse diplomatieke strategie richting Israël vanwege de destructie in Gaza het beste te beschrijven. Na overleg tussen de top van het kabinet maandag besloot Nederland extra maatregelen tegen Israël te nemen, die dit keer ook in Jeruzalem – voor het eerst – tot openlijke irritaties leidden.
Om te beginnen wordt dinsdag, waarschijnlijk in de namiddag, de Israëlische ambassadeur opnieuw ontboden op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is voor de tweede keer tijdens de Gaza-oorlog dat demissionair minister Caspar Veldkamp (NSC) deze stap zet. En ditmaal ontvangt Veldkamp ambassadeur Modi Ephraim zelf, de vorige keer gebeurde dit nog op het gebruikelijke niveau van een hoge ambtenaar. In een Kamerbrief schrijft Veldkamp dat hij „met klem” bij Israël zal aandringen om rond Gaza „een andere koers in te slaan”. Veldkamp noemt de huidige humanitaire situatie „onverdraaglijk en onverdedigbaar”.
Persona non grata
Een eerste echte sanctie die Nederland tegen de Israëlische regering neemt is het tot ‘persona non grata’ verklaren van twee extreemrechtse ministers uit het kabinet-Netanyahu, minister van Binnenlandse Veiligheid Itamar Ben-Gvir en minister van Financiën Bezalel Smotrich. Deze ministers krijgen een inreisverbod en mogen niet meer naar Nederland reizen. Het kabinet neemt deze stap omdat de ministers volgens Veldkamp „herhaaldelijk geweld door kolonisten hebben aangewakkerd tegen de Palestijnse bevolking en […] oproepen tot etnische zuivering in de Gazastrook”.
Met de maatregel tegen de ministers loopt Nederland in EU-verband behoorlijk voorop, tot dusver ging alleen Slovenië hiertoe over. Buiten de EU zetten ook het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Noorwegen de ministers vorige maand al op de sanctielijst. En hoewel Ben Gvir en Smotrich absoluut niet van plan zijn om naar Nederland af te reizen, is een inreisverbod tegen ministers van bevriende naties vrij uniek. Eerder vaardigde Nederland in EU-verband bijvoorbeeld inreisverboden uit tegen Russische politici en bestuurders.
Economische sanctie
Bovenop de nationale maatregelen wil het kabinet vooral via Brussel meer druk gaan zetten. Veldkamp heeft steeds gezegd dat het effectiever is om in EU-verband sancties op te leggen, maar het is ook lastiger om op dat niveau overeenstemming te bereiken. Deze dinsdag praten de EU-ambassadeurs over een tweede voortgangsrapportage van Hoge Vertegenwoordiger Kaja Kallas over afspraken die de Europese landen eerder deze maand met Israël over hulp maakten. De EU-landen willen dat Israël onbeperkt humanitaire hulp via grensovergangen op de grond toelaat, maar uit een eerste evaluatie bleek deze maand dat de implementatie van de afspraken hierover „ernstig tekort schiet”, schrijft Veldkamp in de Kamerbrief.
Als uit de tweede rapportage dinsdag hetzelfde blijkt, wil Nederland in EU-verband pleiten voor „significante stappen”. Zo steunt Den Haag als Israël in gebreke blijft het voorstel van de Europese Commissie om een deel van de samenwerking op te schorten binnen het Horizon Europe-programma, het grootste onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU. Daarnaast wil Nederland pleiten voor opschorting van het handelsdeel uit het Associatieverdrag met Israël. Dat zou neerkomen op een serieuze economische sanctie, waarvoor geen unanimiteit, maar wel de steun van een ‘gekwalificeerde meerderheid’ nodig is, oftewel een combinatie van landen die 55 procent van de lidstaten en 65 procent van de bevolking vertegenwoordigt.
Aan de Kamerbrief valt overigens op dat een aantal zeer gevoelige maatregelen die Nederland nationaal ook zou kunnen nemen, niet worden genoemd. Zo schrijft Veldkamp niets over het erkennen van de Palestijnse staat, een stap die Frankrijk in september gaat zetten. Nederland heeft dat altijd beschouwd als voorbarig en niet dienstig aan het vredesproces richting een tweestatenoplossing. Ook staat in de brief niets over de aankoop door Nederland van Israëlische wapens. Deze investeringen helpen de Israëlische wapenindustrie, maar Nederland ziet vanwege de noodzakelijke uitbreiding van de eigen defensie nog niet voldoende alternatieven.
Chagrijn
De aankondiging van de Nederlandse maatregelen leidde voor het eerst tot openlijk chagrijn in Israël. Toen minister Veldkamp in mei pleitte voor een Europees onderzoek naar de mensenrechtenschendingen in Gaza, haalde dit de Israëlische media nauwelijks en werd er door politici niet op gereageerd. Maandagavond reageerde de Israëlische president Isaac Herzog direct op een tweet van demissionair premier Dick Schoof, die een verslag van hun telefoongesprek had gepost.
„Sorry premier”, schreef Herzog „met alle respect – deze tweet weerspiegelt niet de geest en details van het gesprek. Het weerspiegelt ook niet mijn glasheldere standpunt dat het een enorme vergissing zal zijn als de EU dergelijke stappen onderneemt, vooral in het licht van de voortdurende en verbeterde humanitaire inspanningen van Israël. Ik ben vooral bedroefd dat de benarde situatie van onze gijzelaars en de eis voor hun onmiddellijke vrijlating niet eens worden genoemd!”
Lees ook
ons blog over de crisis in het Midden-Oosten
Minister Ben Gvir zei in een reactie tegen The Jerusalem Post dat hij „zal blijven vechten voor ons land en zal eisen dat we Hamas verslaan. […] In Europa, zoals vaak het geval is, wordt het slachtoffer dader gemaakt.” Overigens klopt de claim van Herzog niet: in de Kamerbrief wordt duidelijk gesteld dat Hamas de tientallen gegijzelden die nog in Gaza zijn onmiddellijk moet vrijlaten. De brief begint zelfs met een passage over Hamas, waarin verder staat dat het kabinet „geen illusies koestert over de intenties en het optreden van Hamas”. Veldkamp herhaalt ook het Nederlandse standpunt dat er „er geen plaats is voor Hamas in de toekomst van de Gazastrook”.
