Met de val van Assad verliest Poetin een militair steunpunt in het Midden-Oosten

Een van de laatste keren dat Vladimir Poetin en Bashar al-Assad elkaar de hand schudden, was op 15 maart 2023 in Moskou. De dag was zorgvuldig gekozen: twaalf jaar na het begin van de Syrische burgeroorlog, door Assad gewonnen dankzij een keiharde militaire interventie van Russische troepen, met tienduizenden burgerdoden tot gevolg. Nu Poetin een al even wrede oorlog voerde in Oekraïne, kwam Assad naar Moskou om zijn steun te betuigen.

Zondag landde de Syrische dictator opnieuw in Moskou, ditmaal als politiek vluchteling. Diezelfde ochtend meldde het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken in een verklaring dat Moskou in contact stond „met alle groepen van de Syrische oppositie”. Rusland was naar eigen zeggen „op de hoogte” van onderhandelingen over Assads vertrek, maar had er niet aan deelgenomen. Maandag bevestigde Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov Assads aankomst in Moskou. Het besluit om hem „asiel te verlenen” was door president Poetin persoonlijk genomen. Een ontmoeting tussen beiden zou voorlopig niet gepland staan.

Met de val van het regime van Assad verliest Poetin een belangrijke bondgenoot en militair steunpunt in het Midden-Oosten. Na de Russische militaire interventie, vanaf 2015, kreeg Moskou het gebruiksrecht van de luchtmachtbasis Hmeimim in Latakia en de marinebasis in Tartus aan de Middellandse Zee. De twee locaties groeiden uit tot cruciale knooppunten voor Russische militaire operaties in de wijdere regio en vormden belangrijke centra voor het vervoer van Russische militairen, huurlingen en materieel naar landen in Afrika. In 2017 tekende Poetin een 49-jarige lease van de bases.

Lang zou de overwinningsroes niet duren. De oorlog in Oekraïne slokte sinds 2022 al Poetins aandacht op en noodzaakte hem tot het verplaatsen van militair materieel vanuit Syrië naar Oekraïne. In 2023 kwam daar het einde van de Wagner Groep bij, het Russische huurlingenleger dat zich vanaf 2015 in Syrië op gruwelijke wijze had doen gelden, maar in 2023 roemloos ten onder ging bij een opstand tegen het Kremlin. „Onze betrokkenheid [in Oekraïne] had een prijs. Die prijs was Syrië”, zei de Moskouse analist Anton Marsadov zondag tegen The New York Times.

Zelfs als Rusland zijn bases in Syrië kan behouden, behoort zijn slagkracht tot het verleden

Roeslan Soeleimanov
Analist Rusland

De afgelopen weken leek Rusland zijn vertrouwen in het Syrische regime in rap tempo te verliezen. Hoewel de Russische buitenlandminister de opmars van de rebellen bij een Syrië-overleg met Turkije en Iran, vrijdag in Qatar, „ontoelaatbaar” noemde, stuurde Rusland geen extra troepen of materieel. In Tartus verlieten Russische schepen de haven en werd in Hmeimim een grote activiteit van vrachtvliegtuigen waargenomen, mogelijk ter evacuatie van mensen en spullen of het binnenbrengen van wapens ter verdediging van de basis.

Ook aan de opvallend feitelijke toon waarmee Russische staatsmedia en militaire bloggers verslag deden van de razendsnelle opmars van de rebellen van Hayat Tahrir al-Sham (HTS), valt volgens deskundigen op te maken dat het Kremlin vooralsnog geen grote noodzaak ziet tot het beperken van reputatieverlies. Voor doorsnee Russen is de Russische aanwezigheid in Syrië nooit erg interessant geweest. Tegelijkertijd kan die spin nog komen: Poetin staat erom bekend bij verrassingen de tijd te nemen om zijn positie te bepalen.

‘Beschamend voor Rusland’

Volgens de Britse Ruslandkenner Mark Galeotti heeft Poetin er bewust voor gekozen om zijn bondgenoot militair niet te hulp te komen. „De Russen waren voorbereid [op de val van Assad] en zagen het niet als hun probleem. Ze hebben de situatie in het verleden meermaals vlot getrokken, maar [die winst] werd door Assad telkens weer verspeeld”, zei Galeotti in zijn podcast op zondag. „Natuurlijk is het beschamend voor Rusland, maar 2025 is voor Rusland niet 2015.” Met andere woorden: als Rusland moet kiezen tussen Syrië of de ‘existentiële’ oorlog in Oekraïne, dan is de keus snel gemaakt.

Dat wil niet zeggen dat Rusland niet zal pogen zijn bases en iets van zijn invloed in het land te behouden. Het is de vraag of dat lukt, zeggen analisten. HTS werd de afgelopen jaren door Rusland hard gebombardeerd ten gunste van Assad. „Ik denk niet dat HTS in de stemming zal zijn een of andere deal met Rusland te sluiten”, zegt Mark N. Katz, emeritus professor van de Amerikaanse George Mason universiteit en regiokenner, telefonisch.

Poetins persoonlijke relatie met Assad was nooit innig. Maar zijn betrokkenheid bij Syrië gaf hem gewicht in het Midden-Oosten, zegt Katz. „Zelfs Arabische leiders die Assad niet mochten, bewonderden Poetin om de wijze waarop hij zijn bondgenoten bijstond. Rusland gold als stevig alternatief voor de Amerikanen. Nu is die optie onzeker geworden”, zegt Katz. Hij sluit niet uit dat de onzekere toekomst van Syrië Rusland nieuwe kansen zal bieden.


Lees ook

In Syrië staan zelfs handlangers van het regime nu te dringen om trouw te zweren aan de revolutie

Feestvierende Syriërs in Damascus nadat op de staatstelevisie de vlucht van president Assad is gemeld. Foto Hasan Belal / EPA

De Russische analist Roeslan Soeleimanov wees maandag tegen de Russische nieuwssite Meduza op de starre positie van Assad, die zich doof hield voor Russische aansporingen een compromis te vinden in eigen land. Soeleimanov zei te verwachten dat Moskou in Syrië tenminste een „symbolische aanwezigheid” kan houden. „Zelfs als Rusland zijn bases kan behouden, behoort zijn slagkracht tot het verleden.”

Mogelijk werkt het Kremlin achter de schermen aan een charmeoffensief. Maandag meldden Russische staatsmedia dat op de Syrische ambassade in Moskou de vlag van de Syrische oppositie was gehesen. De Arabische tak van staatszender RT liet de Syrische ambassadeur in Moskou, Bashar Jafaari, zijn gal spuien tegen Assad. Hij noemde diens aftocht naar Moskou „vernederend en miserabel.”

Met medewerking van Simone Peek