Na ruim tien jaar onder leiding van twee Nederlanders krijgt chipmachinefabrikant ASML weer een Franse topman. Christophe Fouquet is vanaf april 2024 de baas van het meest waardevolle chipbedrijf van Europa, met een beurswaarde van ruim 250 miljard euro.
Donderdag maakte ASML bekend dat Fouquet de huidige co-presidenten opvolgt, Peter Wennink en technisch directeur Martin van den Brink. Zij namen in 2013 samen het leiderschap over van de Franse topman Eric Meurice.
Achter de schermen drukte Van den Brink decennialang een stempel op de technologische ontwikkeling van ASML, terwijl Wennink het bedrijf naar buiten vertegenwoordigde. Onder hun leiding groeide ASML uit tot een absolute marktleider in lithografiemachines, de belangrijkste apparaten in een chipfabriek.
Van den Brink en Wennink zijn van dezelfde generatie, geboren in mei 1957, en met hun vertrek volgend jaar eindigt voorlopig het Nederlandse tijdperk bij ASML.
De keuze voor Fouquet werd gemaakt door de raad van commissarissen, sinds begin dit jaar voorgezeten door de Deen Nils Anderssen. Zo is ASML een multinational met een Europees gezicht, die in het midden van de geopolitieke strijd tussen grootmachten VS en China staat.
De nauwe relatie tussen ASML en Frankrijk is geen geheim. Zo liep de Franse eurocommissaris Thierry Breton (Interne Markt) de deur plat in Veldhoven in voorbereiding op de EU Chips Act, het miljarden kostende stimuleringsprogramma voor de Europese chipindustrie. De Franse president Macron ziet ASML als de spil in een soevereine Europa met een eigen, krachtige hightechindustrie. De Amerikaanse bemoeienis met export is de Fransen een doorn in het oog.
Monopolist
De benoeming van Fouquet moet nog wel goedgekeurd worden door de aandeelhouders. ASML, in 1984 opgericht als een joint venture tussen Philips en ASM International, kende eerder buitenlandse topmannen, zoals de Brit Doug Dunn en Fransman Eric Meurice. Zij kwamen van buitenaf, maar Fouquet werkt al sinds 2008 bij het bedrijf, is getrouwd met een Nederlandse vrouw en woont in de buurt van Veldhoven.
De in 1975 geboren Fouquet werkte, voor hij bij ASML begon, bij de Amerikaanse chipmachinefabrikanten Applied Materials en KLA. Hij was bij ASML lange tijd verantwoordelijk voor de verkoop van de EUV-machine, het complexe apparaat waarmee chips gemaakt worden met een nauwkeurigheid van minder dan 2 of 3 miljoenste van een millimeter.
ASML is het enige bedrijf dat die ingewikkelde techniek beheerst, en dat maakt het Veldhovense bedrijf hiermee tot monopolist in de chipindustrie. Aan de strategie zal Fouquet weinig hoeven te veranderen.
Lees ook Het Pentagon zette Nederland onder druk: ASML moest voorkomen dat kennis over chips in Chinese handen viel
Ondanks een dip in de chipindustrie rekent ASML dit jaar op een omzetstijging van 30 procent, tot ruim 27 miljard euro. Volgend jaar stabiliseert naar verwachting de groei, maar vanaf 2025 stijgt de vraag naar chips en dus naar chipmachines weer explosief. Dat betekent dat ASML moet meegroeien Het bedrijf telt nu 42.500 medewerkers van wie ongeveer de helft in Nederland werkt en de rest in Duitsland, de VS en Azië. In Brabant wordt het lastig te blijven uitbreiden vanwege de krappe arbeidsmarkt en gebrek aan ruimte rondom de ASML-campus.
Uitbreiden wordt er niet makkelijker op als er, zoals NSC-lijsttrekker Pieter Omtzigt suggereerde, een rem gezet wordt op het aantal kennismigranten. Vanaf januari 2024 beperkt Nederland ook de belastingvoordelen voor internationale werknemers. Ze hoeven over 30 procent van hun loon geen belasting te betalen – die regeling duurt nu vijf, maar wordt teruggeschroefd naar drie jaar.
„Christophe is de perfecte kandidaat”, zei Peter Wennink in een video over de opvolging op de ASML-site. Hoewel Fouquet qua stijl en karakter een andere leider is, verwacht de aanstaande Franse chief executive officer niet dat hij de strategie van ASML zal aanpassen. Zijn uitdaging zal worden ASML mee te laten groeien met de expansievan de chipindustrie en het bedrijf door de geopolitieke storm te loodsen. De techoorlog tussen de VS en China leidt ertoe dat Washington steeds strenge exportbeperkingen afdwingt. Wennink was in de laatste jaren van zijn leiderschap een groot deel van zijn tijd kwijt aan gesprekken met politici en diplomaten.
Franse koers
Het vertrek van Martin van den Brink laat binnen ASML een groot gat achter. Hij werkte sinds 1984 bij de lithografiemachinefabrikant – hij solliciteerde er officieel in 1983, toen het nog niet van moederbedrijf Philips was losgeknipt – en trekt volgend jaar na precies veertig jaar de deur achter zich dicht. Omdat Van den Brink zo lang bij ASML werkte, groeiden de belangrijkste rollen naar hem toe: hij overziet alle onderzoek, de intellectuele eigendom en voert discussies met chipfabrikanten over hun toekomstige producten. Zijn functie valt nu toe aan verschillende personen; ASML stelt voorlopig dus geen nieuwe technisch directeur aan.
Van den Brinks temperamentvolle werkwijze – binnenskamers kan hij nog wel eens uit zijn slof schieten om mensen te ‘stimuleren’ – kroop in het DNA van het bedrijf. Dat heeft een confronterende cultuur, om zo snel mogelijk fouten uit de ingewikkelde machineontwerpen te halen.
De Amerikaan Jim Koonmen wordt aan de raad van bestuur toegevoegd en krijgt de rol van chief customer officer. Die nieuwe functie moet ervoor zorgen dat ASML’s klanten, de chipfabrikanten, op tijd hun machines krijgen. Het bedrijf groeide de laatste jaren zo snel dat het regelmatig over zijn eigen benen struikelde en met logistieke processen in de knoop kwam. Daardoor liep de uitlevering van machines of onderdelen onnodige vertraging op.
Die nieuwe functie moet er onder meer voor zorgen dat ASML’s klanten, de chipfabrikanten, op tijd hun machines krijgen en ze goed onderhouden worden. Het bedrijf groeide de laatste jaren zo snel dat het regelmatig over zijn eigen benen struikelde en met logistieke processen in de knoop kwam. Daardoor liep de uitlevering van machines of onderdelen onnodige vertraging op. Om die reden stelde ASML in 2022 al een Amerikaanse bestuurslid aan, Wayne Allan, die de samenwerking met de toeleveranciers moet verbeteren.
Een oude boom moet je niet verplaatsen, maar omhakken is ook niet zomaar gepiept. Zeker niet op een vegetarisch woonpark voor senioren, waar elke bedreigde beuk kan leiden tot verhitte discussie in de nieuwsbrief. „Hier, deze hing helemaal over het pad”, zegt Norine van Galen (70) wijzend op een boomstomp naast de vijver. Echtgenoot Hans (74): „Nou, je wilt niet weten…”
De bewoners van Vegetarisch Woonpark Ommershof in het Gelderse Oosterbeek zijn zuinig op hun omgeving. Daar kwamen Hans en Norine van Galen al achter toen ze hier zelf twee jaar geleden kwamen wonen en uit de overwoekerde tuin van hun bungalow een paar struiken lieten afvoeren. ‘Van wie kómt dat?’ klonk op het park. „In Rotterdam, waar we woonden, had je daar niemand over gehoord”, zegt Hans van Galen. „Maar op dit park heerst een soort alertheid.”
Norine van Galen knikt. „Iedereen hier is wakker.”
Kun je nagaan wat er gebeurt als het niet om één bedreigde boom gaat, maar om grote veranderingen op het hele woonpark: een woningcorporatie die aan dit parkbos uit 1950, de eerste en naar eigen zeggen enige vegetarische woongemeenschap voor ouderen in West-Europa, extra seniorenwoningen wil toevoegen. Vier- of vijflaags, midden in een oase van groen, deels op de plek waar nu ruime, gelijkvloerse bungalows staan met weelderige tuintjes zoals die van Norine en Hans van Galen. Hoofdschuddend: „De ontwikkelaar noemt de nieuwe woningen ‘parkvilla’s met appartementen’. Wij noemen het gewoon flats!”
Het nieuwbouwplan van Woonzorg Nederland, een landelijke woningcorporatie voor senioren, tevens eigenaar van woonpark Ommershof, zes hectare groot, houdt de gemoederen al maanden bezig. Achter sommige ramen zijn stickers geplakt met de tekst ‘No way’. Bewoners hebben posters opgehangen met ‘Slopen is niet sociaal en niet duurzaam’. Renoveer de bestaande bungalows, is hun boodschap. En verander verder niet te veel. Sommigen willen alles aangrijpen om het plan, dat nog op de tekentafel ligt, tegen te houden.
Maar andere bewoners – onder wie het bestuur van de bewonersvereniging – zijn gezien de omstandigheden juist vóór. Die staan achter een aantal senioren die de meest oude en tochtige bungalows bewonen en een nieuw onderkomen wensen. Zij willen juist grotendeels meegaan in de ‘Visie 2050’ die Woonzorg Nederland met een klankbordgroep van de bewoners opstelde, bedoeld om – „zoveel mogelijk met behoud van groen” – meer huurwoningen te bouwen, deels op de plek van zo’n 24 van de huidige 47 bungalows, en het vegetarische park „toekomstbestendig” te maken.
Dat alles heeft tot wat „spanning” in de gemeenschap geleid, beamen Hans en Norine van Galen, aangekomen bij de jeu de boulesbaan. Normaal spelen ze hier elke woensdagmiddag met een vast groepje, maar na wat vinnige opmerkingen in de appgroep over en weer kwam de laatste keer niet iedereen opdagen. „Het ligt even op z’n kont.”
Rozenkruizers
Zuinig op je omgeving, maar ook op jezelf, dat was de boodschap van Felix Ortt (1866-1959), een van de grondleggers van het vegetarisme in Nederland. Vegetarisme gaat volgens hem om méér dan geen vlees eten. De „vegetarische levenshouding” draait om het verlangen naar een betere toekomst en een betere samenleving door „lichaam, ziel en geest” krachtig en gezond te houden. Dankzij onbespoten groente uit de moestuin, lezingen, ontmoeting met elkaar. Gemeenschapszin.
Felix Ortt was ook een van de initiatiefnemers van een stichting die in 1948 dit landgoed in Oosterbeek aankocht om er een oude villa om te dopen tot „rusthuis voor oudere vegetariërs”. De eerste – en nu meest tochtige – bungalows dateren uit die tijd. En in de decennia erna kwamen er telkens bungalows bij. Later werd de villa vervangen door een woonzorgcomplex genaamd Felixoord met een verpleegafdeling en 22 appartementen – nu nog de enige hoogbouw op het park – en in de bungalows wonen nu vegetarische senioren uit het hele land. Onder hen zijn veganisten, antroposofen, rozenkruisers, boeddhisten, christenen. Bijna alle bungalows zijn sociale huur en welkom is iedere 55-plusser die de afgelopen drie jaar principieel vegetariër is, staat op het aanmeldformulier. Al is de wachtlijst – met daarop tweehonderd namen – nu gesloten.
Wonen op het park is een idylle, beaamt Harmen Reerink (82). Zeker toen in Felixoord – het wooncomplex – nog vers werd gekookt en ook de bewoners van de omliggende bungalows daarvan dagelijks profiteerden. „Zes euro! Drie koks! De lekkerste vegetarische gerechten werden zo bij je naar binnen gereden.” Maar de keuken is al jaren geleden wegbezuinigd, „zoals de hele ouderenzorg verschraalt”.
Al veertien jaar woont Reerink in een van de bungalows en nog altijd met veel plezier. Hij wandelt met buurtgenoten over de bosrijke paden en in de gemeenschapsruimte van Felixoord treft hij hen bij lezingen en zang. Hij spreekt ze in de gemeenschappelijke kruidentuin en bij het maandelijkse gezamenlijke diner. Als vrijwilliger helpt Reerink zorgbehoevenden in het wooncomplex waar hijzelf misschien ook ooit komt te wonen. „Samen puzzelen, je hoort de meest fantastische verhalen.”
Op dit park wordt op je gelet, daar gaat het Reerink óók om. „We brengen elkaar naar het ziekenhuis als dat nodig is.” Dus toen hij over de nieuwbouwplannen hoorde, vreesde hij voor het lot van zijn eigen jaren-zeventig-bungalow, 79 vierkante meter groot, maar ook over de mogelijke erosie van het gemeenschapsgevoel. „Kijk je straks met al die verdiepingen nog naar elkaar om?”
Rottend hout
Het was de 82-jarige Rinkse Dugger die samen met dertien bewoners van de jaren 60-bungalows verderop de woningbouwcorporatie aanschreef met de vraag om renovatie. Dat was in 2021. „We hebben verteld wat onze ervaringen zijn. Schimmel op de muren en in de kastjes, rottend hout, vocht in de kruipruimte. De elektra en de riolering zijn zo slecht dat het water soms naar boven komt.”
En met de leeftijd vertraagt je bloedcirculatie en krijg je het eerder koud. „Onze bungalows zijn deels enkelglas”, zegt Dugger. „Als ik mijn arm onder de douche vandaan steek, bevriest ’ie bijna. De hele winter zit ik met een dik vest uit Nepal aan.” De energierekening in december was 500 euro, „op 55 vierkante meter”, en voor haar zieke echtgenoot was het destijds helemáál niet vol te houden. „Die wilde de kachel het liefst op 26 graden.”
In 2022 kreeg Dugger van Woonzorg Nederland bericht dat renovatie niet mogelijk was. De corporatie wilde in plaats daarvan alle woningen vernieuwen zodat ze ook in de toekomst aan de veranderende eisen van seniorenwoningen blijven voldoen: betere isolatie, geen drempels, bredere gangpaden. In samenspraak met de bewonersvertegenwoordiging, was de belofte. Van vierlaagse woonblokken was toen nog geen sprake.
En zo reisden acht bewoners, onder wie Joke Pronk (79), eens samen met de corporatie naar een ecologische woongemeenschap elders in het land om ideeën op te doen. Pronk, voorzitter van de bewonersvereniging en een van de bewoners die het langst op het park wonen (26 jaar), was aanvankelijk best argwanend. Eerdere eigenaren van het woonpark hadden er soms een potje van gemaakt. Een zorgdirectrice poogde eens bewoners tegen elkaar op te zetten, „die sloot bondjes”, en later dreigde het park eens te moeten sluiten omdat de toenmalige eigenaar – een grote zorginstelling – bijna failliet ging. Dus toen Woonzorg Nederland het park in 2012 kocht dacht ook Pronk: wat willen ze nou? Maar ze merkte dat de corporatie het belang van de woongemeenschap geleidelijk aan steeds meer inzag en zo ontstond er „wederzijds begrip”.
Een eerste informatiebijeenkomst voor de dertien bewoners in de tochtige bungalows verliep positief. Maar toen de woningcorporatie in juli 2023 een bijeenkomst belegde voor alle parkbewoners ging het mis. Aan het einde liet de architect terloops vallen dat onder meer de jaren-zeventig-bungalows van Harmen Reerink en Norine en Hans Van Galen zouden verdwijnen. Vierlaagswoonblokken stonden ervoor in de plaats. „Iedereen schrok zich rot!” zegt Pronk. „Ook ik wist niet wat ik hoorde.” Eén vrouw moest huilen – „en m’n huisje dan?”
Bouwtechnisch geen optie
„Dat hebben we niet helemaal goed gedaan”, beaamt Antal Smits, die als ontwikkelaar bij Woonzorg Nederland dit project onder zijn hoede heeft. Renovatie is volgens hem bouwtechnisch geen optie en op het woonpark zijn nu eenmaal extra woningen nodig, zeker veertig stuks, om te voldoen aan de sociale woningbouwopgave. En om de huren betaalbaar te houden en de noodzakelijke vernieuwing van woningen en infrastructuur te kunnen bekostigen. „Liefst gestapelde bouw, ook om het omliggende groen te sparen.” Maar tijdens die bijeenkomst werd in de schetsfase een scenario gedeeld dat „voor
In het hele land moet Woonzorg Nederland geregeld seniorencomplexen vernieuwen en juist bij ouderen luistert het inspraakproces nogal nauw, weet Smits. „Die willen niet verhuizen, ook niet tijdelijk. Die hebben – heel begrijpelijk – gedacht dat dit hun laatste plek is.” Daarom betrekt hij bewoners meestal pas in een later stadium bij de vernieuwingsplannen. Als ze al wat concreter zijn en volgens de wet inspraak is vereist. „Daarmee verkort je ook de onrust bij bewoners.” Al zijn ze ook dán boos: ‘wij zijn niet betrokken!’
Met protest op seniorencomplexen die moeten vernieuwen heeft Smits wel vaker te maken. Soms langdurig, want veel bewoners hebben alle tijd. En ook op het vegetarische woonpark in Oosterbeek had hij heus op weerstand gerekend. Omdat dit park een eigen identiteit heeft en een deel van de bewoners „niet bepaald” veel vertrouwen heeft in de overheid en instanties. Dikwijls dooft zulk ouderenprotest uit nadat alle bezwaarprocedures zijn doorlopen. En soms laten bewoners met principiële bezwaren die alsnog vallen als hun een andere mooie woning wordt aangeboden. Al is het de vraag of ook deze vegetariërs dan zullen opgeven. „Die zijn voor zulke prikkels misschien minder gevoelig.”
Juist daarom had Woonzorg Nederland, voor het eerst, nog eerder de plannen met zijn huurders gedeeld, zegt Smits. Op tekentafelniveau, ver voordat er een bestemmingsplan is ingediend. „Maar daardoor zaten bewoners gelijk met veel vragen waarop we nog geen antwoord hadden.” Woonzorg Nederland heeft beloofd voortaan bij elke vervolgstap de bewonersvertegenwoordiging te betrekken.
Verlies van wasmachine
„We woonden er pas nét”, zeggen Norine en Hans van Galen, wandelend door het park. Hun stek in Rotterdam – „waar we ook fijn woonden” – hadden ze verlaten met het idee om hier in Oosterbeek, meer dan honderd kilometer verwijderd van vrienden en familie, hun laatste levensfase door te brengen. En heus, ze genieten dagelijks van de bewoners en het park. Norine: „Maar als we dit hadden geweten…”
De onzekerheid vinden ze het ergst. Want net als de andere bungalowbewoners kregen Norine en Hans van Galen van de woningbouwvereniging te horen dat ze ook met de nieuwbouw verzekerd zijn van een ‘grondgebonden’ woning. Maar wel kleiner – eerder 60 dan 78 vierkante meter – en hoe groot blijft de tuin? En is straks nog plaats voor een schuurtje met gereedschap? En gingen er niet ook verhalen over verlies van je eigen wasmachine? En ze zijn echt niet tegen het opknappen van tochtige bungalows, maar dit plan vinden ze „het andere uiterste”.
„Vanaf die eerste bijeenkomst spraken we met Woonzorg af dat we overal in meegenomen worden”, zegt Joke Pronk van de bewonersvereniging. Er werd een ‘co-creatiegroep’ opgericht van bewoners die met elkaar dachten over de plannen en dat resulteerde in een maquette waarop vrijwel alle extra woningen als een T-vorm aan het bestaande wooncomplex Felixoord waren toegevoegd. De rest van het woonpark bleef daarmee gespaard.
Maar nee, daar zag Woonzorg Nederland niets in. Het plan werd onhaalbaar geacht en dan zat je nog steeds met renovatie van bestaande, niet toekomstbestendige bungalows.
En de volgende bijeenkomsten, in juli en september dit jaar, verliepen net zo chaotisch. Waarom was er met de voorstellen van bewoners niets gedaan? Waarom was de bewonersvereniging niet op hun hand? Er gingen bewoners staan en roepen, een enkeling liep weg.
„Dat is de knuffelboom!”, zegt Norine wijzend naar een boom met een ‘buikje’. „Je ziet mensen even de rollator aan de kant zetten en met hun wang ertegenaan schuren.” Hans: „Zitten wij heerlijk op het bankje ernaast en iedereen wandelt langs. ‘Hé Piek’, ‘hé Conny’, ‘hé Leendert’.”
35 jaar was Norine van Galen toen ze eens een documentaire zag over de slacht. „Het was zo erg dat ik mijn koffiekopje tegen het scherm had willen gooien. Echt waar.” De volgende ochtend bij het ontbijt zei ze tegen haar man Hans: ‘ik eet nooit meer vlees’. En hij is toen gevolgd, net als hun kinderen. „We waren de enigen in onze omgeving en toen ik eens ziek was zei mijn moeder: ik snap ook wel waarom.”
Vasthouden aan je principes, tegen de stroom in. Die ervaring hebben vrijwel alle senioren op het woonpark. ‘Droogvreter!’ hoorde Joke Pronk van kinderen die haar achterna renden op de lagere school. „Ik draaide me om en riep: ‘dooielijkenvreter!’ Daarna was het over.” Maar zoiets vormt je karakter, denkt ze. „Die vechtlust, die zit er hier bij de meesten wel in.”
En daarom kan ze de woede bij een deel van de bewoners ook wel begrijpen. „Kijk, ook wij staan heus niet bij elke beslissing van Woonzorg te juichen”, zegt Joke Pronk. „Maar we kunnen de overwegingen voor de nieuwbouw grotendeels wel volgen. En we hebben ook het gevoel dat ze best willen luisteren.” Uiteindelijk, beseft Pronk, zijn ze ook slechts huurder en is het de woningcorporatie die beslist.
„Oh ja?” Harmen Reerink denkt daar toch wat anders over. Samen met omwonenden – die ook geschrokken zijn van de nieuwbouwplannen – heeft hij de pers ingeschakeld en de politiek. Ze hebben een monumententoets laten uitvoeren – waaruit blijkt dat mogelijk alleen het transformatorhuisje voor beschermde status in aanmerking komt. En nu overwegen ze een eigen natuurtoets, want leven hier niet ook beschermde diersoorten? „Steenmarters, vleermuizen, een bosuil.”
En dat is waar het ook Norine van Galen toch vooral om gaat. „Je wilt vechten voor je plekje, maar vooral voor het park. En voor de dieren.”
Geen idee of het een verontrustend klimaatdingetje is, maar terwijl het hotel hier in San Sebastian met veel groen en lichtjes kerstklaar wordt gemaakt, zie ik de mensen zwemmen in zee.
Waarom ik hier ben? Ajax voetbalde hier donderdag tegen Real Sociedad. Althans dat was de bedoeling. Het liep echter anders. De tegenstander voetbalde en de jongens van Ajax liepen er als beginnende pupillen achteraan.
Toch had ik een leuke avond. Dat kwam vooral door de Amsterdamse hooligan in de stadsbus naar het stadion. De dronken man zette steeds een Ajax-liedje in en kwam er na drie regels achter dat hij niet wist hoe het verder moest. Iets met Joden. Ik ken de tekst wel, maar alleen van horen zingen. Ik kom meer dan vijftig jaar bij Ajax, maar brul die onzin nooit mee.
De rest van de bus bestond uit volwassen Basken die zich niks aantrokken van de dronken Ajax-fan. Iedereen zat op zijn telefoon te appen of te chatten.
Op dat moment las ik op mijn mobieltje dat een of andere roddelkont van RTL Boulevard, die zichzelf heel gewichtig ‘entertainmentdeskundige’ noemt, nachtenlang allerlei vieze dingen heeft zitten uitwisselen met een dame die hij niet kent. Een virtueel chatteefje dus. Toen hij stopte met de erotisch geladen dialoog was het teefje boos en heeft zij de beladen correspondentie op een of ander derderangs juicekanaal gegooid. Dus moest de entertainmentdeskundige het eerst aan zijn vriendin opbiechten. En daarna aan zijn kijkertjes. Zijn eenzame geilheid ligt sinds een paar dagen op straat en heeft nu zelfs de keurige NRC gehaald.
Dit bericht over die nogal gereformeerd ogende Rob Goossens (hij zou zo een neefje van onze Sywert kunnen zijn) stemde mij blij. Dat kwam vooral toen ik las dat zijn nachtelijke gezelschapsdame misschien wel helemaal niet bestaat. Ruige Robje heeft zich waarschijnlijk seksueel zitten opwinden tegenover een computer. Zijn virtuele liefje gaf namelijk te snel te lange antwoorden en dat kan volgens kenners alleen maar via AI. Maar wie dan gelekt heeft naar dat juicekanaal? De baas van de computer?
Een zuur koekje van eigen deeg voor Rob de rukker. Uitgegleden over zijn eigen bananenschil. Jarenlang zit je allerlei privézaken van allerhande poldersterren en internationale beroemdheden in een camera te kotsen en nu moet je opeens op de televisie over jezelf stamelen dat je met een totaal onbekende mevrouw vieze dingen zat uit te wisselen. En dat de onbekende dame misschien niet eens bestaat.
Gelukkig is Rob niet de enige. Want wereldwijd fantaseren miljoenen mensen dagelijks hun erotische verlangens tegen geduldig luisterende computers. Duizenden datacenters zuchten dag en nacht omdat ze moeten reageren op opgewonden kantoorklerken, puntlassers, loopbaancoaches en burn-outbegeleiders. Terwijl die arme geilneefjes en -nichtjes denken dat ze tegen een dampende deerne of een hitsige hunk praten. Misschien zijn die datakabels in de Oostzee vorige week helemaal niet gesaboteerd door een Chinees schip, maar gewoon gesmolten onder het genot van miljoenen hijgers.
Opeens keek ik anders naar de chattende Basken in de bus naar het stadion. Zouden zij op dit moment ook allerlei gloeiende woorden wisselen met een computertje van Mark Zuckerberg of een andere miljardair?
De hooligan zong nog steeds dwars door alles heen. Ik dacht ondertussen aan de Zweedse minister van Gendergelijkheid die een zeldzame fobie voor bananen heeft. Zo eerlijk dat ze dat met de pers gedeeld heeft. Zal Rob Goossens het al verteld hebben aan zijn kijkers? Of houdt hij dit soort dingen exclusief voor zijn virtuele opwinddame?
In het stadion begon de wedstrijd hoopvol voor de Amsterdammers. Na een half uur kwam de Joden-brullende hooligan ons vak binnen. Hij ging achter me zitten en vloekte dat hij zijn plek niet had kunnen vinden. Het lag aan het stadion. Duizenden euro’s had hij voor dit reisje betaald. Toen hij uitgeraasd was keek hij nog een keer om zich heen en viel in een diepe slaap. Hij tukte door beide doelpunten heen. Waarop mijn zoon zei: „Heeft hij toch een mooiere avond gehad dan wij.”
Ze tekenen het laatste huis waar ze gewoond hebben. Het ene nog mooier dan het andere, vooral de bloemen rond het huis. Geen zolders. Als hij de tekening van de tent omhooghoudt, krijg ik een nostalgisch vakantiegevoel. Tot hij vertelt dat het laatste huis waar hij gewoond heeft, met de grond gelijk is gemaakt.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]