N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Toespraak koning
De verwachtingen waren hooggespannen over de toespraak van de koning. Hij herhaalde niet alleen de excuses van de regering, maar vroeg als hoofd van de familie vergiffenis voor haar rol bij het slavernijverleden.
De evenwichtsoefening die de koning zaterdag moest voltooien, was een ingewikkelde. De regering – waarvan hij lid is – had immers al excuses aangeboden voor de betrokkenheid van de Nederlands staat bij slavenhandel. Wat kon Willem-Alexander daar als staatshoofd nog aan toevoegen, dat zowel de hooggespannen verwachtingen waarmaakte, als ook recht deed aan degenen die geen excuses willen?
Duidelijk veel. Als staatshoofd stond hij daar in het Oosterpark in Amsterdam, voor het monument dat de afschaffing van de slavernij herdenkt. Met niet alleen een herhaling van de excuses van de regering, maar hij zei deze „met hart en ziel intens” te beleven.
Bovendien kwam daar onverwacht ook een persoonlijk verzoek bij. Als hoofd van het Huis Oranje-Nassau vroeg hij vergiffenis „voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid”. Zijn voorouders handelden volgens de wet, maar moreel onjuist.
Het was een echo van de toespraak die Willem-Alexander in 2020 op Dodenherdenking op een lege Dam hield, en waarin hij verwees naar de rol van zijn overgrootmoeder Wilhelmina, die joodse medemensen in de steek had gelaten. Beide toespraken zijn zijn meest persoonlijke tot dusver.
De onverwachtheid zat hem er vooral in dat als het de koning de afgelopen maanden werd gevraagd, hij steeds herhaalde dat de regering excuses had aangeboden. In de podcast met Edwin Evers, ter gelegenheid van zijn tienjarig regeringsjubileum, zei Willem-Alexander: „Dat is een bewuste keuze geweest vanuit het kabinet.”
Op 19 december jongstleden had premier Rutte immers gezegd: „Eeuwenlang zijn in naam van de Nederlandse staat mensen tot handelswaar gemaakt, uitgebuit en mishandeld”. En dat opeenvolgende regeringen „te weinig” hadden gezien en erkend dat het slavernijverleden „een negatieve doorwerking had en heeft”. „Daarvoor bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan.”
Maar met name nakomelingen van tot slaaf gemaakten verwachten wel iets van de koning op 1 juli, de dag dat de afschaffing van slavernij wordt herdacht en gevierd. En zij verwachten méér dan een herhaling van Ruttes woorden.
Op Curaçao in januari, aan het einde van een voorstelling over het leven van Tula, de leider van de grootste slavenopstand, had historica Jeanne Henriquez hem gevraagd: „Ik wil u vragen of u als eerste koning ter wereld op 1 juli daadwerkelijk de stilte wilt doorbreken.” Toen had koning Willem-Alexander alleen geknikt.
Lees ook: Op Curaçao praat de koning over slavernij
Excuses onzin
Tegelijk moest de koning ook recht doen aan die mensen die excuses overbodig vinden. Een van zijn opdrachten aan zichzelf is „samenbindend” zijn. Hij zei de afgelopen maanden ook vaak dat hij beseft koning van álle Nederlanders te zijn, en het onderdeel vond van zijn rol „juist” de groep mee te nemen die het allemaal wat veel vindt.
Bij discussies over de Gouden Koets had Willem-Alexander al gemerkt hoe de emoties kunnen oplaaien. Op een van de zijkanten van de koets staat de schildering de Hulde der Koloniën: knielende mensen van kleur die West (Suriname en de Antillen) en Oost (Nederlands-Indië) symboliseren, bieden de witte Nederlandse maagd geschenken aan en betonen haar eer. Een dergelijke viering van het kolonialisme is volgens sommigen niet gepast, terwijl anderen de koets onderdeel van een traditie vinden. De Gouden Koets is nu letterlijk en figuurlijk geparkeerd tot er een „weg tot verzoening” is afgelegd, zei hij vorig jaar.
Lees ook: Gouden Koets blijft voorlopig buiten gebruik
In een gesprek vrijdag met journalisten vertelde Willem-Alexander dat bij de verschillende gesprekken die hij en koningin Máxima voerden met nabestaanden van tot slaaf gemaakten er ook altijd mensen aan tafel hadden gezeten die anders over excuses dachten. Het woord ‘helingsproces’ kwam vaak in zijn antwoorden terug.
Gesprekken met nabestaanden
Wat die gesprekken vooral hadden opgeleverd, was dat de koning en koningin doordrongen raakten van de pijn die nog leeft, onderhuids en in de haarvaten. In de podcast met Evers zegt hij dat artikel 1 van de Grondwet „prachtig is”: „Maar in de praktijk wordt er nog wel gediscrimineerd.”
Koning en koningin raakten in gesprekken steeds meer doordrongen van pijn die nog leeft
En waar in 2012, als kroonprins, Willem-Alexander het bij een bezoek aan slavenfort Elmina in Ghana nog had over slavernij als „een donkere periode van menselijke relaties”, veranderde die omschrijving de afgelopen maanden in „misdaad tegen de menselijkheid”.
Het lastige voor de koning is echter dat dat slavernijverleden onlosmakelijk is verbonden met zijn eigen familie. Onlangs bleek uit het onderzoek Staat en slavernij voor het eerst wat de Oranjes aan slavernij verdienden: omgerekend naar hedendaags geld ruim een half miljard euro.
Bekend is dat stadhouders Willem IV en Willem V bewindvoerders waren bij de Verenigde Oostindische Compagnie en de West Indische Compagnie, en dat onder koning Willem I de slavenhandel met Nederland schepen weliswaar werd verboden, maar dat het nog jaren zou duren voor de handel zelf werd verboden. De koning laat onderzoek doen naar de rol van zijn familie bij het koloniale en slavernijverleden. Dat zal nog even duren.
Een week geleden in gesprek met journalisten had Willem-Alexander over de half miljard euro gezegd dat er nog véél meer naar boven moest komen, voor hij op bedragen zou reageren. En vrijdagmiddag zei hij nog dat iedereen geduld moest hebben, inclusief hijzelf. Dat er bijvoorbeeld in de Grondwet van 1848 stond dat de koning het opperbevel had over de koloniën, maar dat hij wil weten wat dat in de praktijk betekende voor er excuses zouden komen.
Zaterdagmiddag, in het Oosterpark, kwam de oplossing en bleef koning Willem-Alexander in evenwicht. Een herhaling van de excuses, een oproep tot verbinding, respect en verzoening, en een verzoek om vergiffenis. Met aan het einde de woorden dat in de toekomst kan worden gezegd: de tijden zijn veranderd. Ten kon drai.
Lees ook over tien jaar Willem-Alexander: de koning als bijna niemand kijkt