N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Financiële schaduwwereld Geheime betalingen, die buiten de boeken van Chelsea werden gehouden, hadden ook betrekking op Nederlands voetbal.
Voetballer Ricky van Wolfswinkel is na jaren van buitenlandse avonturen net een jaar terug bij de Arnhemse club Vitesse, waar zijn professionele loopbaan ooit begon, als hij besluit opnieuw de grens over te steken. „Ik verlaat Vitesse echt met pijn in mijn hart”, zegt de voetballer in de zomer van 2017. Maar de kans die de Zwitserse club FC Basel hem biedt, kan hij niet laten lopen. „Het hele plaatje klopt.”
Bij de Zwitserse club kan Van Wolfswinkel opnieuw Champions League spelen. Dit was precies waarom hij eerder besloot terug te keren naar Nederland en Vitesse: wekelijks voetballen, het plezier terugvinden en hopen dat een goede club uit het buitenland zich weer zou melden. En na 22 doelpunten, waarvan 2 in de gewonnen bekerfinale tegen AZ – de eerste prijs voor Vitesse in 125 jaar – gunt de club uit Arnhem hem weer een stap omhoog.
Financieel is de deal ook aantrekkelijk voor Vitesse. De verkoop levert de club rond de 3,5 miljoen euro op, terwijl Van Wolfswinkel een jaar daarvoor voor nog geen 7 ton bij Norwich in Groot-Brittannië werd weggeplukt.
Uitgaven waarvan de meeste in de boeken van Chelsea hadden moeten belanden, deden dat niet
Maar dan gebeurt er iets geks. Een deel van de opbrengst van de verkoop van Van Wolfswinkel belandt bij Conibair Holdings Limited, een brievenbusfirma op de Britse Maagdeneilanden. Die is eigendom van de Russische oligarch Roman Abramovitsj. Op het financieel overzicht van dit bedrijfje over 2017 staat bij de post inkomsten onder immateriële activa: Rick van Wolfswinkel , 1.065.000 euro.
De naam van de Nederlandse voetballer is een van de vele die opduiken in Cyprus Confidential, een onderzoeksproject van 65 internationale media naar gelekte documenten van enkele financieel dienstverleners uit Cyprus, het belangrijkste Europese toevluchtsoord voor Russen met veel geld. Het onderzoek wordt geleid door het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ) en het Duitse onderzoeksplatform Paper Trail Media.
De documenten geven een uniek inkijkje in hoe de Russische oligarch Roman Abramovitsj de afgelopen decennia heeft geopereerd in de voetbalwereld. De Rus, die steenrijk werd met de verkoop van een oliebedrijf, was tot de inval in Oekraïne eigenaar van de Londense voetbalclub Chelsea en verkocht die toen noodgedwongen na opgelegde sancties van de EU en Groot-Brittannië. Met behulp van de miljarden die hij in de club pompte, werden er tot die verkoop grote successen behaald. De club uit Londen won alles wat er te winnen was. ‘We’ve won it all’, zongen de supporters de afgelopen jaren op de tribune.
Web van brievenbusfirma’s
Maar uit de gelekte documenten blijkt dat Abramovitsj niet alleen geld in Chelsea stak. Via een web van brievenbusfirma’s, voornamelijk op de Britse Maagdeneilanden, betaalde de Rus in het geheim nog eens tientallen miljoenen aan managers die voor Chelsea werkten, spelersmakelaars die betrokken waren bij transfers van Chelsea, een voetbalschool van een familielid van een Chelsea-speler. Het waren transacties die uiteindelijk bijdroegen, of moesten bijdragen aan het succes van de club. Die uitgaven hadden voor een groot deel in de boeken van Chelsea moeten belanden, maar dat gebeurde niet.
In deze schaduwwereld bewegen zich ook belangrijke spelersmakelaars en spelers die in Nederland actief waren. De nieuwe commissaris van PSV Frank Arnesen, jarenlang directeur van Chelsea, ontving zo geld van Abramovitsj. De Nederlandse scout Piet de Visser kreeg geld via een brievenbusfirma. Voormalig Ajax-speler Bertrand Traoré tekende in 2013 een contract bij Chelsea, dat hem daarmee voor de neus van andere topclubs wegkaapte. Een maand later kreeg de voetbalclub AJEB in Burkina Faso, met zijn broer David Traoré als directeur, 1 miljoen pond van een brievenbusfirma van Abramovitsj. Was dat geld een bedankje voor de geslaagde transfer?
Op papier werd de betaling als volgt verantwoord, blijkt uit een gelekt contract: in ruil voor de 1 miljoen kreeg het bedrijfje van Abramovitsj het eerste kooprecht op talenten van deze club uit het Afrikaanse land, voor een periode van tien jaar.
Door de brievenbusfirma’s van Abramovitsj kon Chelsea meer geld uitgeven dan de concurrentie
De vraag die opkomt door al die gelekte stukken is waarom Abramovitsj naast Chelsea nog een parallel financieel bouwwerk opzette.
Het antwoord komt mogelijk uit de afspraak die de Russische oligarch in februari 2014 maakte met het kantoor van de bekende Belgische voetbaladvocaat Jean-Louis Dupont. Met zijn bedrijf Leiston Holdings Limited sloot Abramovitsj een geheim contract met Dupont om de advocaat en zijn kantoor financieel te ondersteunen in de procedure die ze toen aanspanden tegen de nieuwe Financial Fair Play (FFP) regels van de UEFA.
Met die regels probeert de UEFA om de financiële ongelijkheid tussen clubs te bestrijden en clubs financieel gezond te houden. FFP moet een einde maken aan ‘financiële doping’, zoals toenmalig Arsenal-trainer Arsène Wenger de honderden miljoenen aan investeringen van Abramovitsj in Chelsea noemde. Door de nieuwe regels zou het financiële bouwwerk van Abramovitsj bij Chelsea onhoudbaar worden.
In het contract met de Belgische advocaat staat dat Leiston „een zakelijk belang heeft” in de uitkomst van die procedure en er daarom geld in wil steken: Dupont en zijn advocatenkantoor krijgen 100.000 Britse pond.
De lobby tegen de FFP-regels mislukt uiteindelijk. Maar met behulp van een handjevol brievenbusbedrijven kan Abramovitsj die regels omzeilen. Niet Chelsea betaalt, maar het geld komt van een van de vele bedrijfjes van de eigenaar van Chelsea. Zo weet Abramovitsj de uitgaven van Chelsea op papier te beperken en creëert hij een financieel voordeel ten opzichte van andere clubs. In tegenstelling tot andere clubs, die hun financiële plafond hebben bereikt en daardoor geen geld meer mogen uitgeven, kan Abramovitsj met zijn brievenbusfirma’s toch nog extra geld uitgeven ten gunste van Chelsea.
‘Consulting services’
Een goed voorbeeld daarvan is de betaling aan Frank Arnesen. Hij vertrekt in 2011 als directeur van Chelsea om in Duitsland aan de slag te gaan. Die zomer sluit hij een contract met het bedrijfje Ovington Worldwide Limited voor al geleverd werk, ‘consulting services’. Hij krijgt er 250.000 pond voor.
Desgevraagd zegt Arnesen, tegenwoordig commissaris bij PSV, dat hij nog een bonus tegoed had van Chelsea. „Ik had verwacht dat het geld van Chelsea zou komen, maar blijkbaar had de club met deze derde partij afgesproken dat zij zouden betalen.” Hoe dat verder zit en of er regels mee zijn overtreden, weet hij niet. „Ik heb in goed vertrouwen ontvangen wat was afgesproken, heb het opgegeven bij de Belastingdienst en heb belasting betaald.”
Ook de Nederlandse scout Piet de Visser, die jarenlang in dienst van Chelsea was, kreeg op deze manier geld van Abramovitsj. In juli 2012 sluit De Visser een contract met Leiston Holdings Limited voor scouting en ander ‘voetbalgerelateerd’ advies. Hij krijgt eenmalig 48.000 euro en maandelijks 4.000 euro voor zijn werk, op zijn privérekening gestort. Het jaar erop krijgt hij weer 4.000 euro per maand uitgekeerd.
In 2015 sluit de scout ineens met zijn Stichting Piet de Visser Foundation een overeenkomst met Leiston. Die stichting helpt kansarme en gehandicapte kinderen in Afrika en Zuid-Amerika door ze in aanraking te brengen met sport. De stichting krijgt jaarlijks ‘uit dankbaarheid’ voor De Visser een gift van 48.000 euro van het brievenbusbedrijfje van Abramovitsj – precies hetzelfde bedrag als Visser voorheen op z’n persoonlijk rekening gestort kreeg.
Uit de jaarverslagen van de stichting – die een ANBI-status heeft en daardoor geen erf- en schenkbelasting hoeft te betalen – blijkt dat De Visser in de jaren daarna zelf geld leent van zijn stichting. Het roept de vraag op of De Visser zo niet alsnog beloond wordt voor zijn werk bij Chelsea: niet met een rechtstreekse vergoeding, maar als lening via zijn goededoelenstichting. Het laatste verslag van de stichting stamt uit 2020. Het bedrag dat De Visser dan geleend heeft, is opgelopen tot 165.000 euro.
De inmiddels 89-jarige De Visser laat in een reactie weten dat hij geen idee heeft van alle betalingen. „Daar heb ik me ook nooit mee bemoeid. Mijn boekhouder deed die zaken, maar die heeft hier allemaal niets mee te maken.” Hij weet wel dat hij „wat” voor zijn stichting heeft gekregen van Abramovitsj. „Maar daar ga ik verder niet op reageren. Dat gespit naar die man vind ik onbehoorlijk.”
Zo zijn er tientallen betalingen van brievenbusfirma’s van Abramovitsj voor vele miljoenen, die niet in de boeken van Chelsea terechtkomen. Dat de voetbalclub soms wel op de hoogte is, blijkt uit een brief die Leiston Holdings in 2012 aan Chelsea stuurt met bijgevoegd het contract tussen Leiston en Piet de Visser. „For your kind attention.”
Onderzoek Premier League
In Groot-Brittannië loopt er inmiddels een onderzoek van de Premier League naar Chelsea, vanwege het mogelijk overtreden van de FFP-regels. In een reactie aan The Guardian en de partners in het internationale onderzoeksproject zegt de club zelf dat de mogelijke overtredingen komen uit de periode van de vorige eigenaar. Abramovitsj verkocht de club vorig jaar aan een Amerikaanse miljardair. Een woordvoerder van Chelsea zegt dat de huidige Amerikaanse eigenaren van de club zich tijdens de aankoop bewust werden van „potentieel onvolledige financiële rapportage over historische transacties”. „Onmiddellijk na aankoop zijn deze historische transacties proactief gerapporteerd aan alle relevante voetbaltoezichthouders.”
In die onderzoeken komt wellicht ook het overtreden van het verbod op zogeheten third party ownership aan bod. Abramovitsj gebruikte zijn brievenbusfirma’s namelijk ook om economische rechten van spelers te kopen en verkopen. Deze rechten bestaan met name uit de toekomstige opbrengst van een speler. Het verkopen van een deel van de economische rechten gebruiken clubs als ze zelf bijvoorbeeld niet genoeg geld hebben om een speler te kopen. Ze verkopen een deel van de economische rechten aan een investeerder, die dan meebetaalt bij de aankoop van een speler en meedeelt in een latere verkoopopbrengst. Soms krijgt een investeerder ook het recht te bepalen wanneer en aan wie een speler verkocht wordt.
Dit verkopen van een deel van de transferrechten van voetballers door clubs aan investeerders – een moderne vorm van slavernij volgens sommige voetbalbestuurders – is sinds 2015 verboden. Maar uit de vertrouwelijke stukken blijkt dat ook na dat verbod opbrengsten van spelers bij bedrijfjes van Abramovitsj terechtkwamen, zoals bij de verkoop van Ricky van Wolfswinkel in 2017.
Toen hij door Vitesse aan FC Basel werd verkocht, kwam er bij de brievenbusfirma Conibair Holdings een bedrag van ruim een miljoen euro binnen. Maar van wie Abramovitsj dit geld kreeg voor die verkoop van Van Wolfswinkel is onduidelijk.
Spelersmakelaar Louis Laros, die de speler vertegenwoordigt, is verbaasd dat er geld van deze transfer bij de Russische oligarch terecht is gekomen. „Die betaling snap ik niet. Ik had er ook nog nooit van gehoord. Wij hebben daar ook niets mee te maken. De economische rechten van een speler liggen bij de club.” Maar ook Vitesse en FC Basel zeggen dat zij niets aan een bedrijfje van Abramovitsj hebben betaald. „Wij hebben van FC Basel ontvangen wat we hadden afgesproken en daar niets van doorbetaald aan derden”, zegt een woordvoerder van Vitesse. Hoe die 1 miljoen euro dan bij het bedrijf van Abramovitsj terecht is gekomen, is tot op heden onduidelijk.
Roman Abramovitsj reageerde ondanks herhaaldelijk aandringen niet op vragen over zijn voetbalzaken.
David Traoré reageerde niet op verzoeken tot een reactie.
De KNVB zegt in een reactie dat de bond niet op de hoogte is van transfergeld dat bij een bedrijfje van Abramovitsj terechtkwam voor de verkoop van Van Wolfswinkel. „De KNVB zou deze documenten graag willen zien.”