Met 15 centimeter per seconde naar je penthouse: is dat een reden voor schadevergoeding?

De zaak

Het duurt ruim anderhalve minuut om per lift de appartementen op de vierde verdieping te bereiken. Veel te lang, vinden de eigenaren. Hun appartementen bevinden zich boven op een verbouwde monumentale school in Roosendaal, uit begin twintigste eeuw. In dat gebouw werden atelierwoningen gebouwd met daarbovenop drie luxe appartementen en twee penthouses. Met tien trappen van elk acht treden kun je de bovenste etage bereiken, of met een van de drie liften – als je enig geduld hebt. De eigenaren hebben zoveel geduld niet. Althans, ze vinden dat hun iets anders is voorgespiegeld. De verkoopbrochure sprak immers van „luxe ten top” en „alle hedendaagse voorzieningen en comfort”.

De eigenaren daagden de aannemer voor de rechter, maar die stelde dat ze hadden kunnen weten dat de liften niet sneller zouden gaan. Volgens de aannemer kon in het gebouw geen machinekamer of liftput worden gebouwd. Daarom had hij duidelijk gemaakt dat er liften van een bepaald merk zouden worden geïnstalleerd, om „de toegankelijkheid te ondersteunen”. En die liften zouden „een beperkte snelheid” hebben.

De rechtbank constateerde dat de eigenaren en de aannemer de woorden ‘beperkte snelheid’ verschillend opvatten. In deze situatie mochten de eigenaren ervan uitgaan dat de liften toch in ieder geval de snelheid van „de ondergrens van de gemiddelde snelheid van conventionele liften” zouden halen. En die is één à twee meter per seconde. Omdat de aannemer wist dat de liften met 15 centimeter per seconde ongeveer tien keer zo langzaam zouden gaan, had die dat de eigenaren duidelijker moeten vertellen. Schadevergoeding toegewezen, van bijna een ton.

De aannemer en de eigenaren gingen allebei in beroep. De aannemer hield vol dat hij niet aansprakelijk was, de eigenaren vonden de schadevergoeding te mager.

De uitspraak:
Afgewezen

Het gerechtshof hanteert net als de rechtbank de zogenoemde Haviltex-maatstaf. In 1981 besliste de Hoge Raad dat het niet alleen gaat om de letterlijke betekenis van de woorden in een contract, maar ook om de betekenis die de partijen in die situatie redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en om wat zij daarover redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij speelt ook een rol tot welke maatschappelijke kring de partijen horen en welke kennis van het recht ze hebben.

Maar met hetzelfde criterium als de rechtbank komt het hof tot een tegengestelde conclusie. De combinatie van merknaam van de liften, de reden om deze bijzondere liften te kiezen en de melding van de beperkte snelheid had de eigenaren „alert moeten maken”. Daarom hoefde de aannemer de snelheid van 15 centimeter per seconde niet expliciet te noemen.

Alle vorderingen afgewezen.

Het commentaar

Leen van Langevelde, van het kantoor LGL Legal, is als advocaat van de aannemer vanzelfsprekend blij met het resultaat. „Dat de rechtbank zei dat de eigenaren een snelheid mochten verwachten aan de ondergrens van een gewone lift, dat vonden wij een misvatting. De naam en beperkte snelheid van de liften waren bekend. Op de zitting bij het hof hoorden we dat niet alleen een van de rechters maar ook een eigenaar had gekeken op de site van de liftfabriek.”

Zijn kantoorgenoot Marjolein van Hulten vult aan dat de renovatie van monumentale panden nu eenmaal beperkingen met zich meebrengt. „En dit soort liften wordt in monumentale panden ingebouwd.”

Van Langevelde: „Er gelden heel veel regels voor het renoveren van panden die een monumentstatus hebben. Dan kun je niet uitgaan van de eisen die je aan nieuwbouw stelt.”

Dat laatste is ook Tom Kools (Helio Advocaten), die optrad voor de eigenaren, wel duidelijk. „Het is geen heel hoog gebouw en bij dat pand verwacht je sowieso geen supersnelle lift. Die zal dan wel wat trager zijn, maar mijn cliënten hoefden geen tergend trage ‘platformliften’ te verwachten. En waarom zou je de snelheid niet noemen in het contract? Als koper ga je geen vragen stellen over elk onderdeel van het contract. Alleen als je iets onverwachts of opvallends ziet, denk je: daar moet ik iets mee.”

Rob Bleeker (Rozemond advocaten) is als bouwrechtadvocaat dit soort meningsverschillen gewend. „Je hebt te maken met ruime criteria die uitmaken wat je als opdrachtnemer of koper in de concrete situatie moet onderzoeken, en wat je als verkoper of aannemer zelf moet melden. Je maakt wel eens mee dat in een zaak met verschillende juridische procedures zo’n tien advocaten en rechters er tien verschillende meningen op na houden. Bij bestaande modelcontracten heb je vaak nog jurisprudentie die de onzekerheid verkleint, bij nieuwe contracten is er nog geen rechtspraak.”

Als het geleverde niet overeenkomt met wat de koper had verwacht, heeft een rechter soms weinig handvatten om te beslissen. „Maar in deze zaak was behalve de ‘beperkte snelheid’ ook de naam van de lift genoemd, die moest voldoen aan de speciale Machinerichtlijn. In het bouwrecht is dat soort regelgeving een gangbaar aanknopingspunt om open normen in te vullen.”

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 9 juli 2024; ECLI:NL:GHSHE:2024:2209