De Tweede Kamer gaat akkoord met de mestplannen van landbouwminister Femke Wiersma (BBB). Een meerderheid van coalitiepartijen en oppositiepartijen steunde een wetsvoorstel van de BBB-minister, die vindt dat de drie grootste veehouderijsectoren (kippen, varkens en melkvee) een evenredige bijdrage moeten leveren aan het omlaagbrengen van de Nederlandse mestproductie.
In het plan van Wiersma moeten daarnaast boerenbedrijven krimpen die buiten familieverband worden verkocht: 30 procent bij melkvee, 25 procent bij varkenshouderijen en 15 procent bij pluimvee. Volgens SGP en CDA worden de pluimvee- en varkenssectoren onnodig hard geraakt (ze zitten onder hun mestplafonds), terwijl de melkveeboeren relatief meer worden ontzien.
De nieuwe wet is nodig omdat er vanwege Europese regels stapsgewijs een eind komt aan de uitzonderingspositie voor Nederlandse boeren in het Europese mestbeleid, waardoor boeren minder mest mogen uitrijden.
Tegenstand in de Tweede Kamer
Kippen- en varkenshouders zijn verbolgen over het plan van Wiersma, en hadden gehoopt dat BBB in de Tweede Kamer tegen het plan zou stemmen. Ze vinden dat Wiersma hen opscheept met een probleem waar vooral de melkveehouderij verantwoordelijk voor is. Ook CDA en SGP probeerden een stokje te steken voor de wet. Zij wilden de varkens- en pluimveehouders juist geen strengere mestplannen opleggen.
Ook als BBB voor tegen de plannen van Wiersma hadden gestemd, was er toch een meerderheid in de Tweede Kamer geweest. Naast SGP en CDA stemden alleen JA21 en Forum voor Democratie tegen het plan van Wiersma.
Lees ook
Femke Wiersma ging altijd vol voor boerenbelangen. Kan ze ook politiek laveren?
Arriva blijft het openbaar vervoer verzorgen in de regio’s Achterhoek en Rivierenland. Dat heeft de provincie Gelderland dinsdag bekendgemaakt. Arriva won de aanbesteding van Keolis en EBS.
De waarde van het contract, voor minimaal tien en maximaal zeventien jaar, kan oplopen tot circa 2 miljard euro. Dat maakt ‘Achterhoek-Rivierenland’ een van de grotere ov-contracten in Nederland. De ene helft van zo’n contract bestaat doorgaans uit een ‘exploitatiesubsidie’ van de provincie, de andere helft moet een vervoerder verdienen met de kaartverkoop.
Op sommige trajecten en tijdstippen moeten reizigers reserveren als zij een bus(je) willen nemen
In de Achterhoek rijdt Arriva Nederland – onderdeel van het Europese vervoerbedrijf Arriva dat in handen is van een Amerikaans private-equityfonds – al met bussen sinds 2010 en in Rivierenland zelfs al sinds 2003. Sinds 2012 verzorgt het bedrijf er ook de regionale trein.
Lees ook
Marktwerking in het regionale vervoer zorgt voor steeds meer stress – bij alle partijen
Volgens de provincie won Arriva het contract onder meer omdat het belooft meer bussen te laten rijden dan werd gevraagd in de aanbesteding. Bij de start van het nieuwe contract in december 2025 moeten alle bussen elektrisch zijn (uitstootvrij).
Gelderland belooft dat alle dorpskernen in Achterhoek-Rivierenland die nu geen vast ov hebben met deze nieuwe concessie worden aangesloten op het openbaar vervoer. Dat geldt slechts tot 21.00 uur ’s avonds. Reizigersvereniging Rover maakt zich al langer zorgen dat vervoerders late bussen schrappen. De belofte om elk Gelders dorp van ov te voorzien zal ook lang niet altijd een gewone lijnbus garanderen. Op sommige trajecten en tijdstippen moeten reizigers reserveren als zij een bus(je) willen nemen.
Het was een paar dagen na de installatie van het kabinet-Schoof al een scheur in de nieuwe coalitie. Pieter Omtzigt (NSC) vond het van belang, zei hij tijdens het debat over de regeringsverklaring afgelopen juli, „dat partijen hier ook intern democratisch zijn”. Dat zou helpen voor „de tegenspraak”. Hij doelde op de partij van coalitiepartner PVV, met als enig lid Geert Wilders. Alleen de PVV-leider bepaalt daardoor de koers bij de grootste partij van Nederland.
Wilders keek geïrriteerd op vanuit zijn bankje en riep, buiten de microfoon om: „Waar bemoei je je mee!” „Ik vind daar wat van”, reageerde Omtzigt.
De botsing tussen Wilders en Omtzigt was een voorproefje, als het gaat om het debat over interne democratie bij politieke partijen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft al jaren een wet in de maak met regels voor politieke partijen. Deze week werd het advies van de Raad van State op het wetsvoorstel bekend.
Als de Tweede Kamer de wet gaat behandelen, zal de interne democratie bij partijen ook een discussiepunt worden. Want Omtzigt is niet de enige met kritiek op partijen zonder leden. Ook D66-Kamerlid Joost Sneller diende een motie in over interne partijdemocratie tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken afgelopen week.
PVV pesten
De regels voor politieke partijen schrijven nu voor dat een partij een ‘vereniging’ moet zijn. Dat is de PVV. Alleen: na de inschrijving van Geert Wilders zelf bij de vereniging van de PVV, kan niemand anders meer lid worden. Dat is in strijd met hoe de wet bedoeld is, vindt Sneller. Hij wil in de wet dan ook eisen voor interne partijdemocratie zien.
Het gaat om alle politieke partijen, ook die in de toekomst kunnen worden opgericht
Waar Sneller zich mee bemoeit? „Politieke partijen geven mensen de mogelijkheid,” zegt Sneller, „om politiek betrokken te zijn en voor hun ideeën en kritiek een weg te vinden naar het centrum van de macht.” Daarom is het volgens het D66-Kamerlid belangrijk dat politieke partijen zelf ook volgens de principes van de democratie georganiseerd zijn.
En dat is, hoewel PVV en D66 aartsrivalen zijn, niet om de PVV te pesten. „Het gaat om alle politieke partijen”, verzekert Sneller. „Ook die in de toekomst kunnen worden opgericht.” De regels moeten als doel hebben dat kiezers als partijleden mee kunnen doen aan het democratische proces.
Sneller voelt zich gesterkt door het advies van de Raad van State op het wetsvoorstel dat maandag openbaar werd. In het voorstel staat alleen dat partijen transparant moeten zijn over hoe hun organisatie is ingericht. Maar, schrijft de Raad van State, politieke partijen moeten volgens de regering in essentie ledenorganisaties zijn. Die leden moeten invloed kunnen hebben op de inhoud van het partijprogramma, samenstelling van het partijbestuur en van kandidatenlijsten voor verkiezingen.
De Raad van State vraagt zich af of het wetsvoorstel hierin voorziet en vindt dat het kabinet beter moet nadenken waarom het geen aanvullende eisen stelt aan de interne partijdemocratie.
Snellers motie haalde dinsdag bij het stemmen geen meerderheid. Meer dan twee derde van de Tweede Kamer stemde tegen, inclusief de hele coalitie. Dat NSC ook tegen stemde is opvallend, gezien de eerdere sneer van Omtzigt. Tweede Kamerlid Sandra Palmen zei namens NSC dat ze de motie inhoudelijk steunt, maar eerst het wetsvoorstel en de reactie van de minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark op het advies van de Raad van State wil afwachten.
Dat de motie het niet haalde betekent niet dat de discussie voorbij is. Als verantwoordelijk minister Uitermark (NSC) niets doet met de opmerkingen van de Raad van State, wil Kamerlid Sneller alsnog proberen om de wet aan te passen op het moment dat de Tweede Kamer erover gaat debatteren.
Partijverbod
De wet op politieke partijen, al een aantal jaar in de maak, erfde Uitermark van haar voorgangers op Binnenlandse Zaken. Aanleiding voor de wet is de staatscommissie parlementair stelsel onder leiding van Johan Remkes. Hij publiceerde zijn bevindingen in 2018 en achtte het wenselijk dat er één wet kwam voor politieke partijen, waar al bestaande regelingen in gebundeld kunnen worden en waaraan nieuwe regels kunnen worden toegevoegd. Doel: de onafhankelijke positie van politieke partijen versterken en de democratie stutten. Partijen zijn steeds kwetsbaarder doordat kiezers sneller wisselen van partij en minder mensen lid worden van politieke partijen.
Lees ook
Moet er een aparte wet komen die een partijverbod mogelijk maakt?
Naast de eis om transparant te zijn over de interne democratie staan in de wet regels over de financiering van partijen en hoe partijen moeten communiceren over politieke advertenties en de giften die ze ontvangen. Ook regelt het wetsvoorstel onder welke voorwaarden een partij verboden zou kunnen worden.
In het gesprek over het wetsvoorstel kreeg vooral de discussie over een mogelijk verbod op partijen veel aandacht. Dat kan vooralsnog alleen als een politieke partij handelt in strijd met de openbare orde. De minister van Binnenlandse Zaken stelt in het wetsvoorstel voor dat een politieke partij die een ‘daadwerkelijke en ernstige bedreiging’ vormt voor de rechtsstaat ook door de rechter verboden kan worden.
De Raad van State vindt het voornemen van het kabinet om de verbodsregeling aan te scherpen een goed plan. Wel zou Uitermark duidelijker moeten maken wanneer sprake is van een „daadwerkelijke en ernstige bedreiging”, schrijft de adviseur van het kabinet.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken zegt het advies van de Raad van State nog te bestuderen. Als de minister besloten heeft op welke manier de opmerkingen van de Raad van State worden verwerkt, gaat het wetsvoorstel naar de Kamer.
Om 16.27 uur verschijnt er dinsdagmiddag op de kanalen van financieel databureau Bloomberg een melding waarvan veel beurshandelaren verrast opkijken. In het bericht staan de kwartaalcijfers van chipmachinefabrikant ASML vermeld. Hoogst opmerkelijk, want die zouden toch woensdagochtend komen?
Op de blauwgekleurde homepage van ASML is op dat moment alleen nog de aankondiging te lezen van het moment waarop het Veldhovense bedrijf de cijfers eigenlijk bekend zou maken: 16 oktober om 07.00 uur. Het is duidelijk, hier is iets helemaal misgegaan.
De uitgelekte cijfers zijn niet mals. Handelaren en analisten lezen dat het aantal orders van ASML in het derde kwartaal flink is teruggelopen. Waar in het tweede kwartaal nog voor 5,5 miljard euro aan orders binnenkwam, was dat de afgelopen drie maanden slechts 2,6 miljard. Fors minder dan waar analisten op hadden gerekend.
Daarnaast schroeft ASML de omzetverwachting voor volgend jaar terug: van hoogstens 40 miljard euro naar maximaal35 miljard euro. ASML maakt zeer geavanceerde lithografiemachines voor grote chipfabrikanten. En de chipsector herstelt zich langzamer dan verwacht van de dip van de afgelopen jaren, merkt ASML. AI-chips zijn niet aan te slepen, maar de vraag vanuit andere sectoren, zoals de auto-industrie, blijft achter. Daardoor valt met name de vraag naar geavanceerde EUV-chipmachines, die 200 miljoen euro per stuk kosten, tegen. Zo schuift de Taiwanese chipgigant TSMC de aanschaf van nieuwe EUV-machines voor zich uit.
De dip in de chipindustrie, die ASML’s klanten afgelopen al jaren voelden, werd in Veldhoven gedempt door een stroom bestellingen uit China. Uit angst voor nog meer exportbeperkingen voor ASML schaffen Chinese fabrikanten zoveel mogelijk apparatuur aan – ook dit kwartaal is de helft van de omzet afkomstig uit China. Maar aan China verkoopt ASML niet de meest geavanceerde machines en daardoor daalt de winstmarge voor de chipmachinefabrikant.
ASML zegt nog altijd te rekenen op een verdubbeling van de vraag naar chips op de langere termijn.
Hevige reactie
Enkele minuten nadat ook reguliere media de uitgelekte kwartaalcijfers opmerken, komt op de beurs een uitverkoop op gang. Het aandeel ASML keldert in een kwartier met 15 procent, en sleurt sectorgenoten als Besi en ASMI mee naar beneden. De handel in ASML wordt zelfs kortstondig stilgelegd. De hele AEX-index, waar tot dat moment vrij weinig aan de hand was, duikt door de zware weging van ASML in het laatste uur van de handelsdag diep in het rood. De index sluit ruim 2,5 procent lager; ASML is in iets meer dan een uur 50 miljard euro aan beurswaarde kwijt.
De reactie op de beurs was zo heftig, omdat er wel degelijk nieuws in de cijfers zit, zegt Gerben Everts, directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). „Normaal gesproken is ASML een bedrijf dat aanvankelijk bescheiden beloftes doet, om die vervolgens te overtreffen. Beleggers zullen na de sombere mededelingen in het vorige kwartaal gedacht hebben: het is ASML, dat komt wel goed. Maar nu blijkt het dus helemaal niet goed te komen. Deze cijfers zijn écht slecht nieuws.”
Rituele dans
Het publiceren van kwartaal- of jaarcijfers is voor beursgenoteerde bedrijven een soort rituele dans, vol vaste gebruiken en procedures. Om handel met voorkennis te voorkomen gelden allerlei regels waar door financieel toezichthouders op wordt toegezien.
Zo moeten bedrijven vooraf aankondigen wanneer ze hun cijfers over de afgelopen handelsperiode bekendmaken. In de weken voorafgaand aan het cijfermoment geldt een ‘stille periode’ waarin de organisatie niet of nauwelijks communiceert. Zij zijn als beursgenoteerd bedrijf verantwoordelijk voor strikte geheimhouding van hun cijfers. Immers: wie misbruik maakt van eerder verkregen koersgevoelige informatie is strafbaar.
Iemand bij ASML heeft ’s avonds geen hap door z’n keel gekregen
Normaal gesproken heeft ASML – met 300 miljard euro aan beurswaarde een van de grootste Europese beursgenoteerde bedrijven – dit proces strikt onder controle. Hoe heeft dit dan zo mis kunnen gaan? Bij ASML heeft die vraag in de minuten na het eerste Bloomberg-bericht niet de hoogste prioriteit. Volgens strikte beursregels moet het bedrijf namelijk zo snel mogelijk na het uitlekken van dit soort koersgevoelige informatie het brede publiek op de hoogte stellen.
Er is geen tijd te verliezen. De oorspronkelijke blauwgekleurde pagina met de aankondiging van de cijfers wordt snel vervangen door de webpagina met alle voor beleggers relevante documenten.
Een uur na het publiek maken van de cijfers verklaart een woordvoerder van ASML tegenover persbureau ANP aan dat er sprake is geweest van een „technische fout” die nog wordt onderzocht.
Volgens VEB-directeur Gerben Everts is de hele kwestie zeer onfortuinlijk, maar lijkt er geen blijvende schade aangericht. „De beursreactie die je nu ziet, was er anders morgenochtend ook wel gekomen.” ASML zou volgens Everts degene die verantwoordelijk is voor de fout een arm om de schouders moeten slaan. „Iemand daar heeft ’s avonds geen hap door z’n keel gekregen en heeft een hele slechte nacht. Ook bij ASML werken mensen die fouten kunnen maken.”
Correctie: in een eerdere versie stond dat de omzetverwachting voor dit jaar is terugeschroefd van hoogstens 40 miljard euro naar maximaal 35 miljard euro. Dit is aangepast naar volgend jaar.