N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Atlético Madrid-verdediger Merel van Dongen (30) gaat staken, samen met de andere speelsters in de Liga F. „Wij vinden het slecht dat vrouwelijke profs moeten werken naast het voetballen.”
Een appje van Merel van Dongen, donderdagmiddag: ze loopt wat uit. Het is „chaos” in de Spaanse vrouwenvoetbalcompetitie. „We gaan staken dit weekend.” Dat vroeg om een extra vergadering.
Van Dongen (30) – die onlangs met Oranje meeging naar het WK – voetbalt al vijf jaar in Spanje, een van de sterkste vrouwenvoetbalcompetities ter wereld. Ze is verdediger. Eerst speelde ze bij Real Betis, nu bij Atlético Madrid.
En ze is niet bang zich uit te spreken over maatschappelijke thema’s. Het plan was daarom onder meer te praten over de ongewenste kus van Spaanse voetbalbondvoorzitter Luis Rubiales aan speler Jenni Hermoso, tijdens de huldiging van het Spaanse team als de nieuwe wereldkampioen, drie weken geleden. Het nieuws rondom die affaire blijft maar komen: dinsdag werd bekend dat bondscoach Jorge Vilda is ontslagen. Vrijdag dat het Spaanse OM Rubiales gaat vervolgen wegens aanranding.
Maar nu wordt er, vanwege vastgelopen cao-onderhandelingen, dus óók een staking aangekondigd in de Liga F: het plan is om de eerste twee wedstrijden van het seizoen niet te spelen. „Vrouwenvoetbal en vechten, dat gaat echt samen. Er is altijd wel wat”, zegt Van Dongen later die middag via Teams.
De inzet van de strijd is de beloning, naast secundaire arbeidsomstandigheden. Het minimumloon in de Liga F is nu 16.000 euro per jaar. Van Dongen: „We willen een minimumsalaris van 25.000 euro per jaar, dat in drie jaar oploopt naar 35.000 euro. De Liga wil van 20.000 naar 25.000 euro in drie jaar.”
De vakbonden, zegt Van Dongen, vinden het trouwens „belachelijk” dat vrouwen überhaupt niet hetzelfde minimumloon hebben als de mannen (180.000 euro per jaar). Maar, zegt ze, „de mannen halen ook meer geld binnen. Dus daar zijn we helemaal niet op uit.”
Ze hoeft het niet te doen voor haar eigen portemonnee. „Bij Atlético zitten we, voor zover ik weet, allemaal al boven dat bedrag. Maar ik vind het mooi dat we ons in het vrouwenvoetbal zo verbonden voelen met de ander. Ons hele team was voor staken.”
Wat vindt het bestuur van haar club, Atlético Madrid, eigenlijk van die voorgenomen staking? „Ja, die zijn er niet blij mee. De club vindt het slecht voor het imago van het vrouwenvoetbal.” Van Dongen kan daar best inkomen. „Je vraagt je bijvoorbeeld af: wat denkt een sponsor hiervan? Alleen: wíj vinden het slecht dat er in een professionele competitie, in een wereld waarin gezwommen wordt in het geld, vrouwen moeten werken naast het voetballen.”
Eigenlijk heeft dit alles niks met Rubiales te maken, zegt Van Dongen daarna . „Maar stiekem ook weer wel.” Het stakingsplan was ook zonder die situatie wel gemaakt, denkt ze, maar ‘de kus’ zorgt wel voor meer momentum „om de handen ineen te slaan”.
Al bijna drie weken beheerst Rubiales het nieuws. Binnen de voetbalwereld, maar ook ver daarbuiten. In Spanje gingen vrouwen de straat op om te protesteren tegen seksuele intimidatie en de machocultuur.
Intussen weigert de bondsvoorzitter zelf, ondanks alle druk, nog steeds om op te stappen. Hij werd twee weken geleden al wel tijdelijk geschorst door wereldvoetbalbond FIFA.
Bondscoach Vilda, die lange tijd geen afstand nam van Rubiales’ acties, is wel van het toneel verwijderd: hij werd ontslagen door de interim-voorzitter van de Spaanse bond. Meer dan tachtig speelsters hadden gezegd niet voor Spanje te willen spelen zolang Vilda aanbleef. Het vrouwenteam heeft nu voor het eerst een vrouwelijke coach, de oud-speelster Montserrat Tomé.
„Ik denk dat het niet anders kon”, zegt Van Dongen over Vilda’s ontslag. „Het was een onwerkbare situatie.”
Maar die onwerkbare situatie leek er vorig jaar ook al te zijn. Vilda, in 2017 door Rubiales aangesteld, werd er toen van beticht grensoverschrijdende regels te hanteren. Zo zouden speelsters hun hotelkamer niet op slot mogen doen, zodat hij kon controleren of ze in bed lagen. Daarnaast was er weinig vertrouwen in de sportieve capaciteiten van Vilda, die tot dit toernooi met een van de beste selecties ter wereld nooit de halve finale van een EK of WK had gehaald.
Vijftien vrouwen stapten vorig jaar uit het nationale team, later keerde een deel van hen terug. Dat Vilda toen niet ontslagen is, begrijpt ze nu „met terugwerkende kracht”, zegt Van Dongen. „Rubiales is een man die, als hij aangevallen wordt, keihard terugvecht. In plaats van te luisteren naar de speelsters, zegt hij: ik heb hem aangesteld, het is mijn keuze, ik ben de baas.”
Met deze tumultueuze aanloop stond de vibe van de hele WK-ceremonie Van Dongen daarom niet aan, nog los van de kus. Want Rubiales – en Vilda – plaatsen zich nogal nadrukkelijk op de voorgrond, zag ze. „Ik ben met veel van die meiden in de selectie bevriend en Rubiales heeft hen vorig jaar zó geschoffeerd, terwijl ze alles doen voor hun sport en gewoon vragen om een betere coach. En dan doen alsof jíj het WK hebt gewonnen, hoogstpersoonlijk.”
Wat was er denk je gebeurd als Rubiales meteen royaal zijn excuses had aangeboden? Was de situatie dan overgewaaid?
„Nou, stel dat hij een goede band had gehad met zijn speelsters en een voorvechter was van vrouwenvoetbal, en dat je dan in een moment van euforie een kus op de mond geeft en vervolgens zegt: jongens, hoe had ik zo stom kunnen zijn? Ja, dan misschien wel.”
Maar zo had het dus nooit kunnen lopen.
„Nee. En begrijp me niet verkeerd: ik vind ook dat sommige dingen best moeten kunnen en ik leg ook niet op elke slak zout, maar toevallig in deze zaak wel. Ik was het daarom ook voor het eerst in mijn leven oneens met [Volkskrant-sportjournalist] Willem Vissers. Omdat ik al zo lang in Spanje voetbal en zoveel heb gezien en het liefst van de daken schreeuw dat die meiden gelijk hebben.”
Vissers schreef dat hij de kus niet goed wilde praten, maar zei ook dat hij zich ergerde aan de ‘felheid’ van het debat en het gebrek aan mededogen: ‘Ja, mededogen, zelfs met zo’n Spaanse macho, die en passant het hele feest verpestte. Om een kus. Kom op zeg.’
Van Dongen: „Ik begrijp die reactie op zich ook wel. We zijn gewend aan andere omgangsvormen, in Spanje al helemaal. En het kost tijd voordat mensen zien dat iets niet kan. Ik ben ook wel bang voor een cancelcultuur, die steeds wordt genoemd. Mensen moeten de kans krijgen om sorry te kunnen zeggen, naar hun eigen gedrag te kijken. Ook op die manier kunnen dingen veranderen. Je hoeft echt niet iedereen die een fout heeft gemaakt van tv te verbannen. Maar een Rubiales, die zegt: ‘Ik blijf, ik blijf, ik blijf.’ Ja, dan wordt het lastig.”
Vorige week dook er een filmpje op van Jenni Hermoso van kort na de huldiging, waarin ze lacht om het kus-incident. Hoe kijk jij daarnaar?
„Ik vind het echt te gemakkelijk om dat filmpje te bekijken en de conclusie te trekken dat ze het helemaal niet erg vond. Wat je vaak merkt met grensoverschrijdend gedrag: in eerste instantie wil je er niet te veel van denken. Je wilt doen alsof het een grapje was. Of je denkt: misschien heb ik het uitgelokt of toegestaan. En pas later komt het besef: dit wilde ik helemaal niet. Ze waren ook net wereldkampioen geworden, wilden alleen maar feesten, dan is het ook logisch dat je geen party pooper wil zijn.”
Sport is natuurlijk een atypische werkomgeving: er wordt veel aangeraakt, omhelsd. Anders dan op een kantoor. Je kunt denken: dat maakt de scheidslijn tussen wat wel en niet kan vager.
„Ja kijk, als je een wedstrijd of een prijs wint, dat geeft zo’n euforie, dan kan het inderdaad zijn dat er fysiek contact is. Sarina Wiegman heeft mij ook geknuffeld toen we in 2019 de WK-finale haalden. Dus misschien is het in de sportwereld wel onduidelijker.”
En hoe moet een man daar dan mee omgaan?
„Ja, dat is dus, wat mij betreft niet zo ingewikkeld.” Lachend: „Namelijk… doe gewoon normaal. Je merkt het snel genoeg. Maar goed, ik kan er weer anders tegenaan kijken dan de volgende persoon. Dus het is een interessante discussie.”
Hoe ‘Spaans’ is deze affaire? Had het ook in andere landen kunnen gebeuren denk je?
„Nou, ik ben lid van de spelersraad van vakbond FIFPRO. Daarin bespreken we casussen uit allerlei landen. En dit is niet alleen iets uit Spanje. Dit is een structureel probleem, bijvoorbeeld in Zuid-Amerikaanse of Afrikaanse landen. Maar in Nederland zul je zo’n kus niet zien. Ik heb daar ook over nagedacht. Nigel de Jong is onze directeur [van de Nederlandse voetbalbond KNVB] en ik kan me niet vóórstellen dat hij me een heel stevige knuffel geeft, laat staan een kus op de mond. Dat is ondenkbaar. Maar er is wel ongelijkheid op andere vlakken.
„Want vergis je niet: in de Eredivisie is het bijvoorbeeld niet best gesteld met het salaris van speelsters. Veel clubs hebben geen cao en geen minimumloon. En per team hoeven maar vier speelsters een contract te hebben. Als je kijkt naar waar we vandaan komen in het vrouwenvoetbal, zijn we blij met waar we nu staan, maar er is nog een hele weg te gaan.”
Die laatste zin, dat is de kernboodschap van Van Dongen. Ze is een optimist, zegt ze meermaals. Een optimist die oog heeft voor wat er mis is – om nog eens iets te noemen: waarom zijn er zo weinig vrouwelijke trainers en bestuurders? – maar die vooral ook niet blind wil zijn voor de stappen die in pakweg tien jaar gezet zijn. „Ik zou het vreselijk vinden als mensen na het lezen van dit interview, of andere artikelen hierover, alleen maar zien wat er niet goed gaat.”
Wat vind je de grootste overwinningen van de afgelopen tijd in het vrouwenvoetbal?
„Het is goed om je te bedenken dat ik vroeger, toen ik als meisje van vijf begon, geen enkele vrouwenvoetballer kon noemen. En nu kun je op straat naar iemand toestappen en hoor je: Lieke Martens, Vivianne Miedema, Beth Mead of Alexia Putellas. In zo’n beetje elk land ter wereld is vrouwenvoetbal in opkomst.”
Je zei eerder eens dat vrouwen lang ‘te gast’ waren bij voetbalclubs. Is dat nog steeds zo?
„Wat ik daarmee bedoelde, is dat je als vrouw het gevoel kreeg: de club is het mannenteam, we doen de vrouwen erbij. Maar dat gaat gelukkig steeds beter. Toen ik begon werd de presentatie van het nieuwe shirt, of de open dag, gedaan door het mannenteam. Dat geeft je als vrouw het idee: dat zijn de échte spelers. Maar ik heb dat nu dus niet hè, bij Atlético Madrid. Steeds meer clubs zeggen: wij zijn één. Als het nieuwe shirt gepresenteerd wordt, zijn de mannen én de vrouwen er.”
Al met al, zegt Van Dongen, is het een mooi moment om te werken in het vrouwenvoetbal. „Het is vechten, er zijn discussies, ingewikkelde situaties, hier en daar een staking, maar het is ontzettend leuk om de grote maatschappij in het klein mee te maken. Als er weer eens iets aan de hand is, zeg ik altijd: ik had vroeger van z’n langzalzeleven niet gedacht dat ik mijn geld met voetbal zou verdienen en dat ik voor zestigduizend man zou spelen. De openingswedstrijd van het WK moest worden verplaatst naar een groter stadion! Dus ja, het groeit en groeit en groeit. Er is alleen een beetje groeipijn.”