‘Megalopolis’ gaat ook over Francis Ford Coppola zelf

Al veertig jaar horen filmfans over Francis Ford Coppola’s Megalopolis: de meest legendarische film die nooit gemaakt is. Het zou het ultieme statement zijn van de visionair die The Godfather maakte. Óf de laatste nagel aan de doodskist van een regisseur die sinds de jaren tachtig geen écht goede film meer gemaakt heeft.

Deze week komt de film uit. En hij blijkt vooral verwarrend. Een Romeins epos in modern Amerika, waarin een visionaire architect, citerend uit Marcus Aurelius’ Meditaties, probeert de wereldstad ‘New Rome’ om te bouwen tot een groene utopie, geholpen door de magische substantie megalon.

Megalopolis zit zo vol complexe verwijzingen en ideeën dat sinds zijn première talloze blogposts, analyses en opiniestukken verschenen met titels als „What is Megalopolis really about?” In interviews noemt Coppola zelf liefde, creativiteit, de val van wereldrijken als thema’s. En 34 kunstenaars en filosofen die als inspiratie dienden, plus „de profeten”. Maar ook: „Ik voegde alles wat ik ooit gelezen en geleerd heb toe.”

Megalopolis is Coppola’s grootste gok op zichzelf. Hij werkte 40 jaar aan het scenario, herschreef het naar verluidt 300 keer, stopte 120 miljoen dollar eigen geld in het project en rondde het af op zijn 84ste. De film is zijn levenswerk. En de beste manier om de film te begrijpen, is dus om hem te zien in de context van Coppola zelf.

Stilistische zoektocht

Coppola kreeg het eerste idee voor Megalopolis tijdens een andere gok op zichzelf: Apocalypse Now. Tijdens de opnames in de Filippijnse jungle las hij over de Romeinse politicus Catilina, die had geprobeerd de macht te grijpen in Rome. Coppola zag in Catilina een visionair die Rome van de tirannie wilde redden. Hij zou Catilina’s leven naar de moderne tijd verplaatsen, zoals hij ook Joseph Conrads Heart of Darkness naar de Vietnam-oorlog had vertaald. Het zou iets zeggen over utopieën, met de nadagen van Rome als metafoor voor hedendaags Amerika.

Coppola’s horrorjaar in de jungle voor Apocalypse Now – met tyfoons, drugsmisbruik, steeds oplopende productiekosten, explosies en helikopters van het Filippijnse leger die af en toe verdwenen voor daadwerkelijke oorlogvoering – werd op het filmfestival van Cannes beloond met een Gouden Palm. En met een klein fortuin.

Het vertrouwen dat de filmindustrie in Coppola had eind jaren zeventig, werd alleen overtroffen door het vertrouwen dat de regisseur had in zichzelf. Hij begon met het bouwen van zijn eigen utopie. Coppola wilde Hollywood veranderen; de filmindustrie teruggeven aan kunstenaars. In miljoenenpanden in Hollywood bouwde hij zijn eigen filmstudio American Zoetrope (opgericht met George Lucas) uit tot een artistieke speeltuin. David Lynch, Wim Wenders, Tom Waits werkten er aan hun projecten. Ook wilde hij de manier waarop films gemaakt werden revolutionaliseren. Geïnspireerd door de productie van live televisie ontwierp hij een busje (‘de Silverfish’) waarin hij zou kunnen regisseren, opnemen én monteren tegelijk.

Aan Megalopolis werkte Coppola op de achtergrond. Hij was zich gaan afvragen: „Als ik bejaard ben, wat is mijn stijl dan?” Al zijn films waren tot op zekere hoogte persoonlijk, maar ze waren allemaal zeer verschillend. Wat was een Coppola-film? In Megalopolis verwerkte hij alles wat hem interesseerde: cartoons, artikelen, notities, ervaringen. Hij stelde het zich destijds voor als een soort operavertoning waarin theater en cinema zouden samenkomen, het oude en het nieuwe. Gedurende vier nachten zou de film vertoond worden in een speciaal gebouwd theater in het midden van Amerika. Dit soort creatieve decadentie paste bij Zoetrope, waar legendarische regisseurs als de Brit Michael Powell betaald rondhingen om ‘van te leren’ en maanden werden besteed aan het vinden van de perfecte belichting.

Francis Ford Coppola (links) met Adam Driver op de set van ‘Megalopolis’.

Foto Phil Caruso/Lionsgate

Schulden

Coppola’s eerste film na Apocalypse Now, moest bewijzen dat Zoetrope alles kon veranderen. Met One from the Heart (1982) probeerde Coppola Hollywood te transformeren met het type film waar het dol op is: een musical. Maar de film verdiende slechts 1 van de 26 miljoen dollar productiekosten terug. Alles rond de studio ging in de uitverkoop, Coppola raakte diep in de schulden.

Dit belandde allemaal in Megalopolis. Coppola herkende zich nu niet alleen in de ambitie van Catilina, maar ook in zijn falen. In 1983 schreef hij honderden pagina’s notities en dialogen in twee maanden. Hierin is het vaak onduidelijk of Coppola het over zichzelf of zijn personage heeft. Hoofdpersonage Catilina „verloor veel van zijn kleine fortuin in die stormachtige jaren”. En kreeg te kampen met „slechte recensies”, „minder bankkrediet, slechte behandeling door voormalige ondergeschikten”. Catilina is Coppola: de utopist die werd tegengehouden door geld en status-quo.

In de jaren erna probeerde Coppola Megalopolis van de grond te krijgen. In 1988 kwam hij dichtbij, in de beroemde Italiaanse studio Cinecittà, waar de Romeinse epossen die hem inspireerden gefilmd werden. Maar niemand wilde de benodigde 35 miljoen dollar investeren. Coppola’s visie was een financieel risico geworden. Hij en Zoetrope hadden nog miljoenenschulden van One from the Heart.

In plaats van aan zijn magnum opus, werkte de regisseur dus als inhuurkracht om die schulden af te betalen. Een onbedreigende romantische komedie (Peggy Sue Got Married), een biofilm (Tucker: The Man and His Dream, weliswaar óók over een onbegrepen pionier). Coppola was veroordeeld tot het maken van „dingen waarin je niet geïnteresseerd bent, met scenario’s die je niet volledig begrijpt, op een manier waar je niet achterstaat”, schreef hij in zijn dagboek.

In 1989 besloot hij The Godfather III te maken, iets wat hij nooit had willen doen: hij vond het verhaal al afgerond. „Ik was stervende”, zei hij naar verluidt over die periode. Maar ook: „Als het klaar is, keren we terug naar Megalopolis.”

11 september

In de jaren negentig maakte Coppola nog enkele stuitend conventionele films. Zoals Jack, waarin Robin Williams een 8-jarige in het lichaam van een harige Australiër speelde. En The Rain Maker (1997): een klassieke dappere advocatenfilm. De godfather van het innovatieve New Hollywood uit de jaren zeventig was een fabriekswerker geworden. Maar hij had een plan: het vertrouwen van Hollywood herwinnen, en zijn salaris sparen; voor Megalopolis, zijn revanche.

In 2001 begon Coppola tafelsessies te organiseren waarin hij een proefscenario las met talloze wereldsterren. Van neefje Nicolas Cage, tot Leonardo DiCaprio, en de ster die hij zelf had gemaakt: Al Pacino. Met een ster zouden de financiën komen, dacht Coppola. 50 tot 80 miljoen was er nodig. Er was zelfs al 36 uur aan achtergrondbeelden geschoten in New York.

Maar toen kwamen de aanslagen van 11 september. Dat overlapte: in Megalopolis zou een Sovjet-satelliet neerstorten op New Rome. Dat kon niet meer. En hoe kon je een film over futuristisch New York maken zónder te verwijzen naar de aanvallen? Financiers keerden hem weer de rug toe.

In de jaren daarna maakte hij geen films meer. Zoetrope werd het domein van zoon Roman, producent, en dochter Sofia, regisseur van films als Lost in Translation. Zelf richtte Coppola zich op een wijngaard die hij ten tijde van Apocalypse Now had gekocht. Hij bouwde die om tot een landelijk bekend merk, een van de twintig grootste van de VS. Een miljardenbedrijf. Plus familieresorts: Disneylands rond alcohol, waar ouders dronken werden en kinderen vermaakt. Tegen Rolling Stone zei hij dat hij een manier had gevonden om wijnproductie te revolutionaliseren.

Door zijn wijnimperium had Coppola geld om alles te maken wat hij wilde. Maar dat werkte verlammend. Hij ontmoette Hollywoodster Ryan Gosling eens om te praten over Megalopolis, hij vroeg iemand een symfonie te schrijven, maar het project verdween langzaam naar de achtergrond. Van 2007 tot en met 2011 maakte Coppola drie experimentele kunstfilms: Youth Without Youth, Twixt en Tetro. Geen grote triomfen, maar, in Coppola’s woorden, beëindigden de films een periode waarin hij „zichzelf aan het vernietigen was”. Hollywood was niet de plek voor visionaire projecten, had hij zich nu gerealiseerd. Hij wilde vooral weer „een amateur zijn”, zo zei hij tegen auteur Sam Wasson, die het boek The Path to Paradise over Coppola schreef.

En toen ging Megalopolis plots weer leven. In 2017 ging Coppola met tv-kok Anthony Bourdain naar Sicilië om te eten en geïnterviewd te worden. Toen Coppola de beelden terugzag, vond hij zich te dik, „een walvis”. Tijdens een afslankprogramma begon hij te luisteren naar opnames van de tafelsessies van Megalopolis. „Dit voelt relevanter dan ooit!, dacht ik”, zei hij tegen Haute Living. „Ik realiseerde mij dat ik de film nog steeds kon maken.” In 2019 had hij het scenario af. Een jaar later vond hij zijn Catilina in Adam Driver, verder vulde hij zijn cast met oude bekenden en ‘gecancelde acteurs’ als Shia Labeouf. Megalopolis moest geen „woke Hollywood-productie worden”.

Volledig zelf financieren

Megalopolis wás Coppola’s „minnares”, schreef Wasson in The Path to Paradise. Hij kon „met haar wegrennen”, wegdromen, fantaseren hoe zijn leven zou kunnen zijn. Maar in 2021 ging hij de film dan echt maken. Van alles wat de film had kunnen zijn, elk pad dat Coppola in zijn notities had bewandeld, moest hij één richting kiezen.

Door een deel van zijn wijnimperium te verkopen, kon hij Megalopolis volledig zelf financieren. Niemand die zijn visie in de weg stond. Maar door zijn besluiteloosheid verliep de productie moeizaam. Crewleden raakten uitgeput. Coppola paste zijn idee van hoe Megalopolis eruit moest zien steeds aan – zoals hij vijftig jaar eerder maandenlang zocht naar een einde voor Apocalypse Now, zocht hij nu naar een passende stijl. Coppola trok zich urenlang terug in de Silverfish om wiet te roken, zeiden crewleden tegen The Guardian: „Heeft deze man ooit een film gemaakt?”


Lees ook

de recensie van ‘Megalopolis’

Wow Platinum (Aubrey Plaza) in Megalopolis. Foto Lionsgate

Volgens medewerkers ruilde Coppola moderne ledschermen halverwege productie in voor klassieke greenscreentechnologie. Hij klooide uren met ouderwetse projectoren en spiegels om een effect op hoofdrolspeler Adam Drivers gezicht te krijgen dat met CGI binnen „tien minuten” gemaakt kon worden. Na een maand verloor hij het grootste deel van zijn productieontwerp- en visuele effectenteam. De helft ontsloeg hij, de andere stapte zelf op.

Vlak voor de première in Cannes werd Coppola ook nog beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. In een artikel van Variety vertelden crewleden van Megalopolis dat Coppola „schaarsgeklede” en „topless” danseressen zou hebben gezoend „om ze in de stemming te krijgen” voor een nachtclubscène. Al verdedigde hoofdrolspeler Driver de opnames als „misschien wel mijn favoriete ooit”.

Coppola zelf zegt in meerdere interviews dat Hollywood en de pers zijn film willen beschadigen, omdat hij iets nieuws wil doen. Ook Apocalypse Now kreeg ooit slechte pers, maar wordt nu al bijna vijftig jaar vertoond in bioscopen. „Ik denk dat hetzelfde zal gebeuren met Megalopolis”, vertelt Coppola tegen omroep KPBS.

Op de première in Cannes kreeg Megalopolis een minutenlange staande ovatie, gevolgd door veel vernietigende recensies. Maar op de persconferentie maakt dat niet uit. Acteurs Jon Voight, Lawrence Fishburne én Giancarlo Esposito krijgen tranen in hun ogen als ze over „Francis” praten: na veertig jaar is zijn droom dan echt verwezenlijkt. Coppola zelf heeft zijn ogen al op de toekomst. In Cannes kondigt hij aan dat hij toch niet klaar is met regisseren. Een nieuw project, misschien in Engeland. Of een totaal ‘live’ gefilmd verhaal over drie generaties van een Italiaans-Amerikaanse familie. Hij wil het financieren met „wat Megalopolis ook opbrengt”, zegt hij later tegen Rolling Stone. Hij wil: „Nog een rol met de dobbelsteen.”