Megaflop én film-spektakel van de week: Coppola’s ‘Megalopolis’

Met een beetje pech heeft u er al van alles over gelezen: Megalopolis, de recentste film van Francis Ford Coppola. Hij is bekend van The Godfather-cyclus (1972-1990), maar van hem komt later deze maand ook de geweldige paranoiathriller The Conversation (1974) weer in omloop. Die heeft in vijftig jaar niets aan zeggingskracht en actualiteit ingeboet. Toen: een reactie op Watergate en andere politieke en afluisterschandalen van de Amerikaanse Republikeinse Partij. Nu: een tragische profetie van het wereldwijde surveillancekapitalisme.

Het lijkt wel alsof Coppola met Megalopolis dat verhaal nog een keer heeft willen vertellen. Over angst, wantrouwen en macht. Hoe die de Verenigde Staten in hun greep hebben gekregen. Coppola is niet de eerste die de VS vergelijkt met de nadagen van het Romeinse Rijk. Hij is wel de eerste die dat in filmvorm heeft geprobeerd te vatten. Wat als – heeft hij gedacht. Wat als het Romeinse Rijk niet was gevallen, maar voor eeuwig was blijven voortwoekeren? Het doet denken aan de onderschatte serie naar Philip K. Dicks The Man in the High Castle (1962), waarin de nazi’s de Atlantische Oceaan zijn overgestoken (met behulp van een vijfde kolonne van binnenuit) en de oostkust van Noord-Amerika bezet hebben, terwijl de westkust door het leger van het Japanse keizerrijk is ingenomen.

Waar iedereen sinds z’n première in Cannes over is gevallen: Megalopolis is een zootje, bij tijd en wijle is er geen touw aan vast te knopen. Een megaflop. Maar het is ook een groots en ambitieus epos. En is kunst niet vaak een testament voor z’n eigen falen? Houden we daarom niet van kunst? Alleen al dat maakt Megalopolis tot het filmspektakel van de week. Megalopolis is niet beter of slechter dan Avengers: Endgame. Hij faalt gewoon zoveel beter en is vooral zo vreemd, dat hij niet ergens tussen één en vijf ballen te vangen is.


Lees ook

‘Megalopolis’ gaat ook over Coppola zelf

Julia Cicero (Nathalie Emmanuel) en Cesar Catilina (Adam Driver) in ‘Megalopolis’. Foto Lionsgate

Spil van de vertelling is de visionaire architect Cesar Catilina (Adam Driver) die in ‘New Rome’ een utopische samenleving wil bouwen. Tegenstrevers zijn de rationele, maar op macht beluste burgemeester Cicero (Giancarlo Esposito), bankeigenaar Crassus (Jon Voight) en neef Clodio (Shia LaBeouf), een populistische agitator. De plot is gebaseerd op de pogingen tot staatsgrepen van de Romeinse staatsman Catilina, niet per se een verlichte geest. Vermoedelijk is dat ook wat Coppola precies wil beweren: macht leidt tot corruptie en verderf en elke utopie draagt haar eigen dystopie in zich. Wie wil en de tijd heeft kan overigens diep in de filosofie en de film duiken, want ideeënarmoede kan hem niet verweten worden.

Doordat het production design-team halverwege opstapte ziet de film er raar uit. Uncanny in overdrive. Herkenbaar en vreemd. Het riep de associatie op dat Megalopolis de eerste film is die, in de nabije toekomst als de mensheid zichzelf ten gronde heeft gericht, door een stelletje artistieke A.I.’s bij elkaar is geknutseld uit de meest visionaire films van de 20ste eeuw om dat gekke schepsel mens te leren begrijpen.

Iedereen zal er z’n particuliere referenties in zien. Ik zag bijvoorbeeld Harold Lloyds Safety Last! (1923, de klok op het dak, het verlangen de tijd stil te zetten) en Michael Almereyda’s Hamlet (2000, er is een reden dat Adam Driver hele stukken Shakespeare citeert). En verder natuurlijk al die apocalypsfilms die het einde der tijden in een spektakelstuk hebben omgetoverd en genormaliseerd. Cesar Catilina zegt op een gegeven moment in de film dat utopieën vooral worden gedroomd om de juiste vragen te stellen. Dat Coppola er niet in is geslaagd die vragen helder te krijgen, betekent dat hij geen wijsgeer is, maar niet dat hij een filmmaker is die we zomaar kunnen afschrijven.