Meesterlijke muziek en ondraaglijke hardheid in Raskatovs ‘Animal Farm’

Recensie

Muziek

Première De Nationale Opera trapt het Opera Forward Festival af met de wereldpremière van de opera ‘Animal Farm’ van Alexander Raskatov. De aanklacht tegen onmenselijkheid is een meesterwerk, soms bijna ondraaglijk in intensiteit.

De wereldpremière van Alexander Raskatovs opera ‘Animal Farm’ op het Opera Forward Festival.
De wereldpremière van Alexander Raskatovs opera ‘Animal Farm’ op het Opera Forward Festival.

Foto Ruth Walz

Vanuit de bak: opgejaagde, enerverende muziek, de hoofdrol voor percussie en koperblazers. Op het podium: een slachthuis vol vleeshaken, met dieren in enorme kooien. In het middelpunt daarvan staat een gehaktmolen waar drab uit lekt en maakt een ruziënd boerenechtpaar, elkaar uit voor „vet varken, zak stront” en „fucking ouwe geit”.

In heldere taal tackelt componist Alexander Raskatov (1953) in zijn meesterlijke nieuwe opera Animal Farm het beest in de mens. Zijn vorige opera A Dog’s Heart (2010), een uitzonderlijk publiekssucces, behandelde (min of meer) datzelfde thema aan de hand van een verhaal van Boelgakov. Voor Animal Farm koppelde De Nationale Opera hem aan regisseur Damiano Michieletto, die de hartenwens koesterde Orwells allegorische fabel-roman tot opera om te vormen.

In gesprek metNRC noemde Raskotov zichzelf „déraciné”: als Russische componist met joodse wortels woont hij sinds zijn 41ste in West-Europa. Maar het idioom en koloriet van Animal Farm doen onvervreemdbaar Russisch aan, daar verandert zelfs het Engels als zangtaal niets aan.

Net als A Dog’s Heart is Animal Farm een rauwe politieke satire – soms geestig, maar overwegend grimmig en intens. Wegdromen is onmogelijk. Raskatov dwingt je tot alertheid door de energie van zijn partituur, zijn geweldige orkestratievondsten (wonderlijke kleuren van gongs, klokkenspel en harpen, bijvoorbeeld) en de manier waarop zangstemmen worden aangewend. Feitelijk wordt er in Animal Farm meer gehinnikt, gestotterd, gebalkt en gekwinkeleerd dan „welluidend” gezongen. Soms echoën de stemmen ook fraai de instrumenten, of vice versa.

De wereldpremière van Animal Farm op het Opera Forward Festival.
Foto Milagro Elstak

Partijvarkens met vaandel

Raskatov (tevens co-librettist) maakte Animal Farm nog wat Russischer dan George Orwell al beoogde. Verwijzingen naar het heden tref je overigens niet: het menselijk tekort wordt tijdloos uitgeserveerd, al zitten er wel verwijzingen in naar twintigste-eeuwse uitwassen en bevat het libretto citaten van onder meer Stalin.

Het verhaal is bekend: op boer Jones’ boerderij komen de dieren in opstand, ze nemen de macht over. In de nieuwe orde zullen dieren elkaars gelijken zijn. Maar dat is buiten de varkens gerekend. Die besluiten onder aanvoering van opperzwijn Napoleon (imposante rol van Misha Kiria) dat zij nog net iets gelijker zijn dan de anderen. En zo glijdt de beestenheilstaat af naar een ordinaire totalitaire dictatuur, vol zelfverrijking, onderdrukking en moord.

Het eenheidsdecor van Paolo Fantin vervolmaakt hier de dystopie: het slachthuis oogt akelig kil en leeg, maar die ruimtelijkheid dient de inhoud. De vijftien solorollen zijn alle belangrijk, er staan voortdurend tientallen mensen/beesten op het podium. Het als Sovjet-soldaatjes uitgedoste kinderkoor (topprestatie van het Nieuw Amsterdams Jeugdkoor) paradeert er parmantig rond, het doodenge vaandel van de partijvarkens vangt je volle aandacht.

De zangers dragen (karaktervolle) dierenmaskers, wat herkenning soms lastig maakt: dan lijkt inderdaad even elk varken/elke geit gelijk. Maar Raskatov differentieert trefzeker in zijn noten. Varken Old Major is een zinderende Russische kelderbas (Gennady Bezzubenkov), de verleidelijke Mollie een stratosferische coloratuursopraan (Holly Flack). Sterke rollen zijn ook Blacky (gezongen door Raskatovs echtgenote Elena Vassilieva) en de wijze geit Muriel (Maya Gour). Naast Marcel Beekman en Francis van Broekhuizen als komisch echtpaar Jones is het duo Clover (Helena Rasker) en Boxer (Germán Olvera) het aangrijpend mik- en middelpunt van tragische onmenselijkheid.

De wereldpremière van Animal Farm.
Foto Ruth Walz

Adempauze

Eén terzijde: Animal Farm hangt dramaturgisch iets uit het lood. Theatraal en muzikaal is de tweede akte bonter en beweeglijker dan de soms bijna ondraaglijk beklemmende eerste. Adempauzes zijn er daar wel, maar (te) sporadisch: een flard welluidendheid als schets van het hiernamaals, een briesje Kurt Weill-achtige verleidingsmuziek.

De tweede akte is gebalanceerder. De spanning wordt vaker gebroken door orkestrale effecten of door het kinderkoor dat met engelachtige samenzang (dubbelzinnig) tegenwicht biedt. En er zijn pastiches, zoals de Casta Diva-aria van Squealer (James Kryshak) – een griezelige knipoog naar Stalins politiechef Lavrenti Beria.

Animal Farm is een indrukwekkende, heftige aanklacht tegen onmenselijkheid. Je verlaat de zaal op wankele benen. Voor associaties met de actualiteit zijn geen concrete verwijzingen nodig, de beestenmaskers volstaan.


Lees ook dit interview met Alexander Raskatov: ‘En ik heb ook een paar moorden toegevoegd’