Mees Röttgering (17) is ’s werelds beste juniorentennisser. Maar nu begint het pas echt

De verflucht hangt nog boven de recent aangebrachte toplaag van de hardcourtbanen in Ahoy Rotterdam als Mees Röttgering zijn eerste training afwerkt in aanloop naar het ABN Amro Open. Onder de afbeeldingen van oud-winnaars Juan Martín del Potro en Roger Federer scherpt hij zijn dubbelhandige backhand aan.

„Soms kijk je toch even snel wie daar hangen”, zegt Röttgering na de training. „Dan zie je dat Wawrinka in 2015 wint, maar dat moet je niet tijdens de rally doen.” Hij is snel afgeleid, geeft hij toe. Maar daar staat zijn gedrevenheid tegenover. Hoewel hij ontzag heeft voor grote namen als Federer, maakt hij van zijn ambitie geen geheim: „Het liefst had ik er zelf al op gestaan.”

Röttgering (17) is de beste tennisser van de wereld bij de junioren. Hij haalde vorig seizoen de juniorenfinale van Wimbledon en won de ITF World Tennis Tour Junior Finals – het officieuze wereldkampioenschap onder de 18 – waarmee hij de nummer één-positie op de wereldranglijst bereikte.

Nu staat Röttgering aan de vooravond van zijn eerste ATP-toernooi. Dankzij een uitnodiging van toernooidirecteur Richard Krajicek kan hij voor het eerst tegenover wereldtoppers als Carlos Alcaraz of Daniil Medvedev komen te staan.

Krajicek had Röttgering eerst een wildcard voor de kwalificatie gegeven, zoals vaker gebeurt bij talentvolle Nederlandse spelers. Tot hij bedacht dat Röttgering, als nummer één bij de junioren, thuishoort in het „rijtje van potentieel goede spelers” die eerder een wilcard kregen voor Rotterdam, zegt Krajicek in een telefonische toelichting. „Dit past in onze filosofie”.

„Federer kreeg een wildcard toen hij nummer één [bij de junioren] was, net als Jannik Sinner, dus ergens hoopte ik erop”, zegt Röttgering langs de trainingsbaan in Ahoy. Toch was hij blij verrast toen hij, en niet een van de andere Nederlandse spelers, voor het hoofdtoernooi werd uitgenodigd. „Een wildcard voor ABN, veel mooier gaat het in Nederland niet worden”, zegt hij.

Hij kwam hier binnen als een kleine Nadal, met haarbandje en petje naar achter

Annemieke van Sambeek, jeugdtrainer

Röttgering groeide op in Wanssum, Noord-Limburg. Maar ook deels in het Brabantse Veldhoven, waar hij kind aan huis was bij Annemieke van Sambeek, die hij omschrijft als zijn „tweede moeder”. Van Sambeek is eigenaar van tennisacademie Amjoy, waar Röttgering zich op zijn zesde al bij aansloot.

„Hij kwam binnen als een kleine Nadal, met de bewegingen, het haarbandje, het petje naar achter”,, zegt Van Sambeek. Wat haar vooral opviel was de beleving waarmee Röttgering op de baan stond. Het talent begon pas later op te vallen, toen hij een jaar of acht was en zijn eerste internationale wedstrijden speelde.

Van Sambeek kreeg al snel het vertrouwen van de ouders van Röttgering en mocht hem op achtjarige leeftijd meenemen naar de Rafa Nadal Academy op Mallorca. De kleine Mees ontmoette daar zijn grote voorbeeld. Dat soort momenten maken volgens Van Sambeek duidelijk dat Röttgering een groot liefhebber van de sport is, maar zijn intense beleving kan volgens haar ook zijn valkuil zijn. „Hij neemt alles in zich op, en dan mist hij soms de focus.”

Röttgering koos voor een middelbare school in Eindhoven en verbleef in die jaren doordeweeks bij Van Sambeek thuis, waar hij onderdeel werd van het gezin met zes kinderen. Een van hen is Jochem Mol, die de coaching van Röttgering stap voor stap van zijn moeder overnam. Mol en Röttgering reisden samen de wereld over naar jeugdtoernooien, met de nummer één-positie als hoogtepunt.

Mees Röttgering kan in Rotterdam voor het eerst tegenover wereldtoppers als Carlos Alcaraz of Daniil Medvedev komen te staan.

Foto Hedayatullah Amid / NRC

Een paar dagen voor het ABN Amro Open heeft Röttgering „op een goede manier” gebroken met Mol. De coaching komt nu in handen van Willem Jan van Hulst. „Ik denk dat Willem Jan mij op het mentale gedeelte beter kan helpen”, zegt Röttgering.

Tijdens de training in Rotterdam fluistert een andere trainer het toptalent aanwijzingen in: voormalig topspeler Paul Haarhuis. In zijn rol als bondscoach nam die Röttgering in november al mee naar de Davis Cup Finals in Malaga. Daar zag Röttgering, die als sparringpartner voor de Nederlandse toptennissers fungeerde, hoe Rafael Nadal afscheid nam van de sport en hoe Nederland een historische finaleplaats behaalde. Tijdens de training in Rotterdam krijgt Röttgering vooral „de basics” mee van Haarhuis, vertelt hij.

Aan de overkant van de baan staat Thijs Boogaard (16), een ander Nederlands toptalent. Boogaard mocht vorig jaar als jongste speler ooit deelnemen aan de kwalificatie van het toernooi in Rotterdam, dit jaar is hij daarvoor opnieuw uitgenodigd.

De training is bedoeld om te wennen aan de baan, in latere trainingen zal Röttgering tegenover spelers uit de top-100 van de wereldranglijst staan.„Als je zonder tegen die jongens getraind te hebben een wedstrijd tegen ze moet spelen gaat alles véél sneller, dan denk je dat je helemaal niks kunt”, legt Röttgering uit. Toch ziet hij kansen tegen spelers die wat lager op de ranglijst staan. „Ik heb het gevoel dat ik het niveau heb om een rondje te winnen.”

Dat ziet ook toernooidirecteur Krajicek. Hij is niet bang is dat hij Röttgering met zijn wildcard voor de leeuwen gooit. Volgens Krajicek hoeft het verschil tussen de top bij de jeugd en de top-100 niet eens zo groot te zijn. De profs zijn nét wat fitter en mentaal wat sterker. Hij hoopt op een gunstige loting voor Röttgering in de eerste ronde. „Tegen iemand die lange rally’s speelt en geen overdreven wapens heeft kan Mees in z’n spel komen.”

In het ideale scenario wint Röttgering zijn eerste partij en komt hij tegenover de Spaanse topper Alcaraz te staan, de huidige nummer 3 van de wereld. Röttgering heeft de partij tegen Alcaraz al gevisualiseerd. „In de auto, ik kijk voor me uit, vanzelf zie ik het stadion voor me.” Punt voor punt bedenkt hij zijn ideale wedstrijdverloop. „Ik won heel dik”, zegt Röttgering met een grijns.

Zijn ‘tweede moeder’ Annemieke van Sambeek ziet een iets realistischer wedstrijdverloop voor zich. „Misschien gaat hij er dik af, maar dan moet hij dat accepteren”, zegt ze. Waar Röttgering eerst kind aan huis was in Veldhoven, reist hij nu van toernooi naar toernooi de wereld rond. Maar hij blijft altijd welkom in zijn tweede thuis. „Hij hoeft maar te bellen en dan weet hij dat de stamppot op tafel staat.”