Ook in deze campagne struikel je over de verkiezingsdebatten en vechten lijsttrekkers om hun plekje in de schijnwerpers. Maar de vorm die organisatoren kiezen voor de debatten en de manieren waarop politici de degens kruisen lijken veranderd: meer inhoud en minder deelnemers.
In deze Haagse Zaken gaat het over die verandering. Je hoort van Petra de Koning, Sophia van Lil en Philip de Witt Wijnen over de strijd om zichtbaarheid en beeldvorming. Hoe invloedrijk zijn debatten eigenlijk? Hoe is de aard van het debat door de loop van de jaren veranderd? En hoe belangrijk is zichtbaarheid in de politiek?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
De 48-jarige Johannes A. krijgt vier jaar gevangenisstraf voor zijn „leidende rol” bij de rellen tussen twee groepen Eritrese Nederlanders die in februari in Den Haag uitbraken. Dat heeft de Haagse rechtbank maandag bepaald. Het is de hoogste straf die een verdachte van de rellen tot nog toe heeft gekregen.
A., die ook bekendstaat als John Black, geldt als de voorman van de zogeheten Brigade Nhamedu. Deze groep bestaat uit tegenstanders van het Eritrese regime. Vaak zijn zij gevlucht voor de militaire dienstplicht die geldt in het Oost-Afrikaanse land.
De groep protesteerde bij een bijeenkomst in Den Haag die werd georganiseerd door een deel van de Eritrese diaspora dat het bewind van dictator Isaias Afwerki veelal positief gezind is. De demonstratie liep uit op rellen waarbij auto’s in brand werden gestoken en politieagenten en brandweerlieden gewond raakten. Ook werd de brandweer met geweld op afstand gehouden.
A. heeft volgens de rechter brand gesticht. „Daarmee heeft hij de al buitengewoon heftige situatie verder doen escaleren.” Hierna sprak hij andere relschoppers toe, waarbij A. „de gewelddadigheden verheerlijkte” en de onrust zo verder oppookte. Zijn „opruiende woorden en daden wegen extra zwaar” vanwege het „gezag” dat A. bij de tegenstanders van het Eritrese regime geniet.
Lees ook
Waarom woedt binnen de Eritrese gemeenschap strijd? En vijf andere vragen over de rellen in Den Haag
De rechtbank heeft ook twee andere verdachten van de rellen bestraft. Het gaat om een 26-jarige en een 20-jarige man. Zij krijgen celstraffen tot zeven maanden, waarvan twee voorwaardelijk.
Voedselverspilling is erg. En vleesverspilling is misschien wel het ergst. Vlees is duur, vlees heeft een grote ecologische voetafdruk, en voor vlees zijn dieren gedood. Dieren eten zonder ze te doden, lukt sowieso niet. Maar als je twee drumsticks in de kliko kiepert, is de kip echt helemaal voor niets gestorven, en is het graan dat die kip at ook voor niets geteeld.
Meestal praten we over kilo’s en procenten als het over verspilling gaat. Nederlanders verspillen thuis per persoon zo’n 33 kilo voedsel per jaar, 7 procent daarvan is vlees. Maar hoeveel dieren we weggooien? Geen idee. En misschien leggen we die link ook liever niet. Wie wil er aan het hele varken denken als-ie een half braadworstje weggooit?
De Duitse studente Juliane Klaura wilde voor haar masterscriptie in cijfers vatten wat normaal onzichtbaar blijft: de verloren dierenlevens achter de kilo’s, om zo de link te leggen tussen verspilling en dierenwelzijn. Ze keek naar cijfers van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) over de vleesproductie in 2019 en gebruikte een rekenmethode uit 2011. Conclusie: 77 miljoen ton vlees ging in 2019 verloren of werd verspild. Dat komt overeen met 52 miljoen kilo eetbaar vlees, zonder bot, en dat zouden omgerekend 18 miljard dieren zijn.
Wat in haar paper uit 2023 het meest opvalt: in de rijkere landen, waar de verspilling het grootst is, werd vlees vooral aan het einde van de rit weggegooid: door supermarkten, restaurants en bij mensen thuis. In de armste landen, in sub-Sahara Afrika, is het verlies relatief veel groter door ziekte of sterfte van dieren bij boeren en tijdens transport.
„Kip heeft de grootste impact”, zegt Klaura. Dat klinkt paradoxaal, want kip belast het milieu minder dan varken. Maar Klaura doelt op dierenlevens. Je kunt een verloren kip in de berekening minder zwaar laten wegen dan een voor niets gestorven varken of koe, maar dan is kip nog steeds verreweg het meest verspilde dier.
Grote cijfers blijven plakken. Een derde van al het voedsel wordt verspild, meldde de VN in 2011. Dat cijfer was nogal grof, maar hielp wel om landen in beweging te krijgen. De helft minder verspilling bij consumenten en retailers in 2030, dat werd wereldwijd het doel. Achttien miljard dieren is ook een getal dat je niet snel vergeet. Maar wat zegt het?
Moreel ongemak
„Vlees eten en verspillen gaat samen met een groot moreel ongemak”, zegt Toine Timmermans, een Wageningse onderzoeker die in Nederland Samen tegen Voedselverspilling leidt, een coalitie van bedrijven, organisaties en overheden. En in dat opzicht is het belangrijk dat Klaura dit aansnijdt, zegt hij. Maar als Timmermans naar de laatste VN-cijfers kijkt, krijgt hij een genuanceerder beeld, dat zich moeilijk in aantallen dieren laat vatten. „Het tellen in dierenlevens wekt de suggestie dat er hele dieren worden weggegooid. Dat gebeurt zelden.”
De Food Waste Index van dit voorjaar laat zien hoe lastig het is om uit totaal verschillende data eenduidige cijfers te halen. Veel landen hebben onvolledige data, en overal gelden andere definities van wat ‘eetbaar’ is en wat je wel of niet als verloren of verspild voedsel kunt zien. Wat in het ene land als oneetbaar geldt – denk aan varkensoortjes of kippenklauwen – is in andere landen een delicatesse.
„Het beeld dat consumenten in Afrika geen voedsel verspillen, klopt niet”, zegt Timmermans. Huishoudens in landen met hogere inkomens verspillen per jaar gemiddeld maar zo’n 7 kilo voedsel meer dan huishoudens in landen met lagere inkomens – hoewel over de allerarmste landen geen data is. Het grote verschil zit niet tussen landen, maar tussen steden en platteland. Voedselverspilling is een grootstedelijk probleem.
Het klopt dat kleine boeren in ontwikkelingslanden vaak meer van hun opbrengst verloren zien gaan dan boeren in rijkere landen. En dat in warme landen meer voedsel weggegooid wordt dan in koude, waar het minder snel bederft. Maar in de moderne vleesindustrie, zegt Timmermans, gaat maar heel weinig verloren. Zelfs het laatste restje spiervezel dat van de botten wordt gespoten wordt verwerkt, Nederlandse varkensoortjes gaan naar China. „Slachterijen zijn heel goed in staat om alle onderdelen te verwaarden.”
Waar fabrikanten lange tijd huiverig waren om ‘separatorvlees’ op het etiket te zetten, omdat consumenten geen ‘pink slime’ of ‘spuitvlees’ in hun eten blieven, ziet Timmermans nu een ommekeer. Albert Heijn bijvoorbeeld mengt sinds kort eiwit uit runderbloed door het gehakt, en zet dit prominent op de verpakking. Zo maken ze gehakt met 10 tot 20 procent minder vlees en brengen ze de CO2-belasting omlaag. En het is ook nog goedkoper.
De supermarkten hebben in zes jaar tijd de verspilling in de winkel gehalveerd. Bij verse vis en vlees daalde die naar 1,4 procent. Door beter te voorspellen wat klanten kopen, vlees slimmer af te prijzen, in te vriezen of aan voedselbanken te geven. „Alle makkelijke dingen zijn nu gedaan”, aldus Timmermans.
Voedselzekerheid bereik je niet met meer productie. De winst zit in minder voedsel produceren en dat beter verdelen
De kontjes van vleeswaren
Moeilijker is het om de verspilling en het verlies terug te dringen bij boeren, slachters en vleesverwerkers. Enerzijds omdat het begin van de keten minder georganiseerd is in de strijd tegen verspilling. Maar ook, zegt Timmermans, omdat verspilling van eetbaar vlees in de industrie al minimaal is. „Er is nog wel wat afsnijverlies bij het verpakken – de kontjes van vleeswaren – maar ook daar wordt aan gewerkt.”
Dit jaar komt de vleesindustrie voor het eerst met cijfers. Die zijn summier, maar laten wel zien dat vooral veel rund- en kalfsvlees vernietigd wordt (21 procent). Dat gaat over ‘reststromen’ die volgens de wet niet voor menselijke consumptie gebruikt mogen worden. Vlees dat nu wordt afgekeurd en vernietigd, stelt de industrie, zou met andere regelgeving wél verwerkt kunnen worden, bijvoorbeeld in diervoeder.
Het stoort Timmermans dat consumenten en supermarkten in westerse landen vaak als grote verspillers worden neergezet. De écht ongemakkelijke waarheid, zegt hij, is niet dat mensen te veel verspillen, maar dat er te veel voedsel geproduceerd wordt. „Voedselzekerheid bereik je niet met meer productie. De winst zit in minder voedsel produceren en dat beter verdelen. Om klimaatverandering te beperken, moeten we niet alleen minder verspillen, maar vooral minder dierlijke producten consumeren. Er is nu al genoeg om 12 miljard mensen te voeden.”
Als het aan de Tweede Kamer ligt, wordt demonstreren met gezichtsbedekkende kleding verboden. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen dienden Joost Eerdmans (JA21) en Chris Stoffer (SGP) een motie in waarin zij de regering verzoeken zo’n verbod in te voeren. Woensdag debatteert de Kamer erover met minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC).
Eerdmans wijst tegenover NRC op de „meerdere uit de hand gelopen demonstraties, zeker rondom het conflict in Gaza”. Tijdens demonstraties bij de Universiteit van Amsterdam hebben demonstranten, van wie een deel gemaskerd was, tijdens bezettingen van campussen en protesten vernieling aangericht. „Dat zijn kwalijke zaken, maar het is voor het Openbaar Ministerie heel lastig om onherkenbare mensen te vervolgen.”
Ik vind dat iedereen met open vizier moet demonstreren. Het is geen argument dat je niet wil dat je baas ziet dat je bij een demonstratie bent
Eerdmans noemt ook voetbalhooligans, Exctinction Rebellion-protesten en demonstraties van Black Lives Matter. „Het gaat me er niet om welke demonstratie goed of fout is, maar als mensen criminele feiten plegen en onherkenbaar zijn, verpesten ze het voor de rest.”
De motie van Eerdmans en Stoffer kreeg steun van ChristenUnie, FVD, CDA en de coalitiepartijen PVV, VVD en BBB. Alleen coalitiepartner NSC stemde niet mee. Woensdag wil Eerdmans van minister Uitermark weten op welke termijn zij de wetgeving aan de Kamer kan voorleggen.
„Ik vind dat iedereen met open vizier moet demonstreren. Het is geen argument dat je niet wil dat je baas ziet dat je bij een demonstratie bent”, vindt Eerdmans. Wel wil hij nog dat onderzocht wordt in hoeverre een verbod op gezichtsbedekkende kleding schadelijk kan zijn voor mensen die bijvoorbeeld demonstreren tegen buitenlandse regimes, of die „in de privé-sferen” gevaar kunnen lopen vanwege hun deelname. „Of er een uitzondering moet komen weet ik niet, dat hangt af van wat de politie en het OM erover zeggen.”
Mix van maatregelen
Sinds 2019 is gezichtsbedekkende kleding al verboden in openbare ruimtes zoals overheidsgebouwen, in het onderwijs en in de zorg. De maatregel kwam bekend te staan als het ‘boerkaverbod’, naar het islamitische gewaad dat alleen de ogen vrijlaat.
Het demonstratierecht is al langer een doorn in het oog van Kamer en kabinet, met name vanwege de Gaza- en Exctinction Rebellion-protesten van afgelopen zomer. In het regeerprogramma schrijft minister van Justitie David van Weel (VVD) dat hij met „burgemeesters, politie, OM en anderen” gaat spreken over een „optimale mix van maatregelen om vreedzame demonstraties te faciliteren maar ook kordaat op te treden tegen degenen die zich niet aan de wet houden”.
Van Weel vertelde in de Volkskrant dat hij „wil kijken of we binnen het demonstratierecht grenzen kunnen stellen”. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) gaat onderzoeken tot in hoeverre dat mogelijk is, gezien het feit dat demonstreren ligt vastgelegd in de grondwet (artikel 9: vrijheid van vergadering en betoging).
Sowieso stelt het kabinet „structureel middelen beschikbaar ten behoeve van de paraatheid van de mobiele eenheden”. Afgelopen zomer had de onderbemande Mobiele Eenheid het zwaar met het grote aantal demonstraties dat kort op elkaar volgde.
Het kabinet wil ook dat de politie meer bevoegdheden krijgt om „informatie te vergaren over potentieel grootschalige openbare ordeverstoringen”. Begin 2023 werden zes Extinction Rebellion-activisten beboet – daags vóór een demonstratie waaraan zij mee wilden doen, tot bezorgdheid van mensenrechtenorganisaties.
Lees ook
Na uren demonstreren verschijnt toch nog de politie op de A12: ‘Van ons hoeft al die politie niet’